Verzuim beslissing op verzoek geldelijke tegemoetkoming in geval van handhaving onttrekking aan het verkeer van personenauto met gestolen onderdelen

Hoge Raad 19 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:196

Op 15 april 2014 is in het kader van een strafrechtelijk onderzoek tegen betrokkene 1 op de voet van art. 94 Sv onder meer een Volkswagen Golf met kenteken AA-00-AA in beslag genomen. Deze betrokkene 1 is op 22 juli 2016 door het hof Amsterdam veroordeeld. Daarbij is door de strafrechter besloten tot onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen Volkswagen Golf. Op 20 oktober 2016 heeft klaagster, de zuster van betrokkene 1, als belanghebbende een klaagschrift ex art. 552b Sv ingediend en verzocht de onttrekking aan het verkeer te herroepen en de Volkswagen Golf aan haar te doen teruggeven. De raadkamer van het hof heeft het klaagschrift op 31 maart 2017 ongegrond verklaard en daarbij overwogen dat het ongecontroleerd bezit van de Volkswagen Golf in strijd is met de wet of het algemeen belang.

Middel

Het middel bevat de klacht dat het hof heeft nagelaten (gemotiveerd) te beslissen op het verzoek tot een geldelijke tegemoetkoming als bedoeld in art. art. 33c juncto 36b lid 2 Sr.

Beoordeling Hoge Raad

Bij onherroepelijk geworden arrest van 22 juli 2016 in de strafzaak tegen betrokkene 1 heeft het Hof de onttrekking aan het verkeer bevolen van een op 15 april 2014 inbeslaggenomen Volkswagen Golf met kenteken AA-00-AA. Bij klaagschrift als bedoeld in art. 552b Sv heeft de klaagster verzocht om primair herroeping van deze beslissing en teruggave van de auto aan haar en subsidiair toekenning van een geldelijke tegemoetkoming op de voet van art. 33c, tweede lid, Sr. Daartoe heeft de klaagster onder meer aangevoerd dat de auto aan haar toebehoort en niet aan haar broer
betrokkene 1.

Blijkens de aan het proces-verbaal van de behandeling van het klaagschrift door de raadkamer van het Hof gehechte pleitnotitie heeft de raadsman van de klaagster daartoe onder meer het volgende aangevoerd:

"Ik verzoek u om alsnog te voorzien in een geldelijke tegemoetkoming zoals bedoeld in art. 36b jo art. 33c Sr.

Ik meen namelijk dat Klaagster door de onttrekking aan het verkeer onevenredig in haar belangen is geschaad. Klaagster heeft haar auto te goeder trouw via Marktplaats aangeschaft (..). Nergens blijkt uit dat klaagster op enige wijze verwijtbaar heeft gehandeld, of kennis zou moeten hebben gehad van de criminele herkomst van het interieur en navigatiesysteem in haar auto. (..)

Indien u de onttrekking aan het verkeer handhaaft, meen ik dat een geldelijke tegemoetkoming aan klaagster niet meer dan redelijk is."

Het Hof, dat het beklag ongegrond heeft verklaard, heeft geen geldelijke tegemoetkoming toegekend. De bestreden beschikking houdt, voor zover hier van belang, het volgende in:

"Gelet op het hiervoor overwogene is het hof van oordeel dat de Volkswagen Golf met het kenteken AA-00-AA ingevolge het bepaalde in artikel 36c jo artikel 36d Sr vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, nu het voorwerp bij gelegenheid van het onderzoek naar de door de veroordeelde betrokkene 1 in strafzaak A onder 1 en in strafzaak B begane misdrijven is aangetroffen, het hierboven genoemde strafbare feit met behulp van voornoemd voorwerp is begaan, het van zodanige aard is, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang en/of kan dienen tot het begaan of het voorbereiden van soortgelijke feiten, zoals reeds bij arrest van 22 juli 2016 tegen de veroordeelde betrokkene 1 in de strafzaak met parketnummer 23-000111-15 is beslist.

Derhalve zal het hof het beklag ongegrond verklaren."

Gelet op het bij klaagschrift gedane verzoek om toekenning van een geldelijke tegemoetkoming, alsmede op wat door de raadsman van de klaagster is aangevoerd zoals, diende het Hof te motiveren waarom het niet toepassing heeft gegeven aan art. 33c, tweede lid, Sr. In zoverre is de bestreden beschikking niet toereikend gemotiveerd.

Het middel is terecht voorgesteld.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^