Rechtbank Rotterdam 25 januari 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:766
De rechtbank kan niet uitsluiten dat door controlerend ambtenaren van de Belastingdienst bij de uitvoering van de waarnemingen ter plaatse is gehandeld in strijd met het eigen beleid, of dat onderzoekshandelingen zijn verricht zonder dat aan alle daaraan gestelde voorwaarden is voldaan. Met de officier van justitie is zij echter van oordeel dat er geen aanwijzingen zijn dat de controlerend ambtenaren van de Belastingdienst bij het uitvoeren van hun onderzoek zijn aangestuurd in het kader van de strafrechtelijke vervolging. Van een vormverzuim in het voorbereidend onderzoek, als bedoeld in artikel 359a Sv, is dan ook niet gebleken, zodat hierin geen grond gelegen is om het openbaar ministerie niet ontvankelijk te verklaren, terwijl de resultaten van bedoelde onderzoeken mogen bijdragen aan het bewijs.
Read More