AFM presenteert Sector in Beeld 2025: belangrijke trends in de accountancysector, met bijzondere aandacht voor frauderisico’s
/De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft met Sector in Beeld 2025 – Accountancy en Verslaggeving een uitvoerig en datagedreven rapport gepubliceerd dat de ontwikkelingen in de accountancysector in kaart brengt. Het rapport vormt een structurele aanvulling op Trendzicht 2026 en bundelt zowel door accountantsorganisaties aangeleverde data als de resultaten van het toezicht op verslaggeving van uitgevende instellingen. Daarmee biedt het document een breed overzicht van trends die relevant zijn voor zowel controlekwaliteit als het bredere toezichtkader. De AFM benadrukt dat het rapport geen traditioneel jaaroverzicht is, maar een thematische verdieping waarin specifieke risico’s en aandachtspunten worden uitgelicht (p. 3).
De aanleiding voor dit rapport ligt in de voortgaande verbreding van het toezicht. Sinds 2022 houdt de AFM niet alleen toezicht op OOB-accountantsorganisaties, maar ook op organisaties met een reguliere vergunning. Hierdoor beschikt de toezichthouder inmiddels over gegevens van ruim 31.000 wettelijke controles, wat een unieke bron vormt voor het analyseren van trends over meerdere jaren (p. 3). Door deze verbreding ontstaat een gelijkmatiger beeld van de sector, omdat zowel kleine, middelgrote als grote organisaties inzicht geven in hun werkwijze, risicobeoordelingen en controlebenaderingen. Dit maakt het rapport voor juristen die zich bezighouden met financieel-economische criminaliteit bijzonder relevant.
Binnen deze bredere context is vooral het hoofdstuk over fraude opvallend. De AFM analyseert niet alleen hoeveel frauderisico’s accountants signaleren, maar ook hoe deze aantallen zich ontwikkelen en hoe die verschillen tussen typen kantoren. Vanuit het perspectief van toezicht, opsporing en strafrechtelijke handhaving is dit een cruciaal onderdeel. Fraudebestrijding begint immers bij effectieve signalering, en wettelijke controles spelen daarbij een centrale rol. De toename in geïdentificeerde frauderisico’s die de AFM beschrijft, is dan ook relevant voor zowel toezichthouders als de juridische praktijk.
Consultaties en kwaliteitsborging: een sector met duidelijke verschillen
Het rapport laat zien dat accountantsorganisaties in toenemende mate gebruikmaken van consultaties, maar dat de mate waarin zij dat doen sterk varieert. Bij RV-accountantsorganisaties wordt in 32% van de wettelijke controles een consultatie gevraagd, terwijl grote RV-kantoren met 40% duidelijk boven dit gemiddelde uitsteken (p. 9). Dat verschil is relevant, omdat consultaties in de kern bedoeld zijn om tot een meer robuuste professionele oordeelsvorming te komen wanneer complexe vraagstukken zich voordoen. Opvallend is dat kleine RV-kantoren aanzienlijk minder consulteren, namelijk slechts in 14% van de wettelijke controles. Deze discrepantie roept vragen op over de mate waarin kleinere kantoren toegang hebben tot vaktechnische ondersteuning en of zij voldoende waarborgen hanteren om de kwaliteit van controles te borgen.
Bij OOB-accountantsorganisaties liggen de percentages anders. Gemiddeld wordt bij 25% van alle wettelijke controles geconsulteerd door OOB-organisaties, waarbij het percentage oploopt tot 38% bij OOB-specifieke controles en daalt tot 23% bij reguliere controles (p. 9). Interessant is dat de onderwerpen waarover wordt geconsulteerd grotendeels overeenkomen tussen OOB- en RV-organisaties. Vooral thema’s zoals de controleverklaring, continuïteit, onafhankelijkheid, fraude en corruptie blijven terugkerende consultatieonderwerpen (p. 10). Dat bevestigt dat organisatorische verschillen zich vooral uiten in de mate van consulteren, en minder in de aard van de kwesties waarvoor advies wordt ingewonnen.
Het rapport maakt tevens duidelijk dat consultaties niet alleen een instrument zijn om complexe situaties te adresseren, maar ook een indicator vormen voor de volwassenheid van het interne kwaliteitsstelsel van een accountantsorganisatie. Waar grotere kantoren beschikken over gespecialiseerde afdelingen, moeten kleinere kantoren vaker externe vaktechnische ondersteuning inhuren of vertrouwen op sectororganisaties zoals NBA en SRA (p. 10–11). De AFM signaleert dat kleinere RV-kantoren in relatief hogere mate vaktechnische ondersteuning inhuren, wat mogelijk verklaart waarom zij minder vaak formele consultaties registreren. Hierdoor ontstaat een genuanceerd beeld van de kwaliteitsborging binnen de sector, waarin omvang, structuur en risicoprofielen van cliënten belangrijker zijn dan enkel de formele verplichtingen.
