Leidinggevende van ‘facturenfabriek’ krijgt onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor fiscale fraude in kledingbranche

Rechtbank Amsterdam 10 juni 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:3875

Rechtbank Amsterdam veroordeelt een 68-jarige man tot vijf jaar gevangenisstraf voor grootschalige belastingfraude via valse facturen. Hij stond aan het hoofd van een netwerk met katvangers en fictieve kledinghandel, actief tussen 2017 en 2023. De Belastingdienst liep minstens 12 miljoen euro mis. Ook werd ruim 1,4 miljoen euro witgewassen via contant geld, luxeauto’s en vastgoed. Verdachtes medische toestand leidt niet tot strafvermindering.

Context van de zaak

De rechtbank Amsterdam doet uitspraak in een omvangrijke fraudezaak waarin verdachte, een man geboren in 1956, wordt aangemerkt als de centrale figuur in een jarenlange, grootschalige valse-facturenconstructie. Verdachte handelt via katvangers en gebruikt een reeks eerstelijnsbedrijven in de kledingbranche voor het opmaken van facturen zonder enige reële handelsactiviteit. Deze valse documenten worden ingezet om belastingteruggaven te verkrijgen. Het strafrechtelijk onderzoek is opgesplitst in twee delen: Kapra (2017–2021) en Kapra Annex (2021–2023). In totaal is voor meer dan 51 miljoen euro gefraudeerd, met een geschat fiscaal nadeel van minstens 12 miljoen euro.

Tenlastelegging

In beide zaken wordt verdachte verweten dat hij samen met anderen valsheid in geschrift pleegt (feit 1), gebruik maakt van deze valse geschriften (feit 2), en zich schuldig maakt aan gewoontewitwassen (feit 3, alleen in Kapra). Het vals opmaken betreft tientallen facturen die schijntransacties in kledinghandel suggereren. In Kapra Annex zet verdachte deze werkwijze voort met nieuwe katvangersbedrijven. Daarnaast verricht hij verhullende financiële transacties met de opbrengsten.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

Het Openbaar Ministerie stelt dat verdachte stelselmatig optrad als feitelijke leidinggevende van katvanger-ondernemingen die gefingeerde leveringen factureerden. Met deze valse facturen bewerkstelligde hij dat kledinghandelaren ten onrechte btw konden terugvorderen. Verdachte rekende 7 à 8 procent commissie voor zijn diensten en verzorgde ook betalingen aan buitenlandse leveranciers via zijn netwerken. Naast de fraude maakte hij miljoenencontanten vrij en gebruikte dit voor de aankoop van luxeauto’s en een woning in Duitsland, zonder legitieme herkomstverklaring.

Standpunt van de verdediging

De verdediging voert aan dat verdachte daadwerkelijk handelde in kleding via showrooms in het World Fashion Centre en het FashionHouse. De contante opnames zouden verband houden met retourzendingen en kortingen bij contante inkoop. Daarnaast wijst de verdediging op gebrekkige vertalingen door tolken, die zouden hebben geleid tot schending van het recht op een eerlijk proces. Voor het witwassen voert verdachte aan dat het geld uit een oud reisbureau afkomstig is en dat sommige voertuigen met legaal vermogen zijn aangeschaft.

Oordeel van het gerecht

De rechtbank verwerpt alle verweren. Zij acht aannemelijk dat verdachte feitelijk de touwtjes in handen had bij meerdere katvangerfirma’s en dat alle facturen voortkwamen uit een schijnconstructie. Er is geen bewijs van daadwerkelijke levering of transport van kleding. Verklaringen van medeverdachten en ondersteunende camerabeelden bevestigen de betrokkenheid van verdachte bij het opstellen en verspreiden van de valse facturen. In Kapra Annex herhaalt verdachte deze methode met nieuwe ondernemingen.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat verdachte zich gedurende zes jaar schuldig maakt aan medeplegen van valsheid in geschrift en gebruik van valse geschriften. Tevens wordt bewezen verklaard dat verdachte in deze periode gewoontewitwassen pleegt met een totaalbedrag van minstens 1,4 miljoen euro, waarbij contant geld, buitenlandse bankrekeningen en voertuigen worden ingezet. De rechtbank verwerpt de verdediging dat sprake is van legale herkomst van het geld.

Strafoplegging

Gelet op de ernst, duur en omvang van de gepleegde strafbare feiten acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf jaar passend. Er is geen aanleiding voor strafvermindering wegens medische klachten. Evenmin is sprake van overschrijding van de redelijke termijn. De voorlopige hechtenis wordt per direct hervat.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^