Oplichting Ministerie OCW: Zonder nadere motivering oordeel niet begrijpelijk dat ontkomen aan verplichting tot terugbetaling inschuld, kan worden aangemerkt als bewegen “tot afgifte” geldbedragen

Hoge Raad 3 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1879

Het middel klaagt dat het onder 1 bewezenverklaarde, voor zover inhoudende dat het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (in 2003 gewijzigd in Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, hierna: Ministerie van OCW) is bewogen tot afgifte van meerdere geldbedragen, niet uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid, althans dat de bewezenverklaring mede in het licht van een gevoerd verweer ontoereikend is gemotiveerd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Proceskosten benadeelde partij: HR herhaalt overwegingen m.b.t. begroting van de proceskosten en de taak van de strafrechter

Hoge Raad 26 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1857

Het middel klaagt over de verwijzing van de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, en over de begroting van deze proceskosten op € 4.000,-.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR geeft uitleg over interpretatie “enig nadeel" in art. 231b Sr

Hoge Raad 26 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1698

Het middel houdt in dat ’s hofs oordeel omtrent het bewezenverklaarde ‘waardoor uit dat gebruik enig nadeel kon ontstaan’ in de zin van art. 231b Sr getuigt van een onjuiste rechtsopvatting, althans dat dit oordeel niet begrijpelijk of onvoldoende is gemotiveerd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over de oproeping van een niet-verschenen getuige en het gebruik voor het bewijs van diens verklaring

Parket bij de Hoge Raad 26 november 2019, ECLI:NL:PHR:2019:1233

Het middel houdt in dat het hof het voorwaardelijk verzoek getuige benadeelde te horen en het onvoorwaardelijk verzoek tot het lokaliseren van deze getuige benadeelde, heeft afgewezen op gronden die deze afwijzing niet kunnen dragen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Zaak beleggingsfraude Pura Vida moet deels over

De veroordeling van één verdachte wegens grootschalige beleggingsfraude in de zogenoemde Pura Vida-zaak blijft niet in stand. Die zaak moet op het punt van het door het gerechtshof bewezenverklaarde medeplegen van oplichting over. De veroordeling van een medeverdachte blijft wel in stand en is daarmee definitief. Dat heeft de Hoge Raad geoordeeld.

Read More
Print Friendly and PDF ^