DOJ's Nieuwe Handhavingskoers: Focus, Fairness en Efficiency in de Aanpak van White-Collar Crime
/Op 12 mei 2025 kondigde de Amerikaanse Department of Justice een nieuwe handhavingskoers aan voor de Criminal Division onder de titel “Focus, Fairness, and Efficiency in the Fight Against White-Collar Crime.” Het memorandum van Matthew R. Galeotti, hoofd van de Criminal Division, bevat een strategisch herontwerp van het witboordenhandhavingsbeleid en markeert een duidelijke verschuiving richting effectiever, evenwichtiger en kostenefficiënter optreden tegen economische criminaliteit, met expliciete aandacht voor nationale veiligheidsbelangen en de bescherming van de Amerikaanse economie.
I. Strategische uitgangspunten: focus, fairness, efficiency
De Criminal Division organiseert haar handhavingsbeleid voortaan rond drie uitgangspunten:
Focus: prioritering van zaken die Amerikaanse burgers, markten of veiligheidsbelangen aantasten;
Fairness: rechtvaardige behandeling van bedrijven en individuen, met stimulansen voor transparantie en samenwerking;
Efficiency: beperking van langdurige, kostbare onderzoeken en terughoudendheid bij het opleggen van toezichtmaatregelen.
Volgens Galeotti is het doel niet slechts symbolische veroordelingen of het ‘opvoeren van de statistiek’, maar tastbare resultaten voor slachtoffers, markten, investeerders en de samenleving.
II. Tien kernprioriteiten voor handhaving
De Criminal Division noemt in het memo tien zogeheten “high-impact areas” waarin witboordencriminaliteit het meest schadelijk is voor publieke en economische belangen. Deze vormen het speerpunt van toekomstige strafrechtelijke inzet:
Waste, fraud & abuse bij overheidsprogramma’s zoals Medicare, Medicaid en defensie;
Handels- en douanefraude, waaronder ontduiking van invoerrechten;
Fraude via Chinese VIE’s, met risico’s voor Amerikaanse beleggers op de beurs;
Beleggings- en consumentenfraude, waaronder Ponzi-schema’s en fraude gericht op ouderen of militairen;
Sanctieovertredingen en facilitering van vijandige staten of criminele netwerken, via financiële instellingen;
Materiële steun aan Foreign Terrorist Organizations (FTO’s), inclusief recent aangewezen kartels;
Georganiseerd witwassen, zoals via Chinese Money Laundering Organizations;
Illegale handel in verdovende middelen, waaronder fentanyl en opioïden;
Buitenlandse omkoping en witwaspraktijken die Amerikaanse belangen schaden of buitenlandse corrupte functionarissen bevoordelen;
Misbruik van digitale activa, zoals crypto voor fraude, witwassen of financiering van criminele netwerken.
Bijzondere nadruk ligt op gedragingen die de Amerikaanse nationale veiligheid, economische concurrentiekracht of consumentenbelangen ondermijnen.
III. Corporate Enforcement Policy (CEP): versterking van samenwerking en duidelijkheid
Het herziene Corporate Enforcement and Voluntary Self-Disclosure Policy (CEP) is het kerninstrument van het DOJ om bedrijven aan te moedigen tot vrijwillige melding, samenwerking en structurele remediëring. De belangrijkste wijzigingen zijn:
A. Van presumptie naar garantie
Waar eerdere versies spraken van een presumptie van ‘declination’ bij tijdige zelfmelding, is het nu een garantie: indien een onderneming (1) vrijwillig meldt, (2) volledig meewerkt, (3) tijdig en passend remediëert, en (4) geen verzwarende omstandigheden kent, zal het DOJ afzien van strafrechtelijke vervolging.
B. Nieuw: “near miss”-categorie
Voor bedrijven die niet geheel aan de definitie van vrijwillige melding voldoen, maar wel in goed vertrouwen hebben gehandeld, biedt de nieuwe near miss-regeling toegang tot een non-prosecution agreement (NPA), zonder verplichte monitor en met maximaal 75% boetevermindering. Dit geldt ook bij verzwarende omstandigheden, mits er serieuze inspanningen zijn geleverd om samen te werken en te remediëren.
C. Transparantie in uitkomsten
Om rechtspersonen, bestuurders en juridisch adviseurs in staat te stellen weloverwogen keuzes te maken, bevat de herziene CEP een beslisboom (flow chart) die mogelijke uitkomsten van verschillende meldingsscenario’s uiteenzet.
