Binnendringen in een woning bij een ander in gebruik kan alsnog wederrechtelijk zijn als dit gebeurt met toestemming van de eigenaar van de woning

Hoge Raad 23 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:426

Voor zover het cassatiemiddel berust op de opvatting dat het binnendringen in een woning bij een ander in gebruik niet “wederrechtelijk” kan zijn als dit gebeurt met toestemming van de eigenaar van de woning, faalt het omdat die opvatting in zijn algemeenheid onjuist is. Daarbij is van belang dat artikel 138 Sr het huisrecht van een ander, dat hij ontleent aan de feitelijke bewoning, beoogt te beschermen (vgl. HR 4 september 2007, ECLI:NL:HR:2007:BA4943).

Read More
Print Friendly and PDF ^

Ne bis in idem, deelneming aan criminele organisatie en latere vervolging voor concreet delict

Hoge Raad 23 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:387

In de situatie waarin een verdachte wordt of is vervolgd voor deelneming aan een criminele organisatie en diezelfde verdachte nadien ook wordt vervolgd voor een met zijn deelneming aan deze criminele organisatie samenhangend concreet delict, kan zo’n tweede vervolging voor het concrete delict in bijzondere omstandigheden in strijd komen met het ne bis in idem-beginsel. Daarvan is in de kern genomen sprake indien in de eerdere vervolging de deelneming van verdachte aan de criminele organisatie het begaan van het concrete delict uit de latere vervolging omvatte. Wanneer, zoals in het onderhavige geval, de eerste vervolging betrekking heeft op het door verdachte begaan zijn van een concreet delict en de tweede vervolging het deelnemen aan een criminele organisatie betreft, staat het ne bis in idem-beginsel in de weg aan die latere vervolging voor het deelnemen aan een criminele organisatie als die deelneming van verdachte op niets anders betrekking heeft dan het begaan van het concrete delict waarvoor verdachte al is vervolgd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Boek: De raadkamerprocedures in strafzaken

De bespreking van de afzonderlijke procedures vindt steevast plaats aan de hand van een helder vast schema met daarin de volgende onderdelen:

  • Een nadere toelichting op de procedure

  • De vermelding van zo mogelijk aanvullend of afwijkend procesrecht

  • Een bespreking van de maatstaf die gehanteerd dient te worden bij de beoordeling

  • De vermelding van praktische overwegingen bij de te voeren procedure en relevante jurisprudentie

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: Wanneer is sprake van een voor de verdediging behoorlijke en effectieve mogelijkheid tot ondervraging?

Hoge Raad 23 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:429

Het cassatiemiddel klaagt over het oordeel van het hof dat het gebruik van de verklaring van medeverdachte 1 voor het bewijs verenigbaar is met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM), en voert daartoe onder meer aan dat een behoorlijke en effectieve mogelijkheid tot ondervraging van medeverdachte 1 heeft ontbroken, en dat de bewezenverklaring in beslissende mate op de verklaring van medeverdachte 1 rust.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Ne bis in idem in European Law

This Article analyses the recent divergence between the two European Courts on the application of ne bis in idem to double-track procedures from the perspective of judicial dialogue and constitutional pluralism. Although major efforts have been made towards convergence over the past decades, recent case law shows that the potential for conflict – and, possibly, incompatibility – remains wherever the incentive to follow the lead of one authority is insufficient. Pushed to find solutions by the resistance of certain national courts to their converging standards, the European Court of Human Rights and the Court of Justice have chosen very different paths to reach a similar, but not identical, compromise solution.

Read More
Print Friendly and PDF ^