Beleid voor oorzakenanalyses: lichte vooruitgang, maar grote verschillen
Het rapport laat een lichte stijging zien in het aantal organisaties dat beschikt over schriftelijk beleid voor oorzakenanalyses. Grote RV-kantoren lopen hierin ver voor op de rest van de sector: maar liefst 56% van hen heeft dit beleid schriftelijk vastgelegd, terwijl dit bij zowel kleine als middelgrote organisaties slechts 28% is (p. 11). Dat verschil is van belang, omdat oorzakenanalyses een expliciete verplichting zijn binnen het kwaliteitsstelsel van accountantsorganisaties en essentieel zijn om structurele verbeteringen te realiseren. Daarmee vormen zij een belangrijke schakel tussen signalering van fouten en daadwerkelijke verbetering van de controlepraktijk.
De AFM benadrukt dat een formeel vastgelegde aanpak voor oorzakenanalyses noodzakelijk is om het lerend vermogen van de organisatie te versterken. Wanneer een organisatie fouten of tekortkomingen constateert, is het cruciaal dat niet alleen het incident wordt opgelost, maar dat ook wordt onderzocht waarom het heeft kunnen ontstaan. Schriftelijk beleid draagt bij aan een systematische benadering en zorgt ervoor dat verbeteringen niet afhankelijk zijn van individuele medewerkers, maar verankerd raken in het bredere kwaliteitsbeleid. Het ontbreken van een formele aanpak kan dus een risico vormen voor terugkerende tekortkomingen, wat op zijn beurt gevolgen kan hebben voor de kwaliteit van wettelijke controles.
Daarnaast laat het rapport zien dat veel organisaties weliswaar oorzakenanalyses uitvoeren, maar deze nog niet altijd formeel hebben vastgelegd. De categorie “beleid dat nog niet formeel is vastgelegd” vormt een substantiële groep, die volgens de AFM in de komende jaren verdere professionaliseringsslagen zal moeten maken (p. 11). Voor juristen die toezien op financieel-economische criminaliteit is dit relevant, omdat tekortschietende oorzakenanalyses kunnen leiden tot structureel gemiste signalen van fraude of onregelmatigheden. Het versterken van dit beleid blijft daarom een belangrijk aandachtspunt binnen de sector.
Verslaggeving van uitgevende instellingen: afname van vragen in desktop reviews
De AFM verricht jaarlijks desktop reviews waarbij de verslaggeving van uitgevende instellingen wordt getoetst aan wet- en regelgeving. Het rapport laat zien dat het aantal desktop reviews waarin vragen worden gesteld, aanzienlijk is gedaald. In 2019 leidde nog 87% van de reviews tot vragen, terwijl dit percentage voor het boekjaar 2023 is gedaald tot 65% (p. 17). Deze daling suggereert dat ondernemingen steeds beter in staat zijn om verslaggevingsregels correct toe te passen. Het betekent echter niet dat er geen tekortkomingen meer worden geconstateerd, omdat vragen die wél worden gesteld vaak leiden tot verdere acties zoals informele mededelingen, formele mededelingen of aanbevelingen (p. 17).
De aard van deze acties verschilt per jaar en hangt af van de ernst van de geconstateerde fouten. Soms volstaat een afspraak dat de fout in de volgende jaarrekening wordt gecorrigeerd, maar in andere gevallen moet een uitgevende instelling een mededeling of zelfs een mededeling met aanbeveling publiceren. Dit laatste gebeurt wanneer sprake is van een materiële fout die correcte informatieverstrekking richting beleggers vereist. Dat onderstreept dat de AFM niet alleen toezicht houdt op de technische toepassing van verslaggevingsnormen, maar ook op de transparantie van ondernemingen richting de markt. Deze verbeterde naleving kan tevens samenhangen met de intensivering van toezichtmethoden in de afgelopen jaren.
Hoewel de daling positief lijkt, plaatst de AFM hierbij expliciet kanttekeningen. De toezichthouder benadrukt dat de afname van vragen ook verband houdt met de selectie van onderwerpen en prioriteiten per jaar. Sommige verslaggevingsonderwerpen zijn complexer dan andere, en verschuivende economische omstandigheden kunnen invloed hebben op de aard van de fouten die worden aangetroffen. Daarom blijft het noodzakelijk om deze trend over meerdere jaren te monitoren, zodat duidelijk wordt welke structurele verbeteringen daadwerkelijk zijn doorgevoerd en welke risico’s blijven bestaan.
