HR: Voor 'schenden’ ambtsgeheim is noodzakelijk dat geheime gegevens aan een derde worden bekendgemaakt

Hoge Raad 7 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:523

Het middel stelt de rechtsvraag aan de orde of “het voor zichzelf ontsluiten van informatie, zonder de informatie te delen met, dan wel ter kennis te brengen aan een derde” het “schenden van een geheim” in de zin van art. 272 Sr kan opleveren. In de toelichting op het middel wordt opgemerkt dat het openbaar ministerie in zaken die zich hebben voorgedaan ná het in de onderhavige zaak bestreden arrest, naar dit arrest verwijst, en dat het dan ook van groot belang is voor de juridische praktijk dat er duidelijkheid komt over wat onder het schenden van het ambtsgeheim als bedoeld in art. 272 Sr begrepen moet worden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verzet tegen strafbeschikking kan gedaan worden door een bij bijzondere volmacht door verdachte schriftelijk gemachtigde, enkel bij verschijning van deze gemachtigde op het parket

Hoge Raad 31 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:551

Op grond van artikel 257 lid 3 Sv kan het doen van verzet (ook) geschieden door een bij bijzondere volmacht door de verdachte schriftelijk gemachtigde. Die aldus schriftelijk gemachtigde dient zelf op het parket te verschijnen en aldaar die volmacht over te leggen. De wet biedt niet de mogelijkheid dat een dergelijke volmacht anders dan in persoon op het parket wordt overgelegd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Uitkomst cassatie in het belang van de wet: Grote mate van beoordelingsvrijheid voor rechter bij vergoeding proceskosten in Mulderzaken

Hoge Raad 7 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:563

Bij de vergoeding van proceskosten in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet Mulder) komt de rechter een grote mate van beoordelingsvrijheid toe. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld naar aanleiding van een vordering tot cassatie in het belang van de wet tegen een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Principiële uitspraak HR over verschoningsrecht van rechtspersonen

Hoge Raad 3 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:600

Vorige week heeft de Hoge Raad (in civilibus) een principiële uitspraak gedaan ten aanzien van het verschoningsrecht. Deze zaak gaat over de vraag of vennootschappen die voorwerp zijn van een enquête zich jegens de onderzoekers bij het verstrekken van documenten die de onderzoekers in het kader van de enquête hebben opgevraagd kunnen beroepen op een (afgeleid) verschoningsrecht, in het bijzonder of zij de onderzoekers mogen weigeren inzage te geven in verschoningsgerechtigde informatie die is opgenomen in onder meer notulen van het bestuur en de raad van commissarissen en in bestuursbesluiten van de vennootschappen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Het voorhanden hebben van een vuurwapen: wat kan men van een minderjarige verdachte verwachten?

Noot onder HR 31 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:504

Door Sam van de Akker, Baumgardt Strafcassatie Advocatuur

Op 5 november 2019 nam de procureur-generaal bij de Hoge Raad, Silvis, een – vanuit het perspectief van de verdediging - hoopgevende conclusie over het voorhanden hebben van vuurwapens (conclusie procureur-generaal J. Silvis 5 november 2019, ECLI:NL:PHR:2019:1109).

Read More
Print Friendly and PDF ^