Brochure Ministerie van Financiën over Politiek Prominente Personen (PEP’s)
/Het ministerie van Financiën heeft een brochure uitgebracht met informatie voor politiek prominente personen (PEP’s), zoals leden van de Eerste en Tweede Kamer. De brochure legt uit waarom voor deze groep speciale regels gelden bij het cliëntenonderzoek door zogenoemde poortwachters — instellingen die onder de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) vallen, zoals banken, notarissen en advocaten.
De minister heeft verzocht de brochure te verspreiden onder Kamerleden en deze beschikbaar te houden op de griffie, zodat ook toekomstige volksvertegenwoordigers bekend zijn met de bijzondere verplichtingen die hun functie met zich brengt.
Waarom gelden er speciale regels?
De reden voor deze aparte behandeling ligt in de kwetsbaarheid van invloedrijke publieke functies. Personen die publieke macht uitoefenen, zoals ministers, parlementariërs, rechters of ambassadeurs, lopen volgens internationale standaarden een verhoogd risico om – bewust of onbewust – betrokken te raken bij corruptie of witwaspraktijken.
Wereldwijd verplicht het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie (2003) financiële instellingen om extra waakzaam te zijn bij transacties van PEP’s. Deze verplichting is doorvertaald in Europese regelgeving (de Vijfde Anti-witwasrichtlijn, 2018/843) en in Nederland verankerd in artikel 8 lid 5 sub b Wwft.
Banken, makelaars, notarissen en andere poortwachters moeten daarom nagaan waar het geld van een PEP vandaan komt en transacties extra zorgvuldig monitoren. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) heeft hiervoor een risicogebaseerde standaard ontwikkeld, zodat instellingen het cliëntenonderzoek beter kunnen afstemmen op de feitelijke risico’s.
Wat betekent dit in de praktijk?
PEP’s kunnen te maken krijgen met meer vragen dan andere klanten. Poortwachters moeten bijvoorbeeld vaststellen:
wie de PEP is en welke functies hij of zij bekleedt;
wat de herkomst van het vermogen is;
wat het doel is van bepaalde transacties of structuren.
Hoe hoger het risico, hoe intensiever het onderzoek. Wanneer er geen signalen zijn van onregelmatigheden of ongebruikelijke transacties, kan de controle beperkter blijven. Alleen het feit dat iemand een PEP is, mag nooit een reden zijn om een klantrelatie te weigeren.
De extra onderzoeksverplichtingen gelden bovendien niet alleen voor de PEP zelf, maar ook voor naaste familieleden (partner, ouders, kinderen en hun partners) en personen die nauw samenwerken met de PEP — bijvoorbeeld een mede-bestuurder of medeaandeelhouder. Daarmee wordt voorkomen dat invloed indirect wordt gebruikt om ongewenste transacties te verbergen.
Wie vallen onder de PEP-definitie?
De brochure bevat een overzicht van functies die in Nederland als politiek prominent worden aangemerkt, waaronder:
de Koning, ministers en staatssecretarissen;
leden van de Eerste en Tweede Kamer;
leden van de Raad van State, Hoge Raad, Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het bedrijfsleven;
leden van de Algemene Rekenkamer en bestuurders van De Nederlandsche Bank;
ambassadeurs en hoge militairen, waaronder de Commandant der Strijdkrachten;
bestuurders van internationale organisaties.
Hoewel Nederland geen staatsbedrijven kent die aan de internationale definitie voldoen, vallen bestuurders van internationale organisaties wél onder deze categorie. Voor alle genoemde functies geldt dat de PEP-status nog minstens twaalf maanden van kracht blijft nadat de functie is beëindigd.
Klachten en rechtsbescherming
Wie zich oneerlijk behandeld voelt door een financiële instelling of andere poortwachter, kan volgens de brochure drie stappen zetten:
een klacht indienen bij de betreffende instelling zelf;
een klacht indienen bij het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid);
naar de rechter stappen om de rechtmatigheid van een besluit te laten toetsen.
Hiermee wordt voorzien in een basis van rechtsbescherming tegen mogelijk onevenredige toepassing van de PEP-regels.
Afsluiting
De nieuwe brochure van het ministerie van Financiën biedt helderheid over de positie van politiek prominente personen binnen het Nederlandse anti-witwasstelsel. Door inzicht te geven in de achterliggende redenen, het toepassingsbereik en de praktische gevolgen van de PEP-regels, beoogt het ministerie transparantie te vergroten en onbegrip bij betrokkenen weg te nemen.
Tegelijkertijd benadrukt de publicatie dat de naleving van deze regels geen formaliteit is, maar een essentieel onderdeel van de internationale inspanning om integriteit en vertrouwen in het financiële stelsel te waarborgen.
