Presentator erkent onjuiste belastingaangifte: strafzaak geseponeerd

In 2018 kwam een presentator in beeld als verdachte in een strafrechtelijk onderzoek naar een belastingadviseur en zijn cliënten. Van 2009 tot 2017 deed de presentator geen aangifte voor de inkomstenbelasting in Nederland omdat hij meende niet in Nederland woonachtig te zijn. Hij stelde in zijn aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2018 dat hij slechts 1 maand in Nederland woonachtig en belastingplichtig was. De Belastingdienst evenals het Openbaar Ministerie zijn van mening dat dit ten onrechte was. De presentator is wel belastingplichtig (gebleven) in Nederland omdat hij zijn werkzaamheden in Nederland verrichtte, zijn sociale leven hier had en een woning tot zijn beschikking had.

Bestuursrechtelijke afdoening

De presentator heeft gedurende het onderzoek openheid van zaken gegeven. Met de Belastingdienst is hij overeengekomen om alsnog, vanaf het aangiftejaar 2014, de verschuldigde inkomstenbelasting te betalen. Daarnaast betaalt hij een boete van 50% over het bedrag van de verschuldigde inkomstenbelasting over het jaar 2018.

Passende afdoening

Het OM heeft besloten, na meerdere gesprekken met de verdachte en zijn raadsman, de zaak tegen de presentator te seponeren. De zaak is op passende wijze bestuursrechtelijk afgedaan. Bij een efficiënte strafrechtspleging hoeft niet iedere fiscale strafzaak aan de rechtbank voorgelegd te worden. Wel meent het OM dat de maatschappij geïnformeerd dient te worden over deze afdoening, middels dit persbericht, vanuit preventief oogpunt. Gelet op al het bovenstaande, stelt het OM dat deze afdoening in deze strafzaak passend is. 

Eigen verantwoordelijkheid

De presentator realiseert zich dat hij zich – achteraf bezien – kritischer had moeten opstellen en zorgvuldiger had moeten samenwerken met zijn belastingadviseur.

Bron: OM

Print Friendly and PDF ^

Hof geeft toetsingskader voor beoordeling van zaken waarin strafrechtelijke verdenking van overtreding van artikel 5 van de Wet op de accijns aan de orde is

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 2 juli 2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:2140

Het hof heeft in een accijnsfraudezaak een beslisschema (een tweetrapsraket) geformuleerd voor de beoordeling of sprake is van een overtreding van artikel 5 van de Wet op de accijns.

Stap 1: ‘voorhanden hebben’ volgens Unierecht

Allereerst dient, met inachtneming van het voormelde toetsingskader, te worden vastgesteld of sprake is van ‘voorhanden hebben’ als bedoeld in de Wet op de accijns.

Stap 2: voor strafrechtelijke aansprakelijkheid is (voorwaardelijk) opzet vereist

Vervolgens dient de rechter te beoordelen of de verdachte dat voorhanden hebben opzettelijk heeft gedaan, in de zin dat de verdachte willens en wetens onveraccijnsde goederen voorhanden heeft gehad, waarbij voorwaardelijk opzet als ondergrens heeft te gelden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Aanhouding na melding Belastingdienst over teruggave van ruim 5 ton in aangifte omzetbelasting

De FIOD heeft op maandag 8 juli een verdachte aangehouden in een onderzoek naar belastingfraude. De 38-jarige man uit de gemeente Loon op Zand is meegenomen voor verhoor. Twee ondernemingen worden verdacht van het opzettelijk doen van onjuiste aangiften omzetbelasting en valsheid in geschrift. De man wordt verdacht feitelijk leiding te hebben gegeven aan deze verboden gedragingen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Het adviseursverweer: Een oproep tot convergentie tussen het fiscale straf- en boeterecht

Zowel in het fiscale boeterecht als in het fiscale strafrecht wordt met enige regelmaat het verweer gevoerd dat de belastingplichtige mocht vertrouwen op de juistheid van de door zijn adviseur opgestelde aangiften. In dit artikel wordt aan de hand van recente feitenrechtspraak uiteengezet dat de beoordeling van dit verweer intussen sterk uiteen is gaan lopen tussen de twee rechtsgebieden. De auteurs pleiten dan ook voor een eensluidend kader voor de beoordeling van het adviseursverweer binnen het fiscale straf- en boeterecht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Taakstraf voor frauderende belastingadviseur

Op 2 juli jl. moest een verdachte van belastingfraude zich voor de rechtbank Rotterdam verantwoorden. Volgens het Openbaar Ministerie heeft de verdachte, een belastingadviseur, opzettelijk onjuiste aangiften inkomstenbelasting, over de jaren 2012 en 2013, gedaan voor een cliënt. De cliënt zelf hoefde vandaag niet aanwezig te zijn. De strafzaak tegen hem werd namelijk eerder door het OM geseponeerd wegens gebrek aan bewijs. Het fiscale nadeel is inmiddels terugbetaald aan de Belastingdienst. De zaak tegen een andere verdachte, ook een fiscalist, wordt op een later moment behandeld.

Read More
Print Friendly and PDF ^