Veroordeling advocaat wegens het niet (volledig) verstrekken van informatie aan de belastingdienst

Rechtbank Amsterdam 5 maart 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:1535

Verdachte heeft als feitelijk leidinggegeven aan het door de drie vennootschappen opzettelijk niet voldoen aan hun verplichting de belastingdienst inlichtingen te verschaffen en hun medewerking te verlenen. Hij had gemakkelijk kunnen bewerkstelligen dat zij wel aan die verplichting zouden voldoen door openheid van zaken te geven. Verdachte hoort als bestuurder van de vennootschappen op de hoogte te zijn van de regelgeving die voor hen geldt en zich aan de regels van de Invorderingswet te houden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: Door raadsman ter terechtzitting gedane mededeling kan niet worden aangemerkt als wettig bewijsmiddel

Hoge Raad 5 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:295

Het middel klaagt dat het Hof ten onrechte en in strijd met art. 339 Sv voor het bewijs gebruik heeft gemaakt van een door de raadsman ter terechtzitting afgelegde verklaring.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verzoek ex art. 36 Sv ondanks sepotbeslissing nu deze niet dezelfde waarborgen geeft als beslissing van rechtbank

Rechtbank Noord-Holland 18 februari 2019, ECLI:NL:RBNHO:2019:1564

Namens verzoeker is aangevoerd, dat de officier van justitie ten tijde van het indienen van het verzoekschrift nog geen sepotbeslissing had genomen. Inmiddels is dat wel gebeurd. Nu de sepotbeslissing van de officier van justitie niet dezelfde waarborgen voor het einde van de zaak geeft als een beslissing van de rechtbank, wordt het verzoek gehandhaafd, aldus de raadsman.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verzuim beslissing op verzoek geldelijke tegemoetkoming in geval van handhaving onttrekking aan het verkeer van personenauto met gestolen onderdelen

Hoge Raad 19 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:196

Het middel bevat de klacht dat het hof heeft nagelaten (gemotiveerd) te beslissen op het verzoek tot een geldelijke tegemoetkoming als bedoeld in art. art. 33c juncto 36b lid 2 Sr.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verzoek tot kennelijke niet-ontvankelijkheid van vorderingen benadeelde partijen gelet het grote aantal vorderingen en de te verwachten complicaties bij beoordeling

Gerechtshof Amsterdam 25 februari 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:604

Namens de verdachten is het verzoek gedaan dat het hof toepassing zal geven aan zijn bevoegdheid om de benadeelde partijen in dit stadium van de strafprocedure kennelijk niet ontvankelijk in hun vorderingen te verklaren. Daartoe is in de kern aangevoerd dat er sprake is van een groot aantal vorderingen. Dit gegeven, bezien in samenhang met, naar de mening van de verdediging, te verwachten complicaties bij de beoordeling van de vorderingen, moet reeds nu leiden tot de slotsom dat de behandeling en beoordeling van de vorderingen van de benadeelde partijen een onevenredige belasting van het strafgeding zullen opleveren.

Read More
Print Friendly and PDF ^