Fraudezaak in riooltechnieksector: leiders veroordeeld, uitvoerende familieleden vrijgesproken

Rechtbank Overijssel 28 april 2025, ECLI:NL:RBOVE:2025:2606, ECLI:NL:RBOVE:2025:2604 en ECLI:NL:RBOVE:2025:2593

De rechtbank spreekt twee familieleden vrij en veroordeelt een derde tot 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 voorwaardelijk, in een omvangrijke fraudezaak in de riooltechniek. De organisatie pleegt jarenlang belastingfraude en witwassen via een netwerk van eenmanszaken en B.V.’s. De hoofdverdachte geeft feitelijk leiding en beheert de administratie. De andere verdachten zijn uitsluitend uitvoerend betrokken en missen het vereiste opzet. Hun administratie is volledig uit handen gegeven. De strafzaak maakt deel uit van het FIOD-onderzoek “Waterscheerling”.

Context van de zaak

De rechtbank Overijssel doet uitspraak in drie met elkaar samenhangende strafzaken, voortvloeiend uit het omvangrijke FIOD-onderzoek “Waterscheerling”. Het onderzoek richt zich op een netwerk van ondernemingen actief in de riooltechniek dat door de Belastingdienst en de FIU in verband wordt gebracht met grootschalige belastingfraude, witwassen van crimineel vermogen en vermeende oplichting van klanten. De verdachten zijn familieleden van elkaar: broers en neven die samenwerken in een gestructureerd stelsel van eenmanszaken en besloten vennootschappen.

Centraal in de organisatie staat een natuurlijke persoon, geboren in 1989, die wordt aangemerkt als oprichter en feitelijk leider van het geheel. Andere betrokkenen zijn onder meer zijn broer, geboren in 1992, en zijn neef, geboren in 1998, ieder met een eigen eenmanszaak. De organisatie bedient zich van een centrale administratie, waarbij nieuwe monteurs worden geworven, voorzien van materiaal, ondergebracht in een fiscale structuur en vervolgens volledig worden ontzorgd op het gebied van administratie. Daarbij worden DigiD’s, bankpassen en zakelijke rekeningen afgestaan aan de centrale leiding.

De tenlastelegging

In de drie zaken worden de verdachten – variërend van uitvoerende onderaannemers tot leidinggevende bestuurders – verweten dat zij zich schuldig maken aan:

  1. Het medeplegen van belastingfraude door onjuiste of onvolledige aangiften voor de omzetbelasting;

  2. Het witwassen van geldbedragen en luxe goederen, waarvan wordt vermoed dat deze uit misdrijf afkomstig zijn;

  3. De deelname aan een criminele organisatie met het oogmerk het plegen van belastingfraude, witwassen, valsheid in geschrift en/of oplichting;

  4. In één zaak ook het opzettelijk gebruikmaken van een vals geschrift, zijnde een onjuiste suppletieaangifte.

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat sprake is van een goed georganiseerde structuur met als enig doel het genereren van crimineel vermogen via systematische belastingontduiking en witwassen. De hoofdverdachte wordt gezien als leidinggevende en medeoprichter van het geheel. Bij de andere twee natuurlijke personen meent het OM dat hun nauwe betrokkenheid bij de werkwijze van de organisatie maakt dat zij zich schuldig hebben gemaakt aan medeplegen van belastingfraude en witwassen, dan wel deelname aan de criminele organisatie.

Het standpunt van de verdediging

In alle zaken voeren de verdediging en de verdachten aan dat er geen sprake is van opzet, medeplegen of crimineel oogmerk. De uitvoerende verdachten betogen dat zij slechts op verzoek werkzaamheden verrichtten, hun administratie uit handen gaven en geen zicht hadden op of zeggenschap over geldstromen of belastingaangiften. In de hoofdzaak stelt de verdediging dat verdachte slechts betrokken was bij de operationele aansturing van het callcenter en monteurs, maar geen rol had in de boekhouding.

Het oordeel van de rechtbank

De organisatie

De rechtbank constateert dat er sprake is van een duurzaam samenwerkingsverband met een duidelijke hiërarchie en taakverdeling. De hoofdverdachte fungeert als initiatiefnemer en leider, zijn vrouw beheert de administratie, terwijl een broer als bestuurder van meerdere vennootschappen medeverantwoordelijk is voor de financiële stromen. Monteurs leveren hun persoonlijke gegevens en toegangsrechten in, ontvangen slechts een beperkt percentage van hun omzet en zijn feitelijk volledig afhankelijk van de organisatie. Er wordt gebruikgemaakt van verhullende geldstromen via buitenlandse bankrekeningen, onder meer in Bulgarije.

