Illegale erectiemiddelen: chauffeur veroordeeld voor afleveren zonder vergunning
/Rechtbank Den Haag 24 oktober 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:19500
De rechtbank Den Haag veroordeelt een man voor het afleveren van niet-geregistreerde erectiemiddelen zoals Kamagra en Cenforce. Op 10 mei 2023 vervoert hij dozen met geneesmiddelen zonder handelsvergunning. Opzet is niet bewezen; de rechtbank acht enkel een overtreding bewezen. De verdachte ontvangt geen taakstraf maar een geldboete van 1.000 euro, mede door overschrijding van de redelijke termijn. Het aangetroffen geldbedrag van 9.270 euro wordt aan hem teruggegeven. Er is geen sprake van recidive of bijzondere voorwaarden.
Context van de zaak
De rechtbank Den Haag doet uitspraak in een economische strafzaak tegen een 35-jarige man uit Delft. De verdachte is een natuurlijk persoon en werkzaam als chauffeur. Hij wordt in deze zaak betrokken geacht bij het afleveren van een grote hoeveelheid geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning is verleend. Het betreft middelen zoals Cenforce-200, Cobra-120 en Kamagra-100, allen met de werkzame stof sildenafil, die veelal worden gebruikt als erectiestimulerende middelen. De zaak is behandeld op een openbare terechtzitting van 10 oktober 2025.
De aanleiding voor het strafrechtelijk onderzoek vormt een doorzoeking op 10 mei 2023, waarbij bij een woning in Delft en in een voertuig van de verdachte dozen met geneesmiddelen zijn aangetroffen. Deze medicijnen voldoen aan de wettelijke definitie van geneesmiddelen in de zin van de Geneesmiddelenwet, maar zijn in Nederland niet toegelaten.
De tenlastelegging
De verdachte wordt verweten dat hij in de periode van 23 oktober 2022 tot en met 10 mei 2023 in Delft, al dan niet samen met anderen, zonder handelsvergunning en in strijd met de Geneesmiddelenwet, in totaal ongeveer 150.000 tabletten met sildenafil (zoals Cenforce-200, Cobra-120 en Kamagra-100) in voorraad heeft gehad, te koop heeft aangeboden, verkocht, afgeleverd en/of ter hand gesteld.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het afleveren en ter hand stellen van genoemde geneesmiddelen, doch is van oordeel dat van opzet geen sprake is. Daarom vordert het Openbaar Ministerie vrijspraak van de opzetvariant en verzoekt het om een bewezenverklaring van de culpoze variant van artikel 40, tweede lid, Geneesmiddelenwet. Gezien de aard van het feit eist het OM een taakstraf van 40 uur, subsidiair 20 dagen hechtenis, onder aftrek van het voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van de verdachte pleit voor vrijspraak. Zij voert aan dat de verdachte niet op de hoogte was van de inhoud van de dozen die hij afleverde. Tevens stelt de verdediging dat sprake is van overschrijding van de redelijke termijn, aangezien het vonnis pas ruim twee jaar na het ten laste gelegde feit wordt gewezen. Mocht de rechtbank toch tot een veroordeling komen, dan verzoekt de verdediging om de geëiste taakstraf om te zetten in een geldboete, mede gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het opzet op het handelen met betrekking tot de geneesmiddelen niet wettig en overtuigend bewezen. Er is onvoldoende bewijs dat de verdachte bewust heeft willen bijdragen aan de illegale handel in geneesmiddelen. Wel acht de rechtbank bewezen dat de verdachte op 10 mei 2023 in Delft een grote hoeveelheid niet-geregistreerde geneesmiddelen heeft afgeleverd en ter hand gesteld. Daarbij handelt hij in strijd met artikel 40, tweede lid, van de Geneesmiddelenwet, hetgeen een economische overtreding oplevert in de zin van de Wet op de Economische Delicten.
Voor een langere periode dan 10 mei 2023 ontbreekt voldoende bewijs. De rechtbank spreekt de verdachte dan ook vrij van het handelen op andere dagen, alsmede van het medeplegen, gelet op het ontbreken van het vereiste opzet op de samenwerking.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 10 mei 2023 in Delft:
Een grote hoeveelheid tabletten, te weten Cenforce-200, Cobra-120 en Kamagra-100, elk bevattende de werkzame stof sildenafil, heeft afgeleverd en ter hand gesteld, terwijl voor deze middelen geen handelsvergunning was verleend.
De strafoplegging
De rechtbank acht, gezien de ernst van het feit, in beginsel een taakstraf passend. De verdachte heeft geneesmiddelen, waarvan de kwaliteit en veiligheid niet gewaarborgd zijn, verspreid zonder enige vergunning. Hiermee is de volksgezondheid in gevaar gebracht en wordt afbreuk gedaan aan het gereguleerde systeem van geneesmiddelenverstrekking.
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank echter rekening met diverse strafmatigende omstandigheden. Zo is de verdachte niet eerder veroordeeld voor strafbare feiten en blijkt uit het reclasseringsadvies van 4 augustus 2023 dat sprake is van een laag recidiverisico. Daarnaast is sprake van een overschrijding van de redelijke termijn: er zijn ruim vijf maanden verstreken sinds de uiterste termijn waarop vonnis had moeten worden gewezen.
Ook weegt mee dat de verdachte slechts op één dag heeft gehandeld en dat hij geen spilfunctie in het netwerk lijkt te hebben gehad, maar slechts als uitvoerend chauffeur optrad. Gelet op het bovenstaande ziet de rechtbank aanleiding om af te wijken van de eis van het Openbaar Ministerie en in plaats van een taakstraf een geldboete op te leggen van 1.000 euro. Bij gebreke van betaling wordt deze vervangen door 20 dagen hechtenis. Daarbij wordt de tijd die de verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht verrekend tegen een maatstaf van 50 euro per dag.
De inbeslaggenomen voorwerpen
Op de lijst van inbeslaggenomen voorwerpen is onder nummer 1 een bedrag van 9.270 euro opgenomen. Nu het belang van de strafvordering zich niet langer verzet tegen teruggave van dit bedrag, gelast de rechtbank dat dit geld aan de verdachte wordt teruggegeven.
Lees hier de volledige uitspraak.
