Geen cassatie mogelijk bij beslag op basis van Europees bevriezingsbevel

Hoge Raad 23 september 2025, ECLI:NL:HR:2025:1343

Er staat geen cassatieberoep open tegen een beschikking naar aanleiding van een klaagschrift over beslag dat is gelegd naar aanleiding van een Europees bevriezingsbevel (artikel 5.5.18 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) in samenhang met artikel 445 Sv). Dit is een Europees bevel tot inbeslagneming van voorwerpen met het oog op de confiscatie ervan.

Achtergrond

Deze beschikking is het resultaat van een cassatieprocedure tegen een beschikking van de rechtbank Limburg van 23 juli 2024, naar aanleiding van een klaagschrift over het in beslag nemen van een auto. De klager, geboren in 1963, heeft het klaagschrift ingediend omdat zijn auto aanvankelijk op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) in beslag is genomen door de Nederlandse justitie. De aanleiding voor het beslag was een Europees onderzoeksbevel (EOB) dat door Duitse autoriteiten is uitgevaardigd in het kader van een lopend strafrechtelijk onderzoek naar grensoverschrijdende voertuigcriminaliteit. Kort na het initiële beslag is op 14 juni 2024 een Europees bevriezingsbevel (EBB) ontvangen van de Duitse autoriteiten. Op grond daarvan is het beslag op de auto door de rechter-commissaris omgezet in conservatoir beslag ten behoeve van de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.

De rechtbank stelt vast dat de Duitse autoriteiten geen melding hebben gedaan dat het beslag kon worden opgeheven. Het gerecht constateert verder dat de Nederlandse strafvorderlijke formaliteiten rond de inbeslagneming zijn nageleefd en dat er geen gronden zijn om het beslag te weigeren op basis van de relevante artikelen 5:4:4 en 5:5:16 Sv. Voorts is het bevriezingsbevel erkend en tenuitvoergelegd door de Nederlandse officier van justitie, conform de procedure vereist voor internationale en Europese strafrechtelijke samenwerking.

Het doel van het Europese bevriezingsbevel was het veiligstellen van het voertuig in het kader van een strafzaak, ter voorkoming van het verdwijnen of onttrekken van het voorwerp aan het gerechtelijk onderzoek en met het oog op uiteindelijke confiscatie. De inzet van de bevoegdheden is volgens de rechtbank naar Nederlands recht rechtmatig en in lijn met het bevriezingsdoel zoals omschreven in het EBB. De rechtbank verklaart het beklag ongegrond en handhaaft het beslag op de auto.

Middel

Namens klager is in cassatie een middel voorgesteld dat ziet op de ontvankelijkheid van het cassatieberoep tegen de beschikking van de rechtbank. Het gaat daarbij om de vraag of cassatie mogelijk is tegen een beschikking naar aanleiding van een klaagschrift betreffende het omzetten van een beslag naar aanleiding van een Europees bevriezingsbevel.

Beoordeling Hoge Raad

De Hoge Raad stelt vast dat het cassatieberoep is gericht tegen een beschikking van de rechtbank waarbij een beklag over het omzetten van het beslag op een auto naar conservatoir beslag, in het kader van een Europees bevriezingsbevel, ongegrond is verklaard. De cassatieprocedure draait om de rechtsvraag of in een dergelijke situatie cassatie openstaat.

De Hoge Raad herhaalt en preciseert de relevante wettelijke bepalingen. Artikel 445 Sv regelt dat tegen beschikkingen binnen het strafrecht doorgaans geen hoger beroep of cassatie openstaat, behalve in gevallen waarin dit uitdrukkelijk bij wet is bepaald. In artikel 5.5.18 Sv, het op het geval toepasselijke artikel inzake bevriezingsbevelen op grond van Verordening (EU) 2018/1805, is bepaald dat belanghebbenden tegen de erkenning en tenuitvoerlegging van het bevriezingsbevel een klaagschrift kunnen indienen. Daarbij is een aantal bepalingen uit Titel IX ‘Beklag’ van het Vierde Boek van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing verklaard, echter artikel 552d lid 2 Sv, dat het recht op cassatie regelt, is daaruit expliciet uitgezonderd.

Omdat het recht op cassatie tegen deze beschikking nergens in het Wetboek van Strafvordering of een andere wettelijke regeling is voorzien, concludeert de Hoge Raad dat er geen mogelijkheid bestaat om cassatieberoep in te stellen tegen beschikkingen op basis van artikel 5.5.18 Sv. De Hoge Raad verklaart daarom het cassatieberoep van de klager niet-ontvankelijk. Dit oordeel bevestigt dat in het kader van internationale samenwerking, indien een Europees bevriezingsbevel wordt erkend en beslag wordt gelegd conform de procedure en formaliteiten van het Wetboek van Strafvordering, de nationale rechtsgang via cassatie niet openstaat voor beroep tegen uitvoeringsbesluiten omtrent het beslag.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^