1. De hoofdverdachte – ECLI:NL:RBOVE:2025:2604

De rechtbank acht bewezen dat de verdachte feitelijk leiding heeft gegeven aan het indienen van onjuiste omzetbelastingaangiften door drie B.V.’s, te weten bedrijf 1 B.V., bedrijf 2 B.V. en bedrijf 3 B.V. Op zijn laptop worden diverse administratieve bestanden aangetroffen, waaruit blijkt dat hij op de hoogte was van de werkelijke omzetten, die hoger waren dan werd aangegeven. Hij werkt bovendien samen met zijn broer en schoonzus, voert gesprekken over betalingen en factureert bedragen aan de vennootschappen zonder factuurbasis.

Daarnaast ontvangt hij in totaal 246.039 euro via deze B.V.’s, waarvan hij wist dat het afkomstig was uit belastingfraude. Ook laat hij via een van de B.V.’s 301.648 euro overmaken aan een derde partij, zonder onderliggende facturen. De rechtbank kwalificeert deze handelingen als gewoontewitwassen. Tevens acht zij bewezen dat hij samen met zijn familieleden deelnam aan een criminele organisatie gericht op belastingfraude en witwassen.

De rechtbank veroordeelt hem tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. De rechtbank verbeurdverklaart diverse inbeslaggenomen goederen, waaronder een Rolex-horloge, een Mercedes, contant geld en andere waardevolle bezittingen.

2. De 26-jarige neef – ECLI:NL:RBOVE:2025:2606

Deze verdachte wordt verweten dat hij via zijn eenmanszaak bedrijf 1 heeft deelgenomen aan belastingfraude, witwassen en een criminele organisatie. Uit het onderzoek blijkt echter dat hij zijn administratie volledig heeft overgelaten aan de centrale organisatie. Hij leverde zijn DigiD, bankpas en pincode in en had geen toegang tot zijn zakelijke rekeningen. Hij ontvangt slechts een percentage van zijn omzet op zijn privérekening.

De rechtbank concludeert dat hij geen wetenschap had van de onjuiste belastingaangiften of de criminele herkomst van ontvangen gelden. Ook de uitgaven aan luxe goederen vallen volgens de rechtbank binnen het normale bestedingspatroon. Zijn rol is uitsluitend uitvoerend. De rechtbank spreekt hem dan ook vrij van alle tenlastegelegde feiten. Inbeslaggenomen geld en een ring worden in bewaring gesteld voor de rechthebbende.

3. De 33-jarige broer – ECLI:NL:RBOVE:2025:2593

Deze verdachte verricht eveneens monteurswerkzaamheden voor de organisatie, en voert op verzoek ondersteunende taken uit zoals het regelen van materialen en begeleiden van nieuwe monteurs. Hij wordt eveneens verweten te hebben deelgenomen aan belastingfraude, witwassen en een criminele organisatie, en bovendien een valse suppletieaangifte te hebben gebruikt.

De rechtbank overweegt dat hij zijn bankgegevens, pinpassen en DigiD heeft overgedragen aan de centrale organisatie, en dus geen zeggenschap of inzicht had in zijn financiële administratie. Uit de analyse van zijn bankrekeningen blijkt dat hij betalingen ontvangt via buitenlandse rekeningen, maar dat hij daar zelf geen controle over had. De rechtbank oordeelt dat niet is bewezen dat hij opzet heeft gehad, dan wel bewust betrokken is geweest bij strafbare feiten. Ook voor het vermeende valse geschrift geldt dat geen sprake is van een strafrechtelijk relevante valsheid. Hij wordt dan ook volledig vrijgesproken. De rechtbank gelast teruggave van alle inbeslaggenomen kleding, schoenen, accessoires en contanten.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht uitsluitend bewezen dat de hoofdverdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:

  • Het feitelijk leidinggeven aan het doen van onjuiste aangiften voor de omzetbelasting;

  • Het medeplegen van gewoontewitwassen in de uitoefening van zijn bedrijf;

  • Het feitelijk leidinggeven aan witwassen door een rechtspersoon;

  • Deelname aan een criminele organisatie.

De andere verdachten worden volledig vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.

Strafoplegging

De rechtbank legt aan de hoofdverdachte een gevangenisstraf van 24 maanden op, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De overige verdachten worden vrijgesproken en ontvangen hun persoonlijke bezittingen retour.

Lees hier de volledige uitspraken:

Print Friendly and PDF ^