Veroordeling rechtspersoon voor het overtreden van de Wet Milieubeheer door overbrengen kabeldelen van Nederland naar Zuid-Afrika zonder toestemming of schriftelijke kennisgeving

Rechtbank Rotterdam 31 januari 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:754

De Verdachte rechtspersoon heeft 5 zeecontainers met daarin kabeldelen willen overbrengen naar Zuid-Afrika, terwijl die overbrenging niet gepaard ging met de ingevolge de bepalingen van de EVOA vereiste informatie. De geschonden bepalingen in de EVOA beogen internationale transporten van afvalstoffen te controleren en te reguleren teneinde ongewenste gevolgen dan wel risico’s voor het milieu te vermijden. Het doel van de EVOA is te voorkomen dat verontreinigde partijen afval ongecontroleerd de grens passeren, waardoor de bevoegde autoriteiten zich niet goed op de hoogte kunnen stellen en niet alle nodige maatregelen kunnen treffen ter bescherming van de gezondheid van de mens en het milieu. Het is zeer goed mogelijk dat de intenties van de Verdachte rechtspersoon en haar aanpak van de verwerking van de kabels inhoudelijk in overeenstemming waren met de algemene uitgangspunten van de EVOA. Het verwijt dat de Verdachte rechtspersoon wordt gemaakt is echter van andere aard.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verdachte rechtspersoon opgericht naar recht van Guernsey kan zich door te zijn ‘struck-off’ niet verdedigen waardoor OM niet-ontvankelijk wordt verklaard in vervolging

Rechtbank Overijssel 1 februari 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:746

De rechtbank verklaart het OM niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte en verklaart de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen. De verdachte was ten laste gelegd dat hij zich schuldig had gemaakt van het plegen van valsheid in geschrift. De rechtbank zag zich voor de vraag gesteld of tegen verdachte een strafrechtelijke vervolging kan worden gestart. De rechtbank overweegt dat verdachte is opgericht, en gevestigd, op Guernsey. Verdachte valt dan ook onder het recht van Guernsey, nader uitgewerkt en beschreven in de Companies Act 2006. Per 4 augustus 2022 is verdachte uitgeschreven uit het handelsregister. Naar het recht van plaats wordt dit benoemd met de term ‘struck-off’. Een rechtspersoon die ‘struck off’ is mag zich niet in een gerechtelijke procedure verdedigen. Nu aan het vereiste dat een (rechts)persoon zich moet kunnen verdedigen op dit moment niet kan worden voldaan, kan het naar het oordeel van de rechtbank niet anders zijn dan dat verdachte niet vervolgd kan worden. Zij zal het Openbaar Ministerie om deze reden dan ook niet-ontvankelijk verklaren in de vervolging.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Procesafspraken gemaakt in fiscale strafzaak

Rechtbank Overijssel 12 februari 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:699

Verdachte heeft haar bedrijfsadministratie op geraffineerde wijze valselijk opgemaakt door daarin 1.067 valse of vervalste facturen op te nemen en met gebruikmaking van die facturen aangifte omzetbelasting heeft gedaan. Daarmee heeft verdachte zich eveneens schuldig gemaakt aan belastingfraude door het over veertien kwartalen doen van onjuiste aangiften voor de omzetbelasting. De rechtbank ziet na het afwegen van alle belangen voldoende aanleiding om conform het afdoeningsvoorstel een geldboete van € 15.000 op te leggen. Daarbij heeft de rechtbank meegewogen dat de naheffingsaanslag inmiddels geheel is voldaan waardoor het belastingnadeel teniet is gedaan.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Gevangenisstraffen voor hoofdverdachten bankhelpdeskfraude bejaarde slachtoffers

De rechtbank Noord-Holland heeft 6 verdachten veroordeeld voor het oplichten van bejaarden door bankhelpdeskfraude en babbeltrucs. De 38-jarige hoofdverdachte krijgt hiervoor een celstraf van 32 maanden. 3 medeverdachten krijgen 11,5 maanden, 190 dagen en 105 dagen cel. Een 23-jarige verdachte krijgt 240 dagen jeugddetentie en een andere verdachte krijgt 220 uur taakstraf. Ze worden veroordeeld voor witwassen, oplichting, het medeplegen van oplichting en diefstal.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Toepassing art. 9a Sr bij overtreding Meststoffenwet nu de exploitatie van het Bedrijf plaatsvond onder lastige omstandigheden waarop Verdachte niet altijd invloed had of kon hebben

Rechtbank Overijssel 19 februari 2024, ECLI:NL:RBOVE:2024:856

De Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de opzettelijke overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 21b eerste lid van de Meststoffenwet, begaan door een rechtspersoon. Hoewel de rechtbank van oordeel is dat veranderende regelgeving binnen de risicosfeer van de veroordeelde als onderneming ligt, en de veroordeelde steeds dient te handelen naar de geldende regelgeving, zal de rechtbank met toepassing van artikel 9a Wetboek van Strafrecht geen straf of maatregel opleggen wegens de omstandigheden waaronder het feit in deze zaak is begaan.

Read More
Print Friendly and PDF ^