D. Verkorting en herbeoordeling van lopende afspraken
De DOJ heeft ook aangekondigd lopende schikkingen (zoals DPAs of NPAs) te herbeoordelen op vroegtijdige beëindiging. Criteria daarvoor zijn onder meer risicoreductie, mate van compliance-volwassenheid en daadwerkelijke uitvoering van herstelmaatregelen.
IV. Bescherming van bonafide bedrijven: beperking van monitors
Het opleggen van monitors wordt voortaan sterk beperkt. Volgens het DOJ zijn monitors slechts gerechtvaardigd indien een onderneming zonder externe controle niet in staat is om effectieve compliance-maatregelen te nemen. Nieuwe kaders zijn vastgelegd in het Monitor Selection Memorandum, waaronder:
De ernst en herhaalbaarheid van het gedrag, in het bijzonder bij risico's voor Amerikaanse belangen;
De aanwezigheid van effectieve externe toezichthouders (bv. financiële autoriteiten);
Het bestaande compliance-programma en de mate waarin dat functioneert;
De kosten/baten-verhouding, waarbij onder meer gekeken wordt naar boetes, omzet en risicoprofiel.
Nieuwe waarborgen:
Cap op tarieven en vooraf goedgekeurde budgetten;
Minimaal tweejaarlijkse tripartiete overleggen tussen DOJ, monitor en bedrijf;
Recht op toetsing van monitorvoorstellen, zonder dat dit afdoet aan de goede trouw van het bedrijf.
Monitors zijn voortaan geen standaardmaatregel, maar een uitzondering die maatwerk vereist.
V. Whistleblower Awards Pilot Program: uitbreiding prioritaire tipgebieden
Het Corporate Whistleblower Awards Pilot Program is uitgebreid met nieuwe focusgebieden die nauw aansluiten bij de enforcementprioriteiten. Beloningen kunnen worden toegekend indien tips leiden tot meer dan $1 miljoen aan verbeurdverklaring.
Nieuw zijn onder meer:
Fraude in federale programma’s en aanbestedingen;
Handels-, douane- en tarieffraude;
Schendingen van federale immigratiewetgeving;
Materiële steun aan terroristische organisaties;
Overtredingen van sancties en betrokkenheid bij kartels of transnationale criminele organisaties.
Met deze verruiming wil het DOJ aanvullende informatie verkrijgen over ernstige economische misdrijven met een link naar nationale veiligheid en marktverstoring.
VI. Onderzoeksduur en procesefficiëntie
Het DOJ stelt dat onderzoeken naar witboordencriminaliteit te vaak uitmonden in langdurige trajecten zonder duidelijke uitkomst. Galeotti benadrukt dat langdurige onzekerheid bedrijven, investeerders en aandeelhouders schaadt en publieke middelen verspilt.
Daarom zijn nieuwe verplichtingen opgenomen:
Versneld beslissen over vervolging;
Actieve monitoring van onderzoeksvoortgang door de top van de Criminal Division;
Standaard looptijd van maximaal drie jaar voor corporate resolutions, tenzij uitzonderlijke omstandigheden zich voordoen.
Deze maatregelen beogen duidelijkheid, beperking van reputatieschade en doelmatig gebruik van publieke middelen.
VII. Conclusie: een evenwichtig en strategisch handhavingsmodel
Met het memo van 12 mei 2025 zet de Criminal Division van het DOJ een duidelijke koers uit: doelgerichte aanpak van ernstige criminaliteit, bescherming van bonafide bedrijven en terugdringen van bureaucratische overbelasting. Tegelijkertijd worden handvatten geboden aan compliance officers, juristen en bestuurders om hun organisatie op koers te houden en tijdig en correct te reageren op signalen van wangedrag.
De boodschap is duidelijk: wie transparant handelt, fouten corrigeert en meewerkt, kan rekenen op een voorspelbare en proportionele benadering. Wie daarentegen bijdraagt aan witwassen, kartelstructuren of bedreigingen van Amerikaanse belangen, komt onder verscherpt strafrechtelijk toezicht te staan.
Voor bedrijven, en in het bijzonder compliance- en legal-afdelingen, is het van groot belang om kennis te nemen van deze beleidswijzigingen en hun interne processen hierop af te stemmen. Want: meld tijdig, remediëer effectief, en werk samen – dan is het pad naar sanctievrij herstel helder uitgezet.