Rechtbank Limburg 1 juni 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:4236
Het gaat volgens de rechtbank bij genoemde feiten weliswaar om gedragingen waarbij sprake is van opeenvolging in de tijd, maar bij beide bewezen verklaarde gedragingen is geen sprake van (in wezen) één verwijt noch van elkaar in de tijd direct opvolgende gedragingen (ook met betrekking tot het 'wilsbesluit') die zo nauw met elkaar samenhangen dat de verdachte daarvan (in wezen) één verwijt wordt gemaakt. Verdachte heeft er niet alleen voor gekozen om op verschillende momenten de geldbedragen uit de beschikkingsmacht van de rechthebbende te onttrekken door er over te gaan beschikken. Zij heeft er vervolgens voor gekozen om deze geldbedragen om te zetten dan wel over te dragen aan anderen. Daarbij komt dat de beide strafbepalingen verduistering en witwassen niet dezelfde strekking hebben en een ander rechtsbelang beschermen. De rechtbank is van oordeel dat deze gedragingen dienen te worden aangemerkt als twee verschillende verwijten en dat in casu dus sprake is van meerdaadse samenloop.
Read More