25 Years of OLAF: the office’s Digital Transformation and Some Reflections on What Lies Ahead

In today’s fast-changing world, the issue of digitalisation – or “tech” – is rapidly moving up the agenda. This observation also very much applies to the anti-fraud domain. On the occasion of the 25th anniversary of the European Anti-Fraud Office (OLAF) in 2024, this article provides a retrospective of the progressive digitalisation of work at the Office. Arriving at today’s “digital first” paradigm has been a long journey since OLAF’s humble digital beginnings in 1999. The authors also review the parallel evolution of OLAF’s legal framework for data collection and data processing, and they offer some reflections on further digital challenges ahead.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: 25 Years of OLAF: Looking Back and Ahead

The article examines the evolution of the European Anti-Fraud Office over the past 25 years from its establishment in 1999 to its current role as a pivotal player in the fight against fraud affecting the EU’s financial interests. It starts by tracing OLAF's origins to its predecessor, the Unit for the Coordination of Fraud Prevention, and the circumstances surrounding OLAF’s creation as a response to major corruption scandals. The article goes on to analyse the legal framework underpinning OLAF’s mandate, in particular Regulation No. 883/2013 and Directive 2017/1371 on the fight against fraud to the Union’s financial interests by means of criminal law, which expanded OLAF's scope and facilitated its cooperation with the European Public Prosecutor’s Office. Furthermore, OLAF's evolving relationship with the EPPO is explored and significant case law that has shaped OLAF’s investigative powers and procedural safeguards highlighted. The article concludes by reflecting on OLAF’s achievements and the challenges it faces in combating fraud in an increasingly complex and multifaceted international financial landscape.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Taak en verantwoordelijkheid van bestuurders en commissarissen voor mensenrechten, milieu en klimaat

De EU Corporate Sustainability Due Diligence Directive is in essentie een beleidsdocument, zo zal ik hierna betogen en illustreren. Het doel van de CSDDD is dat ondernemingen mensenrechten, milieu en klimaat nadrukkelijk in hun beleidsafwegingen betrekken. Wat betreft mensenrechten en milieu gaat het dan met name om praktijken die zich buiten de EU afspelen onder het oog van aldaar gevestigde dochtervennootschappen en zakenrelaties in de activiteitenketen. De CSDDD introduceert een zorgplicht voor grote ondernemingen om te achterhalen of aldaar sprake is van inbreuken op mensenrechten en milieu en, als dat het geval is, zich in te zetten om daar via de band die er met die 'buitenlandse' ondernemingen bestaat, iets aan te doen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: De implementatie van het civielrechtelijke aansprakelijkheidsregime onder de CSDDD

De Corporate Sustainability Due Diligence Directive verplicht rechtspersonen – kort gezegd – om negatieve effecten op mensenrechten en milieu te identificeren en aan te pakken. De kern van deze bijdrage richt zich op het civielrechtelijke aansprakelijkheidsregime, opgenomen in artikel 29 CSDDD, en de implementatie daarvan in de Wet internationaal en verantwoord ondernemen. De Nederlandse wetgever implementeert de CSDDD ‘zuiver en lastenluw’. Dit brengt met zich mee dat het aansprakelijkheidsregime ex artikel 29 CSDDD grotendeels wordt geïmplementeerd over de band van de reeds bestaande artikelen 6:162 en 6:163 BW. Hiermee slaat de wetgever een bekende weg in, maar een nadere analyse van artikel 29 CSDDD en de implementatie daarvan laat zien dat er nieuwe obstakels zijn, waarmee partijen en rechters mogelijk geconfronteerd zullen worden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Proefschrift: Betrouwbaarheid van getuigenverklaringen in het strafrecht

Getuigenverklaringen spelen een centrale rol in strafzaken, maar hun betrouwbaarheid is niet vanzelfsprekend. Uit rechtspsychologisch onderzoek blijkt dat getuigen onderhevig zijn aan talloze beïnvloedende factoren. Fouten kunnen ontstaan tijdens het waarnemen van een gebeurtenis, het opslaan van herinneringen, of het reproduceren ervan. Bovendien is het mogelijk dat getuigen bewust onjuiste informatie verstrekken. Indien de rechter een onware getuigenverklaring als bewijs toelaat, kunnen fatale fouten optreden: een schuldige verdachte wordt vrijgesproken of een onschuldige veroordeeld. Kesteloo onderzoekt daarom in haar proefschrift hoe het Nederlandse strafrecht omgaat met deze risico’s, en in hoeverre het systeem getuigenverklaringen betrouwbaar en eerlijk weet te benutten.

Read More
Print Friendly and PDF ^