Middelen over bewijs van feitelijke leiding geven aan bedrieglijke bankbreuk
/Parket bij de Hoge Raad 21 januari 2020, ECLI:NL:PHR:2020:220
Volgens de steller van het middel heeft het hof de vraag of de ten laste gelegde gedragingen aan de rechtspersonen kan (kunnen) worden toegerekend, niet of onvoldoende concreet beantwoord. Met het arrest van 26 april 2016 heeft de Hoge Raad beoogd op hoofdlijnen een verduidelijking te bieden van het beslissingskader met betrekking tot de strafrechtelijk aansprakelijkheid voor het feitelijk leidinggeven aan een door een rechtspersoon verrichte verboden gedraging.
Read More