(Feitelijk leiding geven aan) opzettelijk onjuiste belastingaangifte: Kon Hof niet-onherroepelijke veroordeling in strafverzwarende zin betrekken in de strafoplegging?

Hoge Raad 3 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1889

De overweging van het Hof dat de verdachte blijkens het Uittreksel Justitiƫle Documentatie in 2017 door de rechtbank te Arnhem is veroordeeld voor soortgelijke feiten, waarmee kennelijk tot uitdrukking is gebracht dat die veroordeling op het moment dat deze in het arrest bij de strafoplegging in aanmerking is genomen, onherroepelijk was, is niet zonder meer begrijpelijk aangezien voormeld uittreksel daarvoor geen steun biedt. Het middel klaagt daarover terecht. Het hoeft evenwel niet tot cassatie te leiden, omdat deze onvolkomenheid in het geheel van de strafmotivering van ondergeschikt belang is mede in aanmerking genomen dat het Hof, wat de justitiƫle documentatie betreft, niet alleen de voormelde veroordeling uit 2017 in aanmerking heeft genomen, maar tevens onherroepelijke veroordelingen uit 2009 en 2014.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Oplichting van beleggers: klacht over verwerping van bewijsverweer en oordeel dat beleggers zijn bewogen tot afgifte van geldbedragen, oogmerk van wederrechtelijke bevoordeling en het medeplegen

Hoge Raad 3 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1878

Het tweede middel bevat twee klachten. De eerste klacht houdt in dat het hof ten onrechte, althans op onbegrijpelijke dan wel ontoereikende wijze is gekomen tot een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde door (ik citeer het middel) ā€œte oordelen dat de in de bewezenverklaring genoemde personen (…) werden bewogen tot de (girale) afgifte van geldbedragen door de in de bewezenverklaring genoemde oplichtingsmiddelen dan wel door (impliciet) te oordelen dat het desbetreffende oplichtingsmiddel een middel is in de zin van de strafwetā€.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen m.b.t. beoordeling verzoeken tot aanhouding van OTTZ wegens verhindering verdachte en aannemelijkheid aangevoerde omstandigheden

Hoge Raad 26 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1856

In zijn overzichtsarrest van 6 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1934, over verzoeken tot aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting wegens de verhindering van de verdachte of zijn raadsman bij de behandeling aanwezig te zijn heeft de Hoge Raad onder meer vooropgesteld dat, nadat in voorkomende gevallen gelegenheid is geboden voor een nadere toelichting of het overleggen van bewijsstukken, de rechter het verzoek reeds - dat wil zeggen: zonder dat wordt overgegaan tot een afweging tussen alle bij aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting betrokken belangen - kan afwijzen op de grond dat de aan het verzoek ten grondslag gelegde omstandigheid niet aannemelijk is.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Oplichting Ministerie OCW: Zonder nadere motivering oordeel niet begrijpelijk dat ontkomen aan verplichting tot terugbetaling inschuld, kan worden aangemerkt als bewegen ā€œtot afgifteā€ geldbedragen

Hoge Raad 3 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1879

Het middel klaagt dat het onder 1 bewezenverklaarde, voor zover inhoudende dat het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (in 2003 gewijzigd in Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, hierna: Ministerie van OCW) is bewogen tot afgifte van meerdere geldbedragen, niet uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid, althans dat de bewezenverklaring mede in het licht van een gevoerd verweer ontoereikend is gemotiveerd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Proceskosten benadeelde partij: HR herhaalt overwegingen m.b.t. begroting van de proceskosten en de taak van de strafrechter

Hoge Raad 26 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1857

Het middel klaagt over de verwijzing van de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, en over de begroting van deze proceskosten op € 4.000,-.

Read More
Print Friendly and PDF ^