Vrijspraak in omvangrijke hypotheekfraudezaak: onvoldoende bewijs voor oplichting en witwassen
/Rechtbank Limburg 28 augustus 2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:6208
De rechtbank Limburg spreekt een verdachte vrij van oplichting, valsheid in geschrift en witwassen. Hij zou met valse documenten een hypothecaire lening van 250.000 euro hebben verkregen. Volgens de rechtbank ontbreekt echter het bewijs dat hij wist van de vervalsingen. Ook voor witwassen van de woning en een geldbedrag van ruim 62.000 euro is geen wettig bewijs. De woning is niet aantoonbaar uit misdrijf verkregen. De verdachte wordt van alle feiten vrijgesproken.
Context van de zaak
Deze strafzaak betreft een natuurlijk persoon, geboren in 1982, woonachtig te Heerlen, die terechtstaat op verdenking van onder meer hypotheekfraude, gebruik van valse documenten en witwassen. De verdachte wordt bijgestaan door een advocaat uit Maastricht. De zaak wordt behandeld door de meervoudige strafkamer van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht. De inhoudelijke behandeling vindt plaats op 14 augustus 2024. Daarbij zijn zowel de verdachte als zijn raadsvrouw aanwezig. De zaak wordt gelijktijdig, maar niet gevoegd, behandeld met de zaken tegen twee medeverdachten.
De kern van het feitencomplex ziet op de aanvraag van een hypothecaire lening bij Obvion N.V. voor een bedrag van 250.000 euro. De lening zou zijn verkregen met behulp van valse documenten, waaronder vervalste salarisspecificaties en een onjuiste werkgeversverklaring. Daarnaast staat centraal of de woning die met deze lening is gefinancierd, alsmede een afzonderlijk geldbedrag van ruim 62.000 euro, zijn witgewassen. De periode waarin de verdachte deze feiten zou hebben gepleegd, strekt zich uit van oktober 2019 tot en met maart 2021.
De tenlastelegging
De verdachte wordt verweten dat hij:
Feit 1: samen met anderen Obvion N.V. heeft opgelicht door bij de aanvraag van een hypothecaire lening gebruik te maken van vervalste documenten, waaronder valse salarisspecificaties en een onjuiste werkgeversverklaring;
Feit 2: opzettelijk gebruik heeft gemaakt van voornoemde valse documenten bij diezelfde hypotheekaanvraag;
Feit 3: de woning in Heerlen, gefinancierd met de hypothecaire lening, voorhanden heeft gehad terwijl hij wist dat deze afkomstig was uit eigen misdrijf (witwassen);
Feit 4: een geldbedrag van in totaal 62.275 euro heeft witgewassen, bestaande uit twee afzonderlijke bedragen van 13.350 euro en 48.925 euro.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht de tenlastegelegde feiten aanvankelijk wettig en overtuigend bewezen en vordert een veroordeling. In de kern wordt betoogd dat de verdachte actief betrokken is geweest bij het creëren en gebruiken van valse documenten met het oogmerk om een hypothecaire lening te verkrijgen. Daarbij wordt gewezen op de inhoud van de salarisspecificaties, die loonbetalingen vermelden die in werkelijkheid slechts tweemaal hebben plaatsgevonden. Voorts bevat de werkgeversverklaring een onjuist startmoment van het dienstverband.
Ten aanzien van het witwassen voert het Openbaar Ministerie aan dat de woning die met de lening is gefinancierd, en het apart witgewassen bedrag van ruim 62.000 euro, directe opbrengsten zijn van misdrijven, namelijk de oplichting en/of valsheid in geschrift. De verdachte zou zich aldus ook schuldig hebben gemaakt aan het verbergen van de criminele herkomst van deze goederen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging voert gemotiveerd verweer tegen alle onderdelen van de tenlastelegging. Ten aanzien van de vermeende oplichting en het gebruik van valse documenten stelt de raadsvrouw dat de verdachte zelf niet verantwoordelijk is voor de inhoud van de salarisspecificaties en de werkgeversverklaring. Deze documenten zouden zijn opgesteld door derden en de verdachte zou ervan zijn uitgegaan dat deze correct waren. De verdediging wijst erop dat geen bewijs voorhanden is dat de verdachte wetenschap had van de onjuistheden in deze stukken.
Wat betreft de verdenking van witwassen, voert de verdediging aan dat het causale verband tussen het verwerven van de woning en een daaraan voorafgaand misdrijf ontbreekt. De verdediging stelt dat de hypothecaire lening rechtsgeldig is verstrekt door Obvion N.V., mede op basis van een reguliere krediettoetsing. Voor het bedrag van 62.275 euro wordt betoogd dat geen aanknopingspunten bestaan waaruit volgt dat dit bedrag afkomstig is uit enig misdrijf. De raadsvrouw verzoekt dan ook vrijspraak van alle tenlastegelegde feiten.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat voor een bewezenverklaring vereist is dat er sprake is van wettig en overtuigend bewijs voor alle bestanddelen van de tenlastegelegde feiten. In deze zaak is dat volgens de rechtbank niet het geval. Wat betreft de oplichting en het gebruik van valse documenten is niet komen vast te staan dat de verdachte opzettelijk valse of vervalste documenten heeft gebruikt of heeft doen opmaken met het oogmerk om Obvion N.V. te misleiden.
De rechtbank acht het aannemelijk dat de verdachte zich niet bewust is geweest van de onjuistheden in de stukken die zijn overgelegd bij de hypotheekaanvraag. De salarisspecificaties en werkgeversverklaring zijn weliswaar inhoudelijk discutabel, maar het bewijs dat de verdachte wist dat deze onjuist waren of dat hij deze zelf (mede) heeft vervalst, ontbreekt.
Ten aanzien van het witwassen oordeelt de rechtbank dat niet aannemelijk is gemaakt dat de woning en het genoemde geldbedrag direct of indirect afkomstig zijn uit enig misdrijf. De enkele omstandigheid dat een woning is gefinancierd met een hypothecaire lening, die mogelijk onder valse voorwendselen is verkregen, is onvoldoende om te concluderen dat de woning een opbrengst is van een misdrijf. Hetzelfde geldt voor het geldbedrag: er is onvoldoende bewijs dat dit afkomstig is uit strafbare feiten. De rechtbank benadrukt dat bij witwassen een duidelijk verband moet worden aangetoond tussen het bezit van een goed en de criminele herkomst daarvan. Dat verband ontbreekt in deze zaak.
Lees hier de volledige uitspraak.