Fraude: een duidelijke stijging in geïdentificeerde risico’s
Het meest opvallende onderdeel van Sector in Beeld 2025 betreft het hoofdstuk over fraude. De AFM laat zien dat zowel OOB-accountantsorganisaties als RV-organisaties een duidelijke stijging rapporteren in het aantal geïdentificeerde frauderisico’s. Voor OOB-accountantsorganisaties blijkt uit de cijfers dat het percentage wettelijke controles waarbij meer dan twee frauderisico’s zijn vastgesteld, is gestegen van 42% in 2023 naar 47% in 2024 (p. 15). Hoewel deze cijfers betrekking hebben op drie OOB-organisaties en volgens de AFM nog niet volledig representatief zijn, maakt de trend duidelijk dat frauderisico’s binnen veel controledossiers prominenter aanwezig zijn dan voorheen.
Ook bij RV-accountantsorganisaties laten de cijfers een duidelijke differentiatie zien. Grote en middelgrote RV-kantoren identificeren in respectievelijk 63% en 64% van de wettelijke controles meer dan twee frauderisico’s, terwijl dit bij kleine RV-kantoren slechts 47% is (p. 16). Deze verschillen kunnen duiden op variaties in de complexiteit van cliëntportefeuilles, maar zij kunnen eveneens wijzen op verschillen in ervaring, deskundigheid en inzet van data-analyse. Omdat frauderisico’s vaak verweven zijn met bedrijfscultuur, governance en financieel gedrag, speelt de detectie door accountants een belangrijke rol in de bredere bestrijding van financieel-economische criminaliteit.
Het rapport laat bovendien zien dat het gemiddelde aantal geïdentificeerde frauderisico’s bij RV-organisaties structureel toeneemt. Waar in het derde kwartaal van 2022 gemiddeld 2,8 frauderisico’s per controle werden gesignaleerd, is dat aantal gestegen naar 3,2 in het derde kwartaal van 2025 (p. 16). Deze stijging is relevant, omdat zij niet incidenteel maar structureel is. Dat kan duiden op een reële toename van frauduleuze risico’s in ondernemingen, maar ook op een verbeterde risicobenadering bij accountants. Voor juristen is vooral van belang dat deze ontwikkelingen mogelijk leiden tot een grotere hoeveelheid signalen die doorstromen naar toezichthouders, FIU-procedures of strafrechtelijke onderzoeken.
De AFM plaatst daarnaast context bij het feit dat kleine RV-kantoren structureel minder frauderisico’s identificeren. Dit kan verband houden met minder complexe cliënten of kleinere controleopdrachten, maar het kan ook indicatief zijn voor onderidentificatie van risico’s. De combinatie van minder consultaties, minder formele oorzakenanalyses en minder vaktechnische ondersteuning kan ertoe leiden dat frauderisico’s niet altijd volledig worden onderkend (p. 9–11). Voor de strafrechtpraktijk is dat een belangrijk punt, omdat gemiste signalen gevolgen kunnen hebben voor de tijdigheid en volledigheid van toezicht en opsporing.
Afsluiting
Sector in Beeld 2025 laat zien dat de accountancysector in ontwikkeling blijft, met belangrijke bewegingen op het gebied van kwaliteitsborging, verslaggeving en risicobeoordeling. De verschillen tussen grote, middelgrote en kleine accountantsorganisaties blijven daarbij aanzienlijk, en deze verschillen drukken op diverse onderdelen hun stempel. Het meest in het oog springende onderdeel van het rapport betreft echter de stijging van het aantal geïdentificeerde frauderisico’s. Zowel bij OOB-organisaties als bij RV-organisaties is een duidelijke opwaartse trend zichtbaar, terwijl de verschillen tussen kantooromvang een belangrijke aanwijzing vormen voor de mate van volwassenheid van risicoanalyse.
Voor de strafrechtelijke praktijk is deze ontwikkeling belangrijk. Accountants vervullen een cruciale rol in het vroegtijdig signaleren van afwijkingen in de financiële verslaggeving, en de toename in frauderisico’s die de AFM beschrijft, impliceert dat ondernemingen vaker in situaties verkeren die een verhoogd risico vormen. Dit vergroot de relevantie van robuust toezicht, een sterke samenwerking tussen toezichthouders, accountants en opsporingsinstanties, en een stevig juridisch kader dat deze signaleringsfunctie ondersteunt. Het rapport vormt daarmee een waardevolle bron voor iedereen die zich bezighoudt met financieel-economische criminaliteit.
