Heeft het Shell-emissievonnis ook strafrechtelijke gevolgen?

Door Sjoerd Lopik, Advocaat bij Allen & Overy & buitenpromovendus bij de Universiteit Leiden

Op 26 mei 2021 legde de Rechtbank Den Haag een verplichting op aan Royal Dutch Shell plc om haar CO2-emissies versneld af te schalen. Milieudefensie en haar mede-eisers wonnen daarmee de eerste aanleg van de procedure die bekend is komen te staan als de Klimaatzaak. Na de Urgenda-procedure, die leidde tot een reductieverplichting voor de Staat, wordt nu ook een private partij door de rechter gedwongen om broeikasgasemissies te reduceren. De uitspraak is historisch en heeft grote gevolgen voor Shell, en mogelijk ook voor andere ondernemingen. Het Shell-vonnis is de afgelopen weken dan ook veelvuldig in het nieuws geweest en becommentarieerd. Velen zullen zich hierbij wellicht hebben afgevraagd of dit civielrechtelijke gebod ook strafrechtelijke implicaties kan hebben.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Column: Beroepen op het verschoningsrecht, een significante beroepsfout van het WODC?

Door Brendan Newitt, advocaat bij de De Roos & Pen

Het wettelijk verschoningsrecht blijft complexe materie, niet enkel voor deelnemers aan het strafproces, kennelijk ook voor de wetenschap. Zo blijkt het recente WODC-rapport over verschoningsrecht een onjuist beeld te schetsen over de procedures. Volgens het WODC-rapport zou voor het OM beklag openstaan tegen een besluit genomen door een rechter-commissaris onder artikel 98 Sv. Dat standpunt is in strijd met de tekst van de wet, het systeem van de wet en de geldende jurisprudentie.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Column: Een fair deal op basis van de Aanwijzing hoge transacties?

Door Hester Bisscheroux, advocaat bij Stibbe

De toepassing van de transactie is 'in beginsel eindig', maar voor hoge transacties ziet de Minister van Justitie en Veiligheid 'een blijvende plek'. Om toch tegemoet te komen aan de kritiek op deze buitengerechtelijke afdoeningsmogelijkheid, komt er een rechterlijke toetsing. Tot die tijd regelt de vernieuwde Aanwijzing hoge transacties ("Aanwijzing") de toetsing van hoge transacties door een toetsingscommissie. De commissie, bestaande uit een oud-advocaat, een oud-rechter, een hoogleraar straf- en strafprocesrecht en oud-officieren van justitie in wisselende samenstelling, gaat hoge transacties beoordelen en onderwerpen aan een marginale toets. Dit dus als voorloper op de rechterlijke toets, die volgens de minister ook marginaal zal zijn. Om meerdere redenen wordt een toetsing door de rechter wenselijk geacht. Volgens Crijns en Kool zou een dergelijke toets onder meer moeten bijdragen aan de waarborging van een fair deal voor het OM én de verdediging. De vraag is of de verdachte onder de vernieuwde Aanwijzing nog altijd belang kan hebben bij het aangaan van een transactie en welke rol de toetsingscommissie kan spelen bij het bereiken van een fair deal.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Column: De voorwaarden van het voorwaardelijk sepot nader onderzocht

Door Samantha Bilgi en Maxime Breedijk, Ardenne & Crince le Roy Advocaten

Eerder is op deze website een samenvatting van een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 16 juni 2020 gepubliceerd. In dit arrest moest de vraag worden beantwoord of de betrokkene de algemene voorwaarde die verbonden was aan een voorwaardelijk sepot had geschonden. Is het ontstaan van een verdenking van een strafbaar feit die eindigt in een vrijspraak voldoende om die vraag bevestigend te beantwoorden? Het antwoord was van invloed op het oordeel over de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. In deze column wordt met een kritische blik nader naar de inhoud en strekking van dit arrest gekeken, omdat volgens ons onvoldoende rekening is gehouden met een aantal beginselen van een goede procesorde.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Column: De voordelen van het ‘schriftelijke verhoor’ in financiële strafzaken

Door Wiebe de Vries, Jaeger Advocaten-belastingkundigen

In deze coronatijden lijkt het fysieke verhoor met de verdachten en zijn advocaat achterhaald. Toch is het OM zeer terughoudend met het inzetten van een schriftelijk verhoor, ingegeven door het vermoeden dat de advocaat redigeert en misschien zelfs censureert. Opsporingsambtenaren kijken de verdachte graag in de ogen en willen doorvragen in de hoop dat de verdachte ‘breekt’ en alsnog bekent. Een achterhaald concept. Zeker in financiële en fiscale strafzaken waar de opsporing het zelden moet hebben van een bekennende verklaring verdient een schriftelijk verhoor de voorkeur.

Read More
Print Friendly and PDF ^