Conclusie AG over relatie tussen wederrechtelijk verkregen voordeel en veroordeling wegens valsheid in geschrifte

Parket bij de Hoge Raad 6 april 2021, ECLI:NL:PHR:2021:286

De steller van het middel bestrijdt het oordeel van het hof dat aannemelijk is geworden dat de betrokkene door middel van of uit de baten van het bewezen verklaarde feit wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. Volgens de steller van het middel zijn de contante onttrekkingen van geld van de rechtspersoon mogelijk gemaakt door het uitlenen van personeel en niet door de valselijk opgemaakte bedrijfsadministratie.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Advocaat stelt zich niet volgens de regels. AG concludeert dat er ruimte is voor coulance.

Parket bij de Hoge Raad 6 april 2021, ECLI:NL:PHR:2021:345

In de cassatieschriftuur wordt – onder verwijzing naar HR 5 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2250 – de stelling betrokken dat de email “bezwaarlijk anders kan worden verstaan dan als stelbrief in de zin van art. 38 Sv (…), zodat aan de raadsvrouw krachtens art. 48 Sv een afschrift van de dagvaarding in hoger beroep had moeten worden verzonden.” Nu dat niet is gebeurd, is van een geldige behandeling van de zaak ter terechtzitting in hoger beroep buiten aanwezigheid van de verdachte en haar raadsvrouw geen sprake geweest, en moet het arrest worden vernietigd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hoge Raad Jaarverslag 2020: Het jaar 2020 belichtte de vitale functie van de rechtspraak in de samenleving

Deze week bracht de Hoge Raad het jaarverslag over 2020 uit. Daarin wordt verslag gedaan van de taakvervulling van de Hoge Raad in 2020. Als gevolg van de gezondheidscrisis werd de rechtspraak in 2020 met nieuwe dringende vragen geconfronteerd, een duidelijke illustratie van de vitale functie die de rechtspraak in de samenleving heeft. Vragen als ‘Mag een rechter wegens de coronamaatregelen ermee volstaan iemand in zijn zaak alleen telefonisch te horen?’ en ‘Mag een rechter die in quarantaine is thuis online meedoen aan de behandeling en een beslissing van een zaak samen met twee rechters in het gerechtsgebouw?’ bereikten de Hoge Raad.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hoge Raad over strafbare poging

Hoge Raad 30 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:389

De Hoge Raad legt in zijn arrest uit dat voor een strafbare poging is vereist dat sprake is van gedragingen die kunnen worden gezien als een begin van uitvoering van het misdrijf dat de verdachten willen plegen. Om in een concreet geval te beoordelen of van dat soort gedragingen sprake is, is van belang hoe dicht die gedragingen bij de voltooiing van het misdrijf lagen en hoe concreet die daarop waren gericht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Binnendringen in een woning bij een ander in gebruik kan alsnog wederrechtelijk zijn als dit gebeurt met toestemming van de eigenaar van de woning

Hoge Raad 23 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:426

Voor zover het cassatiemiddel berust op de opvatting dat het binnendringen in een woning bij een ander in gebruik niet “wederrechtelijk” kan zijn als dit gebeurt met toestemming van de eigenaar van de woning, faalt het omdat die opvatting in zijn algemeenheid onjuist is. Daarbij is van belang dat artikel 138 Sr het huisrecht van een ander, dat hij ontleent aan de feitelijke bewoning, beoogt te beschermen (vgl. HR 4 september 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA4943).

Read More
Print Friendly and PDF ^