Asbestsaneerder vrijgesproken van Arbowetovertreding, maar veroordeeld voor belastingfraude
/Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 8 augustus 2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:2210
Het hof spreekt de verdachte vrij van overtreding van de Arbowet, maar veroordeelt hem voor belastingfraude en valsheid in geschrift. Hij heeft leiding gegeven aan het vervalsen van facturen en doen van onjuiste btw-aangiften, met een fiscaal nadeel van ruim 485.000 euro. Ook vervalste hij een vrijgaverapport over asbestsanering. Hij krijgt 12 maanden cel, waarvan 8 voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur.
Context van de zaak
Het betreft een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte is een natuurlijk persoon, geboren in 1991, en indirect bestuurder van een besloten vennootschap die actief is in de asbestsanering en afvalverwerking. Deze vennootschap is in 2021 failliet verklaard. De verdachte staat terecht voor meerdere strafbare feiten die verband houden met de bedrijfsvoering, waaronder overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet, valsheid in geschrift en belastingfraude.
De zaak kent twee onderdelen. In het eerste onderzoek (parketnummer 82-064664-22) staat asbestsanering centraal, waarbij onder meer een vrijgaverapport is vervalst. In het tweede onderzoek (parketnummer 82-040620-23) gaat het om belastingfraude en het vervalsen van facturen. Het totale benadelingsbedrag voor de fiscus bedraagt ruim 485.000 euro.
Tenlastelegging
De verdachte wordt verweten dat hij:
als feitelijk leidinggever betrokken is geweest bij overtreding van artikel 32 Arbeidsomstandighedenwet door asbestsaneringswerkzaamheden zonder geldig certificaat te laten uitvoeren;
samen met een ander een vrijgaverapport valselijk heeft opgemaakt, waarin ten onrechte stond vermeld dat een projectlocatie asbestvrij was;
als feitelijk leidinggever betrokken is geweest bij het opzettelijk onjuist doen van aangiften omzetbelasting, waardoor structureel te weinig belasting werd geheven;
feitelijke leiding heeft gegeven aan het vervalsen van meerdere facturen door daarop onjuiste btw-percentages te vermelden.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De advocaat-generaal vordert bevestiging van het vonnis van de rechtbank. Volgens het Openbaar Ministerie is voldoende bewijs aanwezig voor zowel de valsheid in geschrift als de belastingfraude. Het OM benadrukt dat het gaat om structureel en langdurig handelen, met een aanzienlijk nadeel voor de Belastingdienst.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw voert verschillende verweren. Ten aanzien van de vervolging voor valsheid in geschrift stelt zij dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat volgens haar sprake is van een vervolgingsuitsluitingsgrond in artikel 69 lid 4 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Zij betoogt dat vervolging op grond van artikel 225 Sr in strijd is met de bedoeling van de wetgever. Het hof verwerpt dit verweer: de uitsluitingsgrond ziet alleen op artikel 225 lid 2 Sr en niet op lid 1.
Met betrekking tot de vermeende Arbowetovertreding voert de verdediging aan dat de vennootschap geen werkgever was in de zin van artikel 32 Arbowet. Ten aanzien van de belastingfraude wordt betoogd dat de verdachte niet de intentie had fraude te plegen, maar dat de aanpassingen van facturen en aangiften voortkwamen uit liquiditeitsproblemen en de wens tijd te winnen bij onderhandelingen met de bank. Voor de strafmaat verzoekt de verdediging om een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf en werkstraffen, mede gelet op een door de verdachte getroffen regeling waarbij 300.000 euro aan de boedel is betaald.
Oordeel van het gerechtshof
Het hof stelt vast dat de Arbowetbepaling (artikel 32) niet is overtreden. De verdachte heeft de asbestsaneringswerkzaamheden uitbesteed aan bedrijven die wel in het bezit waren van een certificaat. Om die reden volgt vrijspraak van dit onderdeel.
Ten aanzien van het vrijgaverapport oordeelt het hof dat de verdachte in nauwe samenwerking met een medewerker het rapport valselijk heeft laten aanpassen, zodat ten onrechte de indruk werd gewekt dat een projectlocatie asbestvrij was. Dit levert medeplegen van valsheid in geschrift op.
Met betrekking tot de belastingaangiften en facturen concludeert het hof dat de verdachte zelf originele facturen heeft aangepast en deze met een lager btw-percentage in de administratie heeft laten opnemen. Hierdoor kon systematisch te weinig btw worden afgedragen. Ook gaf hij leiding aan het indienen van onjuiste btw-aangiften. Het hof acht de verklaringen van de verdachte dat dit slechts was bedoeld om tijd te winnen ongeloofwaardig, aangezien er sprake is van structureel handelen over een langere periode. Het nadeel voor de fiscus wordt vastgesteld op 485.843 euro.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat de verdachte:
samen met een ander een vrijgaverapport heeft vervalst met betrekking tot een asbestsaneringsproject;
feitelijke leiding heeft gegeven aan het opzettelijk onjuist doen van meerdere aangiften omzetbelasting door de rechtspersoon;
feitelijke leiding heeft gegeven aan het vervalsen van meerdere facturen met betrekking tot btw-percentages.
Van de overtreding van artikel 32 Arbowet wordt de verdachte vrijgesproken.
Strafoplegging
Het hof acht een forse straf noodzakelijk. Het gaat om ernstige feiten die het vertrouwen in de juistheid van administratieve stukken en belastingaangiften aantasten. Daarnaast heeft de verdachte het vertrouwen in officiële vrijgaverapporten ernstig geschaad, wat directe risico’s voor de volksgezondheid kan hebben.
Rekening houdend met de ernst van de feiten, het hoge benadelingsbedrag, maar ook met de getroffen regeling waarbij 300.000 euro is terugbetaald, legt het hof de volgende straffen op:
een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar;
een taakstraf van 240 uur, bij niet naar behoren verrichten te vervangen door 120 dagen hechtenis.
Lees hier de volledige uitspraak.