Schending ambtsgeheim door verdachte is voortgezette handeling van computervredebreuk

Rechtbank Limburg 5 april 2025, ECLI:NL:RBLIM:2024:1663

De rechtbank is van oordeel dat de schending van het ambtsgeheim een voortgezette handeling is van de computervredebreuk, omdat het ambtsgeheim is geschonden nadat door middel van computervredebreuk niet werkgerelateerde bevragingen zijn gedaan. De rechtbank houdt hiermee bij de afdoening van deze zaak rekening.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten. De verdachte was werkzaam bij de afdeling burgerzaken van de gemeente Brunssum. Uit de veiliggestelde gegevens uit de versleutelde berichtendienst Sky1 volgt dat de verdachte de gebruiker was van een Sky-account en dat zij via dit account printscreens of documenten met informatie afkomstig uit het gemeentesysteem heeft doorgestuurd naar andere Sky accounts. Hierdoor is de verdenking ontstaan dat de verdachte vertrouwelijke informatie aan derden heeft verstrekt. De Rijksrecherche heeft vervolgens al haar werkgegevens (mails, logins etc.) opgevraagd bij de gemeente Brunssum en er heeft een doorzoeking plaatsgevonden in het gemeentehuis. Daaruit volgt dat de verdachte in oktober 2020 op Naam van een collega informatie heeft opgezocht over Naam 1 en vervolgens deze informatie via Sky heeft gedeeld met het account van de heer Naam 2 (hierna: Naam 2). In februari 2021 heeft de verdachte informatie over Naam 3 opgezocht en vervolgens via Sky gedeeld met de accounts van zowel de heer Naam 4 (hierna: Naam 4) als Naam 2. Uit de berichten lijkt te volgen dat het niet de eerste keer is dat zij vertrouwelijke informatie opzoekt voor Naam 2.

Ten aanzien van feit 2 heeft de verdachte gedurende heel 2021 diverse andere dubieuze bevragingen gedaan die volgens haar werkgever nooit werkgerelateerd zijn. Een van de namen die zij meerdere keren heeft bevraagd is die van Naam 4. Ook zijn er bevragingen van Naam 5, eveneens een bekende crimineel, van wie ook nog eens het paspoort is aangetroffen in het postvak van de verdachte. De verklaring die de verdachte ter terechtzitting aflegt over deze vreemde bevragingen is minimaal en verklaart lang niet alle bevragingen.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit van de ten laste gelegde feiten, omdat niet kan worden vastgesteld dat de ten laste gelegde gedragingen in Brunssum of überhaupt in Nederland hebben plaatsgevonden. De raadsman wijst er in dit verband op dat er bevragingen buiten kantooruren hebben plaatsgevonden, dat de verdachte vanwege Corona vaak thuis werkte en dat zij destijds in Duitsland woonde.

Subsidiair heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank met dien verstande dat het onder beide verdenkingen slechts om twee momenten gaat en het niet een hele periode betreft zoals is tenlastegelegd. Daarbij moeten de tenlastegelegde feiten worden gezien als een voortgezette handeling, nu zij een logisch gevolg van elkaar zijn. De eventueel bewezenverklaarde computervredebreuk betreft namelijk alleen de twee bevragingen die later met derden zijn gedeeld. Van de andere bevragingen kan immers niet worden vastgesteld dat zij onbevoegd zijn gedaan.

Het oordeel van de rechtbank

Op 11 augustus 2022 hebben verbalisanten in een proces-verbaal hun bevindingen gerelateerd met betrekking tot een onderzoek naar Sky data tussen de Sky accounts accountnaam 1 en accountnaam 2 om een beeld te krijgen van een eventueel samenwerkingsverband en de daarbij betrokken personen. Hieruit volgt dat de verdachte gebruik maakt van het Sky account: accountnaam 1. Naam 2 maakt gebruik van het Sky account: accountnaam 2. Op 9 oktober 2020 heeft chatverkeer plaatsgevonden tussen deze Sky accounts waaruit blijkt dat de verdachte op diezelfde dag een bevraging heeft gedaan op de Naam naam 1. Er worden daarbij ook afbeeldingen van de opgevraagde documenten gedeeld. Op enkele van deze afbeeldingen is het logo van de gemeente Brunssum en het logo van Parkstad Limburg zichtbaar. Verder is op deze afbeeldingen te zien “afgegeven te Brunssum op 9 oktober 2020”.

Op 22 september 2022 hebben verbalisanten in een proces-verbaal hun bevindingen gerelateerd met betrekking tot een onderzoek naar Sky data tussen de Sky accounts accountnaam 1, accountnaam 3, accountnaam 5 en accountnaam 4 om een beeld te krijgen van een eventueel samenwerkingsverband en de daarbij betrokken personen. Hieruit volgt dat de verdachte gebruik maakt van het Sky account: accountnaam 1. Naam 2 maakt gebruik van het Sky account: accountnaam 3. Naam 4 maakt gebruik van de Sky accounts: accountnaam 5 en accountnaam 4. Op 16 februari 2021 heeft chatverkeer plaatsgevonden tussen het Sky account van Naam 2 en het eerste account van Naam 4 waarin Naam 4 aan Naam 2 vraagt of hij aan “madam” een adres kan vragen. Hierop reageert Naam 2 vervolgens dat hij dat al gedaan heeft en dat zij de gegevens naar Naam 4 zal sturen. Vervolgens heeft er op diezelfde dag chatverkeer plaatsgevonden tussen het Sky account van de verdachte en het tweede Sky account van Naam 4 waarin de verdachte zegt dat ze aan het zoeken is, maar niets kan vinden. Ze vraagt daarom om meer informatie. Ze stuurt Naam 4 daarnaast een afbeelding van de bevraging. Vervolgens heeft er op 16 februari 2021 chatverkeer plaatsgevonden tussen de Sky accounts van de verdachte en Naam 2 waarin de verdachte ook bij Naam 2 aangeeft dat zij niets heeft gevonden en om extra informatie vraagt. Ze stuurt daarbij ook een afbeelding van de bevraging.

De rechtbank gaat voorbij aan het ter terechtzitting opgeworpen verweer van de verdediging dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat het tenlastegelegde in Nederland heeft plaatsgevonden. Het kan immers worden uitgesloten dat de ten laste gelegde feiten in Duitsland hebben plaatsgevonden, nu de verbalisanten hebben vastgesteld dat de verdachte niet woonachtig was op het opgegeven adres in Duitsland en dit enkel een postadres betrof. Er zijn verder geen aanknopingspunten dat de feiten buiten Nederland zouden hebben plaatsgevonden.

Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank ten aanzien van feit 2 alleen de bevraging van Naam 3, Naam 1 en Naam 4 bewezen. De rechtbank is van oordeel dat op basis van het dossier onvoldoende is komen vast te staan dat de andere bevragingen niet werkgerelateerd waren.

De rechtbank ziet feit 1 als een voortgezette handeling van feit 2 voor wat betreft de bevraging van Naam 3 en Naam 1, omdat het ambtsgeheim is geschonden nadat door middel van computervredebreuk niet werkgerelateerde bevragingen zijn gedaan. De rechtbank zal hiermee bij de afdoening van deze zaak rekening houden.

Bewezenverklaring

  • Feit 2: computervredebreuk, meermalen gepleegd;

  • Feit 1: enig geheim waarvan zij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat zij uit hoofde van ambt verplicht is het te bewaren, opzettelijk schenden, meermalen gepleegd.

Strafoplegging

Veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 150 uren, met aftrek van het voorarrest, en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^