Geldboete voor rechtspersoon wegens onjuiste btw-aangifte en valse administratie
/Rechtbank Amsterdam 28 mei 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:3693
De rechtbank Amsterdam veroordeelt een B.V. tot een geldboete van 5.000 euro wegens belastingfraude. De vennootschap heeft in 2016 een onjuiste btw-aangifte ingediend, waarbij ten onrechte 31.500 euro aan voorbelasting is opgevoerd. De onderliggende facturen, afkomstig van een vermeende levering van netwerkapparatuur, blijken vals. Levering van de apparatuur heeft nooit plaatsgevonden. De rechtbank acht de fraude bewezen, ondanks ontkenning door de verdediging. Strafvermindering volgt vanwege tijdsverloop en beperkte financiële draagkracht.
De context van de zaak
In deze strafzaak staat een besloten vennootschap, hierna aangeduid als de verdachte, terecht wegens belastingfraude. De rechtspersoon is gevestigd in Nederland en wordt vertegenwoordigd door een natuurlijke persoon, tevens medeverdachte in een gelieerde strafzaak. De zaak komt voort uit een boekenonderzoek van de Belastingdienst naar aanleiding van een btw-aangifte over het vierde kwartaal van 2015. Daarbij blijkt dat een aanzienlijk bedrag aan voorbelasting is opgevoerd, gebaseerd op facturen voor netwerkapparatuur die, naar later blijkt, nooit is geleverd. De rechtspersoon is tevens verdacht van het opzettelijk verstrekken van een valse administratie aan de Belastingdienst.
De tenlastelegging
De verdachte wordt verweten dat zij:
Op 28 januari 2016 opzettelijk een onjuiste aangifte omzetbelasting heeft ingediend bij de Belastingdienst, waarbij een te hoog bedrag aan voorbelasting is opgevoerd;
Op 26 juni 2017 opzettelijk valse facturen aan een ambtenaar van de Belastingdienst ter beschikking heeft gesteld, welke ten onrechte de levering van goederen vermeldden.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht beide feiten wettig en overtuigend bewezen. Hij wijst op het ontbreken van daadwerkelijke levering van de opgevoerde netwerkapparatuur en benadrukt dat de verdachte doelbewust valse facturen heeft opgesteld en aan de Belastingdienst heeft verstrekt, met als doel het verkrijgen van een belastingvoordeel. Hij vordert een geldboete van 14.000 euro.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging voert aan dat de opgevoerde facturen reële transacties weerspiegelen en dat de administratie niet vals is. Volgens de raadsvrouw zijn de facturen afkomstig van daadwerkelijke leveranciers, waarvan de apparatuur wel degelijk is geleverd, zij het mogelijk onder afwijkende voorwaarden. De verdediging stelt dat geen sprake is van fraude en verzoekt om vrijspraak, dan wel een schuldigverklaring zonder strafoplegging.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig maakt aan belastingfraude. Zij overweegt dat uit het bewijsmateriaal blijkt dat geen levering van het zogenoemde Nokia core network heeft plaatsgevonden. De facturen waarop de voorbelasting is gebaseerd zijn vals. De overeenkomst waarin de levering wordt vastgelegd is vaag en bevat ongebruikelijke voorwaarden, zoals een lange betalingstermijn gekoppeld aan een niet geverifieerde test. Ook ontbreekt bewijs van inkoop of betaling van de apparatuur door de leverancier. De verklaringen van de betrokkenen bieden geen geloofwaardige weerlegging van de verdenkingen. Foto’s die zijn overgelegd om het bestaan van het netwerk aan te tonen zijn volgens de rechtbank onvoldoende betrouwbaar.
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte:
Op 28 januari 2016 opzettelijk een onjuiste aangifte omzetbelasting heeft ingediend, strekkende tot te weinig geheven belasting;
Op 26 juni 2017 opzettelijk valse facturen aan een ambtenaar van de Belastingdienst heeft verstrekt, eveneens strekkende tot te weinig geheven belasting.
De strafoplegging
Hoewel de officier van justitie een geldboete van 14.000 euro eist, komt de rechtbank tot een lagere boete van 5.000 euro. De rechtbank acht de feiten ernstig: gedurende een periode van ongeveer twee jaar wordt door de verdachte doelbewust een onjuiste belastingpositie gepresenteerd. De valse administratie versterkt de ernst van het strafbare gedrag. Tegelijkertijd weegt de rechtbank verzachtende omstandigheden mee, zoals het tijdsverloop sinds de feiten, de financiële draagkracht van de verdachte en de beperkte verhaalsmogelijkheden. Daarom acht zij een gematigde geldboete passend en geboden.
Lees hier de volledige uitspraak.