HR schetst kader beklag ex art. 552a Sv over ‘hoogst onwaarschijnlijk’-maatstaf, proportionaliteit en subsidiariteit voortzetting beslag, hernieuwd beklag en inrichting stelsel van rechtsmiddelen

Hoge Raad 31 januari 2023, ECLI:NL:HR:2023:128

Bij de beoordeling van een klaagschrift van de beslagene dat is gericht tegen een beslag dat is gelegd op grond van artikel 94 Sv, moet de rechter a. beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo nee, b. de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd. Het belang van strafvordering houdt hierbij verband met het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Beklag tegen beslag op Surinaamse gelden opnieuw gegrond verklaard

Gerechtshof Amsterdam 10 januari 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:22

Het gerechtshof Amsterdam heeft het strafvorderlijke beslag dat in april 2018 te Schiphol is gelegd op een geldzending uit Suriname van 19,5 miljoen euro in contanten, opnieuw opgeheven. Het hof heeft dat beslist, na verwijzing door de Hoge Raad. In december 2019 besliste de rechtbank in dezelfde zin. De Centrale Bank van Suriname (CBvS) deed samen met drie Surinaamse handelsbanken beklag tegen de inbeslagname. De rechtbank honoreerde de klacht van CBvS, omdat de beslaglegging van het geld strijdig zou zijn met het internationaal publiekrecht. CBvS, staatsorgaan van Suriname en de verzender van het geld, kwam volgens de rechtbank immuniteit van strafvorderlijk beslag toe. 

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conservatoir beslag na verdenking van handelen met voorwetenschap: Klaagschrift ex artikel 552a Sv ongegrond in Hunter Douglas-zaak

Rechtbank Amsterdam 15 november 2022, ECLI:NL:RBAMS:2022:6629

Op 3 januari 2022 heeft de AFM mogelijke handel met voorwetenschap gesignaleerd door handelaren van klaagster in aandelen Naam aandelen. Klaagster heeft aangevoerd dat, nu de AFM haar eigen onderzoek heeft afgerond en zij in haar onderzoek naar de vermeende overtreding van artikel 14, aanhef en onder a, van de Verordening Marktmisbruik (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik de argumentatie van klaagster volgt waarom er geen redelijk vermoeden van marktmisbruik is ontstaan, daaruit tevens dient te worden afgeleid dat er op dit moment geen redelijk vermoeden meer voor handel met voorwetenschap (art 14 MAR) bestaat. Deze conclusie neemt de raadkamer echter niet over. Immers volgt uit het door klaagster overgelegde vonnis in kort geding dat de AFM ter zitting van de voorzieningenrechter heeft toegelicht dat en waarom de AFM hiermee niet is teruggekomen op haar standpunt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt hanteren maatstaven als ex art. 94a Sv beslag rust op voorwerp en derde in beklagprocedure ex art. 552a Sv om teruggave verzoekt

Hoge Raad 20 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1201

Bij de beoordeling van het eerste cassatiemiddel moet worden vooropgesteld dat de rechter in een geval waarin op grond van artikel 94a Sv beslag is gelegd en een derde in een beklagprocedure op de voet van artikel 552a Sv om teruggave verzoekt, als maatstaf moet aanleggen of buiten redelijke twijfel staat dat die derde als eigenaar van dat inbeslaggenomen voorwerp moet worden aangemerkt. De rechter moet daarvan in zijn beslissing blijk geven. Als die derde als eigenaar wordt aangemerkt zal de rechter ook moeten onderzoeken, en daarvan blijk moeten geven, of zich de situatie van artikel 94a lid 4 of 5 Sv voordoet.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Beklag tegen beslag gegrond wegens nemo tenetur

Rechtbank Oost-Brabant 13 september 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:3989

De rechtbank acht het beklag tegen het in deze zaak gelegde beslag gegrond met het oog op nemo tenetur. Na bestudering van de door de klaagster toegezonden stukken komt de economische raadkamer tot de conclusie dat ten aanzien van een aantal onder klaagster in beslag genomen documenten sprake is van verklaringen die van dien aard zijn, dat het recht van (vertegenwoordigers van) klaagster om tijdens een eventuele strafprocedure te zwijgen in de zittingszaal van haar betekenis zou zijn ontdaan als klaagster deze stukken uitlevert. De natuurlijke personen die deze documenten hebben opgesteld zijn bovendien in een zo sterke mate met de rechtspersoon verweven, zo maakt de economische raadkamer uit deze stukken op, dat klaagster zich ten aanzien van hun verklaringen, zoals die in deze stukken zijn vervat, op het recht op nemo tenetur kan beroepen. Om die reden hoeft klaagster deze documenten niet te overhandigen. Het beklag tegen beslag ten aanzien van deze documenten is dan ook gegrond.

Read More
Print Friendly and PDF ^