Vervalste boekhouding en onjuiste btw-aangiften: ondernemer veroordeeld na procesafspraken
/Rechtbank Zeeland-West-Brabant 10 oktober 2025, ECLI:NL:RBZWB:2025:7164
De rechtbank veroordeelt een vrouwelijke ondernemer voor valsheid in geschrift en belastingfraude. Zij vervalst tientallen facturen en doet onjuiste btw-aangiften namens haar vennootschap. Tussen het OM en de verdediging zijn procesafspraken gemaakt, waaronder terugbetaling en een taakstraf. Verdachte stemt vrijwillig en weloverwogen met deze afspraken in. De rechtbank acht de feiten wettig en overtuigend bewezen. Er wordt een taakstraf van 40 uur opgelegd, met aftrek van voorarrest.
Context van de zaak
De rechtbank Zeeland-West-Brabant behandelt een strafzaak tegen een natuurlijk persoon, een vrouwelijke verdachte geboren in 1975, woonachtig te Groede. Zij is ondernemer en feitelijk leidinggevende van een besloten vennootschap, aangeduid als B.V., waarvan zij ook de oprichter en bestuurder is. De strafzaak betreft het gebruik van valse documenten en het onjuist doen van omzetbelastingaangiften. De zaak is op tegenspraak behandeld, waarbij tussen het openbaar ministerie en de verdediging procesafspraken zijn gemaakt, vastgelegd in een afdoeningsvoorstel dat door beide partijen en de verdachte in juni en juli 2025 is ondertekend.
De tenlastelegging
De verdachte wordt verweten dat zij zich in de periode van 17 januari 2021 tot en met 2 december 2021 schuldig maakt aan valsheid in geschrift, door een groot aantal documenten te vervalsen of valselijk op te maken. Deze documenten omvatten onder meer suppletie-aangiften omzetbelasting en tientallen valse of vervalste facturen van verschillende bedrijven. Daarnaast wordt haar verweten dat zij in de periode van 5 april 2021 tot en met 27 oktober 2021 als feitelijk leidinggevende van B.V. opzettelijk onjuiste aangiften omzetbelasting indient over drie kwartalen, waardoor te weinig belasting wordt geheven.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht de feiten wettig en overtuigend bewezen en rekvireert tot een taakstraf van 40 uur, met aftrek van het voorarrest. Deze strafeis is conform de in het afdoeningsvoorstel gemaakte afspraken. Daarbij wordt opgemerkt dat verdachte reeds is begonnen met terugbetaling aan de Belastingdienst en dat hierover een vaststellingsovereenkomst is bereikt.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging, gevoerd door mr. M.C. Geijtenbeek, sluit zich aan bij het afdoeningsvoorstel. Verdachte ziet af van het voeren van bewijsverweren en doet geen verzoek tot nader onderzoek. De verdediging verzoekt de rechtbank om de overeengekomen straf van 40 uur taakstraf op te leggen, met aftrek van het voorarrest van twee dagen (gelijkgesteld aan vier uur), hetgeen neerkomt op 36 uur te verrichten taakstraf.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank constateert dat de procesafspraken op vrijwillige basis tot stand zijn gekomen en dat verdachte volledig op de hoogte is van de betekenis en rechtsgevolgen van haar instemming. Zij erkent de feiten en aanvaardt de gevolgen van de strafrechtelijke afdoening. De rechtbank merkt op dat zij niet gebonden is aan het afdoeningsvoorstel, maar bij toetsing tot de conclusie komt dat de afspraken voldoen aan de vereisten van een eerlijk proces, zoals bedoeld in artikel 6 van het EVRM.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig maakt aan het vervalsen van tientallen documenten, waaronder suppletie-aangiften en valse facturen van uiteenlopende bedrijven, alsmede aan het doen van onjuiste belastingaangiften over drie kwartalen in 2021. De verdachte voert daarbij feitelijk de leiding over de strafbare gedragingen binnen haar vennootschap.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart bewezen dat verdachte:
Meermalen geschriften vervalst of valselijk heeft opgemaakt, waaronder suppletie-aangiften omzetbelasting en diverse facturen, waarbij onder meer onjuiste bedragen, niet-bestaande factuurnummers, fictieve klantgegevens, en verzonnen of weggelaten bankmutaties zijn gebruikt.
Als feitelijk leidinggevende van B.V. meermalen opzettelijk onjuiste aangiften omzetbelasting heeft ingediend, waarbij telkens te weinig belasting wordt opgegeven met als gevolg dat te weinig belasting wordt geheven.
De strafoplegging
De rechtbank onderkent de ernst van de feiten. Het opzettelijk vervalsen van zakelijke documenten en het onjuist doen van belastingaangiften ondermijnen het vertrouwen in het belastingstelsel. Zulke gedragingen kunnen leiden tot benadeling van de gemeenschap en een oneerlijke verdeling van de belastingdruk.
De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmaat rekening met het feit dat verdachte eerder niet met justitie in aanraking is geweest, dat zij kampt met psychische klachten, waaronder PTSS, paniekstoornissen en een depressieve stoornis waarvoor zij behandeling is gestart. Tevens weegt de rechtbank mee dat verdachte inmiddels afspraken met de Belastingdienst heeft gemaakt over terugbetaling van de onterecht ontvangen bedragen.
De rechtbank komt tot het oordeel dat de overeengekomen taakstraf proportioneel en passend is binnen de kaders van soortgelijke zaken. Zij legt verdachte daarom een taakstraf op van 40 uur, met aftrek van twee dagen voorarrest (vier uur), zodat 36 uur resteert. Indien de taakstraf niet naar behoren wordt uitgevoerd, volgt vervangende hechtenis van 20 dagen.
Lees hier de volledige uitspraak.
