Vrijspraak valsheid in geschrift, want geen oogmerk tot misleiding

Gerechtshof Den Haag 10 februari 2023, ECLI:NL:GHDHA:2023:205

Deze zaak ziet op de verdenking van fraude met persoonsgebonden budgetten (PGB) bij een zorgbureau. Er volgt vrijspraak voor het ten laste gelegde valsheid in geschrift, omdat het oogmerk tot misleiding ontbreekt. In het verlengde daarvan volgt tevens vrijspraak voor verduistering, (gewoonte)witwassen en deelname aan een criminele organisatie. En tot slot ook een vrijspraak voor het niet op een juiste wijze voeren van een bedrijfsadministratie (art. 36 WMG).

Read More
Print Friendly and PDF ^

Strijd met strijd gelijkheidsbeginsel, omdat B.V. en verdachte zijn vervolgd en de Staat als privaatrechtelijke partij en tevens toezichthouder, niet?

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 7 februari 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:1185

Een man is door de rechtbank veroordeeld voor het feitelijke leiding geven aan verboden gedragingen van zijn bedrijf. Het bedrijf won schelpen op plekken waarvoor zij geen vergunning had, maakte elektronische opgaven vals op en verstuurde die opgaven naar het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf. De veroordeling blijft in hoger beroep in stand. Het hof legt een hogere straf op dan de rechtbank, omdat de gedragingen van het bedrijf het gevolg zijn van het specifieke handelen van de man.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hof: streep door vertragingstactiek strafrechtadvocaten

Het gerechtshof Amsterdam heeft in hoger beroep twee verdachten veroordeeld voor het inzetten van illegale werknemers bij bouwklussen en het op die manier behulpzaam zijn van deze werknemers bij hun illegaal verblijf in Nederland. Op de zitting waar de zaken inhoudelijk werden behandeld vroegen de advocaten om vijftien getuigen te horen. Een aantal van deze getuigen had over de verdachten belastende verklaringen afgelegd. Normaalgesproken heeft de verdediging het recht om zulke getuigen te ondervragen. In dit geval wees het hof de verzoeken af, omdat bij het plannen van de inhoudelijke behandeling van de zaak door de verdediging te kennen was gegeven dat zij geen getuigen wilde horen. De verdediging had geen goede argumenten waarom zij van mening was veranderd. Het hof kiest voor deze strenge benadering omdat deze werkwijze van advocaten recent vaker voorkomt en funest is voor de kwaliteit en de effectiviteit van de strafrechtspleging. 

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling voor handelingen strijdig met CITES: overwegingen over zelfstandig opzetvereiste bij feitelijk leidinggeven

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 1 februari 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:393

Verdachte heeft feitelijk leiding gegeven aan het medeplegen van het binnen het grondgebied brengen van de Europese Gemeenschap en de handel in en het bezit van een grote hoeveelheid (producten van) planten en dieren, behorende tot beschermde uitheemse soorten, genoemd in bijlage A, B, C of D van de CITES-basisverordening, opzettelijk begaan door een rechtspersoon. Ook heeft de verdachte feitelijk leiding gegeven aan het medeplegen van het handelen in valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken, opzettelijk begaan door een rechtspersoon.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling voor deelname aan criminele organisatie die PGB-fraude pleegde, valsheid en beïnvloeden van getuigen. Geen strafvermindering vanwege "trial by media".

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 26 januari 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:243

Door de verdediging is aangevoerd dat sprake was zo een zogenaamde ‘trial by media’, hetgeen dient te leiden tot strafvermindering. Een beroep op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer kan afstuiten op de omstandigheid dat openbaarmaking van de persoonlijke gegevens een voorzienbaar gevolg is van het eigen handelen van de betrokkene, in het bijzonder wanneer dit een ernstig strafbaar feit betreft. Het hof is van oordeel dat in casu hiervan sprake is. De verdachte had kunnen en moeten weten dat haar handelen, het frauderen met PGB-budgetten middels een zorgbedrijf, voor media-aandacht zou kunnen zorgen. Wat er verder ook zij van een mogelijke schending van de persoonlijke levenssfeer van de verdachte als gevolg van deze media-aandacht, stuit een beroep van verdachte op deze schending in dit geval af op het hiervoor overwogene, zodat strafvermindering in dit verband in beginsel niet aan de orde is.

Read More
Print Friendly and PDF ^