De EU Richtlijn 2018/822 is in Nederland geïmplementeerd in de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belasting. In plaats van een definitie te geven van het begrip ‘meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie’ heeft de Richtlijnwetgever vanuit doelmatigheidsoverwegingen een lijst samengesteld van kenmerken en elementen van transacties. Grensoverschrijdende constructies moeten worden gemeld als zij een eigenschap of kenmerk bevatten die op deze lijst voorkomt. De meldplicht rust primair op de zogenoemde ‘intermediairs’. De ruime formulering van het intermediairsbegrip heeft tot gevolg dat ook advocaten onder de meldplicht kunnen vallen. De NOvA is van mening dat de advocaat zich bij notificatie van andere intermediairs de vraag moet stellen of hij daarmee zijn geheimhoudingsplicht schendt.