Uitspraak ontnemingszaak na in hoger beroep getroffen schikking met OM

Gerechtshof Amsterdam 21 januari 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:239

Het hof hecht eraan op te merken dat het in onderhavige zaak niet gaat om een schikking in de zin van artikel 511c van het Wetboek van Strafvordering. De in dat artikel geregelde situatie ziet op de totstandkoming van een schriftelijke schikking tussen het openbaar ministerie en de veroordeelde zolang het onderzoek ter terechtzitting bij de rechtbank nog niet is gesloten.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hof: Schriftelijke volmacht van advocaat aan griffiemedewerker tot instellen hoger beroep voldoet niet aan de eisen

Gerechtshof Den Haag 3 april 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:860

Volgens jurisprudentie van de Hoge Raad (zie onder meer HR 22 december 2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ7810 en HR 19 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2411) kan een door de verdachte daartoe bepaaldelijk gevolmachtigde advocaat schriftelijk hoger beroep doen instellen op de wijze als bedoeld in artikel 450, derde lid, Sv.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Brexit & vluchtgevaar

Gerechtshof Amsterdam 6 februari 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:537

Deze zaak betreft hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 21 januari 2019, voor zover houdende bevel tot zijn gevangenhouding. Bij de behandeling in raadkamer heeft de raadsvrouw namens de verdachte een mondeling schorsingsverzoek gedaan.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Benadeelde partij niet-ontvankelijk: vordering immateriële schade door rechtspersoon

Gerechtshof Den Haag 10 april 2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:850

De verdachte heeft in deze zaak als boekhouder/hoofd administratie meer dan € 200.000 op zijn eigen rekening laten overmaken. Hij wordt veroordeeld voor verduistering in dienstbetrekking (art. 322 Sr). In het onderhavige strafproces heeft bedrijf 1 zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële en immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 1 ten laste gelegde, tot een totaalbedrag van bedrag van € 130.688,68 (te weten € 25.000 aan immateriële schade, € 86.568,68 aan fraudeschade en € 19.120 aan herstelkosten).

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vrijspraak verduistering na onverschuldigde betaling

Gerechtshof Amsterdam 28 januari 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:190

Ingevolge artikel 6:204 van het Burgerlijk Wetboek is degene die een ander zonder rechtsgrond een goed heeft gegeven gerechtigd dit van de ontvanger als onverschuldigd terug te vorderen. De verdachte heeft dit vorderingsrecht erkend en gedeeltelijk hieraan uitvoering gegeven door eenmalig een bedrag van €100,00 aan Bedrijf 1 te voldoen. Voor een executoriale titel (ter uitwinning van het vorderingsrecht) kan Bedrijf 1 zich wenden tot de civiele rechter. De eerste stappen hiertoe met behulp van een rechtsbijstandsverzekeraar waren gezet.

Read More
Print Friendly and PDF ^