Vacaturefraudeur veroordeeld tot celstraf na geraffineerde oplichtingspraktijken via nepbanen

Rechtbank Noord-Holland 29 oktober 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:12894

De rechtbank Noord-Holland veroordeelt een man tot 12 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 voorwaardelijk, wegens medeplegen van vacaturefraude. De verdachte misleidt zes slachtoffers via nepbanen op websites zoals Indeed. Hij verzamelt persoonlijke gegevens en sluit hiermee onrechtmatig telefoonabonnementen af. De rechtbank acht medeplegen bewezen op basis van o.a. zendmastgegevens en aangetroffen bestanden. Van witwassen wordt de verdachte vrijgesproken. Twee slachtoffers krijgen deels schadevergoeding toegewezen.

Context van de zaak

De rechtbank Noord-Holland buigt zich over de strafzaak tegen een mannelijke verdachte, een natuurlijk persoon, die wordt vervolgd voor zijn betrokkenheid bij grootschalige vacaturefraude. De verdachte staat terecht voor medeplegen van oplichting van zes personen door het creëren van geloofwaardige, maar valse vacatures op websites zoals Indeed en Marktplaats. De fraude vindt plaats tussen 3 oktober 2023 en 26 februari 2024, voornamelijk vanuit Almere. De verdachte is tijdens de procedure gedetineerd in het Justitieel Complex Zaanstad.

De fraude komt aan het licht na meerdere aangiften waarbij telkens eenzelfde werkwijze wordt beschreven: slachtoffers reageren op vacatures, voeren sollicitatiegesprekken met vermeende uitzendbureaumedewerkers, worden verzocht persoonlijke gegevens aan te leveren en scannen tijdens een Zoom-sessie QR-codes voor vermeende werkmaterialen. Vervolgens worden hun gegevens gebruikt om telefoonabonnementen op naam van de slachtoffers af te sluiten. De toestellen worden naar hen verzonden en, op verzoek van de fraudeurs, retour gestuurd naar pakketpunten. Daarna is elk contact met de zogenoemde recruiter verbroken.

Tenlastelegging

De verdachte wordt verweten dat hij zich, samen met een of meer mededaders, schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van oplichting door middel van een samenweefsel van verdichtsels. Het gaat om het misleiden van acht benadeelden tot het afgeven van telefoons, persoonsgegevens en andere gevoelige gegevens via valse vacatures. Daarnaast wordt hem verweten dat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan het witwassen van de op die manier verkregen telefoons.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie acht beide ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. Er wordt een gevangenisstraf van vijftien maanden geëist, met aftrek van het voorarrest. Tevens wordt verbeurdverklaring gevorderd van verschillende in beslag genomen elektronische apparaten die zijn gebruikt bij het plegen van de feiten.

Standpunt van de verdediging

De raadsman van de verdachte bepleit partiële vrijspraak van de oplichtingen jegens drie specifieke aangevers, nu het bewijs volgens hem daarvoor ontbreekt. Voor het vermeende witwassen stelt de verdediging dat er geen directe link is tussen de verdachte en de fysieke verkrijging van de telefoons. Mocht de rechtbank toch tot een bewezenverklaring komen, dan wordt verzocht een straf op te leggen die gelijk is aan het reeds ondergane voorarrest, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank komt tot een genuanceerde beslissing. Ten aanzien van feit 1 acht zij bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van oplichting van zes slachtoffers. De rechtbank spreekt de verdachte vrij van de oplichtingen jegens twee aangevers vanwege onvoldoende direct bewijs. Ook feit 2, het witwassen van telefoons, wordt niet bewezen geacht, nu niet kan worden vastgesteld dat de verdachte de telefoons daadwerkelijk in bezit heeft gehad na retournering.

De rechtbank acht aannemelijk dat de verdachte een organiserende en aansturende rol heeft gespeeld binnen de frauduleuze constructie. Bewijs daarvoor wordt onder meer gevonden in historische zendmastgegevens, IP-adresanalyses, aangetroffen persoonsgegevens van slachtoffers op zijn apparaten en onderschepte communicatie met medeverdachten.

Bewezenverklaring

De verdachte wordt veroordeeld voor het medeplegen van oplichting van zes personen. Hij heeft hen, door gebruik te maken van nepvacatures, valse identiteiten en valse procedures, bewogen tot het verstrekken van persoonlijke gegevens en het aangaan van verplichtingen, zoals telefoonabonnementen, met als doel wederrechtelijke bevoordeling.

Strafoplegging

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank houdt daarbij rekening met de ernst van de feiten, de kwetsbare positie van de slachtoffers en het maatschappelijk ontwrichtende karakter van de gepleegde fraude. De rechtbank komt tot een lagere straf dan door het Openbaar Ministerie geëist, vanwege de vrijspraak van een deel van de tenlastelegging.

Beslag

De rechtbank verklaart vier elektronische apparaten, waaronder twee smartphones en twee laptops, verbeurd. Deze zijn gebruikt bij de uitvoering van de strafbare feiten. Drie andere in beslag genomen voorwerpen worden aan de verdachte teruggegeven.

Vorderingen van benadeelde partijen

De rechtbank behandelt drie vorderingen van benadeelde partijen:

  • De vordering van benadeelde partij 2 wordt toegewezen tot een bedrag van 100, vermeerderd met wettelijke rente. De verdachte wordt tevens verplicht dit bedrag aan de Staat te betalen als schadevergoedingsmaatregel.

  • De vordering van benadeelde partij 3 wordt volledig toegewezen tot een bedrag van 850,70, eveneens met wettelijke rente en een schadevergoedingsmaatregel.

  • De vordering van benadeelde partij 7 wordt niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte voor deze oplichting is vrijgesproken.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^