HR herhaalt: betrekken van een niet tenlastegelegd feit bij de strafoplegging

Hoge Raad 29 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:112

Het middel klaagt over schending van de artikelen 359, vijfde lid, Sv en 415 Sv, aangezien het hof de strafoplegging onbegrijpelijk, althans ontoereikend heeft gemotiveerd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hoge Raad bespreekt de betekenis van EHRM-rechtspraak over niet-ondervraagde getuigen en ‘significant weight’

Hoge Raad 29 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:123

In het arrest van 4 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1016 heeft de Hoge Raad, mede onder verwijzing naar deze uitspraak van het EHRM, geoordeeld dat de rechter, in het geval dat de bewezenverklaring naar zijn oordeel "in beslissende mate" op een door een getuige afgelegde verklaring wordt gebaseerd terwijl een behoorlijke en effectieve mogelijkheid om die getuige te ondervragen heeft ontbroken, ervan blijk dient te geven te hebben onderzocht of het ontbreken van die mogelijkheid in voldoende mate is gecompenseerd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Beslag ex art. 1:37.1 Algemene douanewet op personenauto kennelijk ingericht of toegerust om goederen aan ambtelijk toezicht te onttrekken: Behoorlijke oproeping voor behandeling klaagschrift?

Hoge Raad 22 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:9

Art. 1:37 lid 6 Adw bepaalt dat de rechtbank het klaagschrift als bedoeld in het vijfde lid van dat artikel behandelt op de voet van het bepaalde in artikel 552b Sv. Op de procedure van art. 552b Sv zijn de algemene bepalingen voor de raadkamerbehandeling van art. 21 – 25 Sv van toepassing. Volgens art. 23 lid 2 Sv moet de belanghebbende voor de raadkamerbehandeling worden opgeroepen. Een verzuim hiervan raakt een wezenlijke grondslag van de raadkamerprocedure en brengt nietigheid van het onderzoek mee, ook al is dat gevolg niet met zoveel woorden in de wet opgenomen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen m.b.t. kwalificatie-uitsluitingsgrond indien witwassen bestaat uit verwerven / voorhanden hebben van 'onmiddellijk' uit 'eigen' misdrijf afkomstige voorwerpen

Hoge Raad 22 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:78

Het Hof heeft de verdachte vrijgesproken van het witwassen van de in de tenlastelegging genoemde geldbedragen en daartoe overwogen dat "niet kan worden uitgesloten dat deze bedragen afkomstig zijn uit enig door verdachte zelf begaan misdrijf". Aldus heeft het Hof kennelijk beoogd toepassing te geven aan de hiervoor weergegeven rechtspraak van de Hoge Raad met betrekking tot de zogeheten kwalificatie-uitsluitingsgrond die de Hoge Raad heeft aanvaard indien, kort gezegd, het bewezenverklaarde witwassen bestaat uit het verwerven of voorhanden hebben van voorwerpen die 'onmiddellijk' uit 'eigen' misdrijf afkomstig zijn.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Kan een schriftelijke vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij als wettig bewijsmiddel worden gebruikt?

Hoge Raad 22 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:91

Uit de vaststellingen van het hof volgt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling en belediging van een ambtenaar (hoofdconductrice). De rechtbank had de verdachte partieel vrijgesproken omdat naar haar oordeel niet kon worden bewezen dat de aangeefster ten tijde van het gebeuren een ambtenaar was in de zin van de wet. Het hof heeft dit onderdeel van de tenlastelegging evenwel wél bewezenverklaard en daarbij vastgesteld dat de aangeefster in haar hoedanigheid van bijzonder opsporingsambtenaar (BOA) is beledigd en mishandeld. Het hof ontleende dit gegeven mede aan de vordering tot schadevergoeding die de aangeefster als benadeelde partij had ingediend. Het gebruik van deze vordering tot het bewijs staat in cassatie centraal.

Read More
Print Friendly and PDF ^