Parket bij de Hoge Raad 26 maart 2019, ECLI:NL:PHR:2019:278
In het onderhavige geval gaat het om de vraag of de moeder van de verdachte (de belastingschuldige) een beroep toekwam op de inkeerregeling waardoor vervolging op grond van het fiscale delict werd uitgesloten, en zo ja, of ten aanzien van de verdachte (de niet-belastingschuldige) sprake was van bijzondere omstandigheden (het bevorderen van de inkeer van de belastingschuldige) die meebrengen dat hem een (afgeleid) beroep op die regeling toekwam (en uitsluiting van vervolging op grond van het fiscale delict), en zo ja, of daarom ten aanzien van de verdachte sprake was van bijzondere omstandigheden die op grond van beginselen van behoorlijke procesorde maken dat een op art. 420bis Sr (witwassen) toegespitste strafvervolging had moeten worden uitgesloten.
Read More