Wijziging Wet Bibob: Meer bevoegdheden overheden voor informatiedeling

Overheden krijgen meer bevoegdheden om informatie met elkaar te delen over mogelijke vormen van ondermijning, zoals misbruik van beschikkingen, overheidsopdrachten en vastgoedtransacties. Zo moet de integriteit van de overheid worden beschermd tegen vermenging van de boven- en onderwereld. Dit beoogt het wetsvoorstel tot aanpassing van de Wet Bibob dat maandag bij de Tweede Kamer is ingediend door minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid en Dekker voor Rechtsbescherming.

Het voorstel volgt op de Wet van 1 juli 2020 tot wijziging van de Wet Bibob in verband met diverse uitbreidingen van de toepassingsmogelijkheden daarvan alsmede enkele overige wijzigingen (wetswijziging eerste tranche), die in werking is getreden met ingang van 1 augustus 2020. Beide wijzigingen maken onderdeel uit van het door dit kabinet ingezette offensief tegen ondermijnende criminaliteit.

De Wet Bibob is een belangrijk bestuursrechtelijk instrument voor bestuursorganen. De bevoegdheden van de Wet Bibob stellen bestuursorganen in staat om de eigen integriteit te beschermen door te voorkomen dat de overheid ongewild criminele activiteiten faciliteert. Wanneer er een ernstig gevaar dreigt dat een beschikking, overheidsopdracht of vastgoedtransactie wordt misbruikt voor criminele activiteiten, dan kan de bevoegde overheidsorganisatie een beschikking weigeren of intrekken, een overheidsopdracht niet gunnen, een vastgoedtransactie niet aangaan of een ter zake gesloten overeenkomst ontbinden.

Op deze wijze werpt de Wet Bibob een barrière op voor criminele organisaties om voor hun criminele activiteiten gebruik te maken van legale structuren en beoogt daarmee bij te dragen aan het tegengaan van vermenging van de boven- en onderwereld. Het Bibob-instrument is nadrukkelijk niet bedoeld om criminele activiteiten op te sporen of te vervolgen. Dat is immers niet een taak van bestuursorganen; het beschermen van de eigen integriteit tegen het ongewild faciliteren van criminele activiteiten wel. Om het bestuur zo goed als mogelijk in staat te stellen dit te kunnen doen, heeft dit kabinet als onderdeel van de zogenaamde «actie-agenda aanpak ondermijning» hoge prioriteit gegeven aan het onderhavige wetsvoorstel, om daarmee bevoegdheden voor informatiedeling tussen bestuursorganen in de Wet Bibob te regelen, en om deze wet op enkele overige onderdelen te wijzigen.

De in dit wetsvoorstel voorgestelde wijzigingen strekken tot:

  • verruiming van de bevoegdheden tot informatiedeling (tussen het Landelijk Bureau Bibob en bestuursorganen en tussen bestuursorganen onderling); dit is nodig voor een effectievere signaalfunctie naar andere bestuursorganen om een betere risico-inschatting door bestuursorganen mogelijk te maken en daarmee de kans te verkleinen dat malafide personen legale structuren kunnen misbruiken voor criminele activiteiten;

  • uitbreiding van de reikwijdte van de Wet Bibob met het toestemmingsvereiste bij vervreemding van een opstalrecht en met bepaalde omgevingsvergunningen; als een gemeente eigenaar is van vastgoed waarop een opstalrecht rust, en aan haar toestemming wordt gevraagd voor de vervreemding van dat opstalrecht, is de overheidsintegriteit in het geding. Gelet op de risico’s voor misbruik en criminaliteit moet een onderzoek op grond van de Wet Bibob mogelijk zijn. Hetzelfde geldt voor omgevingsvergunningen voor omgevingsplanactiviteiten.

  • verduidelijking van de eigen onderzoeksbevoegdheden van bestuursorganen inzake fiscale gegevens. Voor een adequate inschatting van de risico’s op criminele facilitering zal het in veel gevallen nodig blijken om ook fiscale gegevens met betrekking tot derden op te vragen. Dit wetsvoorstel biedt daarvoor een heldere grondslag, opdat van mogelijke versluieringsconstructies de risico’s reeds boven water komen in het eigen onderzoek van bestuursorganen.

Voor meer informatie:

Print Friendly and PDF ^