Strafbaarstelling van Wet natuurbescherming naar nieuwe Omgevingswet: Geen gewijzigd inzicht wetgever
/Gerechtshof Amsterdam 24 mei 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:1470
Deze zaak draait om de invoer van karko- en leguanenvlees. Ten tijde van het plegen van dit delict was dit strafbaar op grond van artikel 3.37, lid 1 van de Wet natuurbescherming jo 3.14 van de Regeling natuurbescherming jo artikel 4 van de Basisverordening EG nr. 338/97, artikel 1a, 2 en 6 WED. Sinds 1 januari 2024 is dit opgenomen in de nieuwe Omgevingswet en strafbaar op grond van artikel 4.3, tweede lid, aanhef en onder a Omgevingswet en artikel 11.93 van het Besluit activiteiten leefomgeving, jo artikel 1a, 2 en 6 van de WED. De Omgevingswet bevat voor zover hier van belang geen overgangsrecht. Nu de Omgevingswet dezelfde gedragingen strafbaar stelt als de Natuurbeschermingswet en ook de daarmee corresponderende strafbedreiging niet gewijzigd is in gunstiger zin voor de verdachte, dient het tenlastegelegde te worden beoordeeld aan de hand van het ten tijde van het delict geldende recht.
Read More