Middelen over bewijs van feitelijke leiding geven aan bedrieglijke bankbreuk

Parket bij de Hoge Raad 21 januari 2020, ECLI:NL:PHR:2020:220

Volgens de steller van het middel heeft het hof de vraag of de ten laste gelegde gedragingen aan de rechtspersonen kan (kunnen) worden toegerekend, niet of onvoldoende concreet beantwoord. Met het arrest van 26 april 2016 heeft de Hoge Raad beoogd op hoofdlijnen een verduidelijking te bieden van het beslissingskader met betrekking tot de strafrechtelijk aansprakelijkheid voor het feitelijk leidinggeven aan een door een rechtspersoon verrichte verboden gedraging.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Profijtontneming & andere strafbare feiten: Zijn verdiensten uit privéhandel die door betrokkene niet fiscaal zijn verantwoord aan te merken als legale inkomsten?

Hoge Raad 3 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:365

Het cassatiemiddel komt op tegen het oordeel van het hof dat bij de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel geen rekening dient te worden gehouden met eventuele verdiensten van de betrokkene uit de privéhandel in auto’s “reeds omdat deze verdiensten door de veroordeelde niet fiscaal zijn verantwoord en dus niet als legale inkomsten kunnen worden gezien”.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling van schipper binnenvaartschip wegens schuld aan fatale aanvaring pleziervaartuig definitief

Hoge Raad 10 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:392

De veroordeling van een Duitse schipper wegens schuld aan een aanvaring met een pleziervaartuig met dodelijke afloop in Ridderkerk op 16 oktober 2013 blijft in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. Van de drie opvarenden van het pleziervaartuig, een echtpaar met hun jongvolwassen dochter, overleefde het echtpaar de aanvaring niet.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over voorwaardelijk opzet & vrijwillige terugtred

Parket bij de Hoge Raad 3 maart 2020, ECLI:NL:PHR:2020:197

Voorwaardelijk opzet bij een berispelijke gedraging vereist het bewust aanvaarden van een aanmerkelijke kans dat door die gedraging een bepaald gevolg – zoals in dit geval zwaar lichamelijk letsel – zal intreden. Voor de vaststelling dat de verdachte zich met zijn gedraging willens en wetens heeft blootgesteld aan een zodanige kans bestaan dus drie samenhangende condities, te weten (i) de aanmerkelijke kans dat het gevolg door de gedraging zal intreden, (ii) de wetenschap bij de verdachte van het bestaan van die kans, en (iii) het (ten tijde van de gedraging) bewust aanvaarden van die kans c.q. het op de koop toenemen daarvan.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt overwegingen m.b.t. begrip ‘rechtstreekse schade’, i.c. door hypotheekhouder geleden schade a.g.v. het beschadigen gebouw

Hoge Raad 3 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:368

De verdachte huurde een pand waarin hij een hotel exploiteerde. De eigenaar van het pand, [A] is failliet gegaan. Op het pand rustte een hypotheekrecht van de Rabobank. De verdachte had met de Rabobank afgesproken dat hij zijn huur rechtstreeks aan de bank zou overmaken omdat de hypotheekgever, A, de hypotheeklasten niet voldeed. De verdachte betaalde de huur niet en moest na een vonnis van de kantonrechter het pand ontruimen. Hem is ten laste gelegd dat hij toen schade heeft toegebracht aan het pand en dat hij goederen die zich in het pand bevonden, heeft vernield dan wel verduisterd.

Read More
Print Friendly and PDF ^