Integrale vrijspraak meerdere beschuldigingen van oplichting wegens ontbreken schakelbewijs

Rechtbank Oost-Brabant 11 juni 2019, ECLI:NL:RBOBR:2019:3137

De rechtbank stelt voorop dat, zoals volgt uit de rechtspraak van de Hoge Raad, (ECLI:NL:HR:2016:2889) met het in de wet omschrijven van specifieke oplichtingsmiddelen – het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, het gebruik van listige kunstgrepen en/of het gebruik van een samenweefsel van verdichtsels – is beoogd het begrip 'oplichting' nader vorm en inhoud te geven. Daarmee wordt bewerkstelligd dat niet iedere vorm van bedrog – bijvoorbeeld bestaande uit niet meer dan het doen van een onware mededeling – en niet iedere toerekenbare tekortkoming in civielrechtelijke zin binnen het bereik van het strafrecht wordt gebracht als misdrijf.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Medeplegen KOT

Gerechtshof Amsterdam 22 maart 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:969

De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep het verweer gevoerd dat het medeplegen van de oplichting niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Uit de verklaring van de verdachte kan hoogstens worden afgeleid dat zij een faciliterende rol heeft gehad. Het dossier bevat geen bewijsmiddelen aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat zij meer heeft gedaan dan zij heeft verklaard.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over de vraag of in vordering tot leggen van conservatoir beslag (art. 103 Sv) concrete verhaalsobjecten moeten worden benoemd

Parket bij de Hoge Raad 11 juni 2019, ECLI:NL:PHR:2019:519

Het middel bevat de klacht dat het oordeel van de rechtbank dat de officier van justitie in zijn op de voet van art. 103 Sv ingediende vordering tot het verkrijgen van toestemming om conservatoir beslag te leggen concrete voorwerpen moet noemen waarop het voorgenomen beslag betrekking heeft, blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting, althans niet naar de eis der wet met redenen is omkleed.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Integrale vrijspraak meerdere beschuldigingen van oplichting wegens ontbreken schakelbewijs

Rechtbank Oost-Brabant 11 juni 2019, ECLI:NL:RBOBR:2019:3137

De rechtbank stelt voorop dat, zoals volgt uit de rechtspraak van de Hoge Raad, (ECLI:NL:HR:2016:2889) met het in de wet omschrijven van specifieke oplichtingsmiddelen – het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, het gebruik van listige kunstgrepen en/of het gebruik van een samenweefsel van verdichtsels – is beoogd het begrip 'oplichting' nader vorm en inhoud te geven.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Cassatieberoep ingesteld vóór einduitspraak Hof ontvankelijk?

Hoge Raad 5 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA0839

Art. 432 Sv regelt binnen welke termijn "na de einduitspraak" het beroep in cassatie moet worden ingesteld. Met de bewoordingen van deze bepaling is niet verenigbaar dat een vóór de einduitspraak ingesteld beroep in cassatie ontvankelijk zou zijn.

Read More
Print Friendly and PDF ^