Toekenning schadevergoedingsverzoek van buitenlandse rechtspersoon n.a.v. FIOD-onderzoek naar grensoverschrijdende belastingfraude

Rechtbank Den Haag 8 september 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:8685

De rechtbank oordeelt dat sprake was van een strafzaak tegen verzoekster in de zin van artikel 530 Sv. Het onderzoek is deels verricht door een Joint Investigation Team. Verzoekster vraagt onder meer vergoeding van kosten van rechtsbijstand bij verhoren in Frankrijk en Zwitserland. Volgens de rechtbank staan ook de buitenlandse verhoren in rechtstreeks verband met de Nederlandse strafzaak, omdat zij voortkwamen uit een Nederlands rechtshulpverzoek of mede ten dienste stonden van het Nederlandse onderzoek. De rechtbank kent verzoekster een schadevergoeding van ruim 137.000 euro toe.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Geen schadevergoeding voor fase van aanhouding en ophouden voor onderzoek. Rb verwerpt stelling dat nationale recht geen rechtsgang kent voor toetsen (on)rechtmatigheid.

Rechtbank Limburg 10 maart 2020, ECLI:NL:RBLIM:2020:3371

De rechtbank verwerpt bovendien de stelling van de raadsman dat het nationale recht geen rechtsgang kent voor het toetsen van de (on)rechtmatigheid van de aanhouding of het ophouden voor onderzoek. In de eerste plaats kent het Wetboek van Strafvordering deze rechtsgang in artikel 59a: de verdachte wordt uiterlijk binnen drie dagen en achttien uur te rekenen vanaf het tijdstip van de aanhouding geleid voor de rechter-commissaris. Voor zover de rechter-commissaris (nog) niet aan de toetsing van de (on)rechtmatigheid van de aanhouding en het ophouden voor onderzoek is toegekomen, staat voor de betreffende verdachte de rechtsgang naar de civiele rechter (met een beroep op een onrechtmatige overheidsdaad op grond van artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek) open.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verzoek ex art. 591a Sv na beleidssepot

Rechtbank Noord-Holland 8 mei 2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:3371

In geval van een beleidssepot dient te worden beoordeeld of zich de situatie voordoet dat de zaak onmiskenbaar tot een veroordeling van thans verzoeker zou hebben geleid. Is dat het geval dan ontbreken gronden van billijkheid voor toekenning van een vergoeding en kan een verzoek als het onderhavige worden afgewezen (ECLI:NL:GHARL:2019:6479).

Read More
Print Friendly and PDF ^

Art. 591a Sv: raadsvrouw heeft afwijkend uurtarief van € 360, maar snel en efficiënt gewerkt

Rechtbank Noord-Holland 10 januari 2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:159

De met een gespecificeerde declaratie onderbouwde kosten zijn niet als bovenmatig aan te merken. De rechtbank merkt daarbij op dat het gehanteerde uurtarief van € 360 aanzienlijk afwijkt van het in eenvoudige strafzaken gemiddeld gehanteerde uurtarief. Daar staat echter tegenover dat – marginaal toetsend – uit de in rekening gebrachte uren volgt dat de raadsvrouw snel en efficiënt heeft gewerkt. Daarom is de rechtbank – anders dan de officier van justitie – van oordeel dat het verzoek kan worden toegewezen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verzoek ex art. 89 en 591a Sv: Advocaat recht op vergoeding kosten behandeling verzoek in raadkamer – ook als hem geen vragen worden gesteld

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 november 2019, ECLI:NL:GHARL:2019:9392

De advocaat van verzoeker heeft gebruik gemaakt van de geboden gelegenheid om in raadkamer aanwezig te zijn. Dit rechtvaardigt dat ook de kosten van behandeling van het verzoekschrift in raadkamer worden vergoed. De omstandigheid dat bij het hof geen vragen bestonden omtrent de inhoud van het verzoek, doet daaraan niet af. Het hof zal overeenkomstig de ter zake gehanteerde uitgangspunten bepalen dat de kosten van indienen en behandelen van het verzoek worden vergoed tot een bedrag van €550.

Read More
Print Friendly and PDF ^