Vergoeding van ruim 2,5 ton aan advocaatkosten na integrale vrijspraak Maastrichtse huisarts
/Rechtbank Limburg 10 december 2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:10348 (publicatie uitspraak 10 december 2025)
Rechtbank Limburg kent een schadevergoeding van 258.313,36 toe aan een man die integraal is vrijgesproken. De vergoeding betreft voornamelijk advocaatkosten, reiskosten en waarnemingskosten. Het Openbaar Ministerie verzette zich deels tegen toekenning, maar de rechtbank ziet voldoende billijkheidsgronden. Inkomstenderving en overige schade worden afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing of buitenwettelijke grondslag. De zaak betrof een langdurige, complexe strafzaak met vele zittingen. Vrijspraak maakt toekenning op grond van artikel 530 Sv mogelijk.
Context van de zaak
De verzoeker, een man geboren in 1960, wordt op 29 juli 2022 door de meervoudige kamer van de rechtbank Limburg integraal vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Het Openbaar Ministerie stelt aanvankelijk hoger beroep in tegen deze uitspraak, maar trekt dit op 26 januari 2024 in, waarmee het vonnis onherroepelijk wordt. De verzoeker vraagt vervolgens om schadevergoeding op grond van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering. Het gaat daarbij om een omvangrijk bedrag van in totaal 396.386,64 voor onder meer advocaatkosten, reiskosten en inkomstenverlies.
De verzoeker is woonachtig te Maastricht en wordt bijgestaan door mr. K.B.H. Welvaart. De zaak wordt behandeld in openbare raadkamer op 12 november 2024, waarbij zowel de verzoeker als zijn advocaat en de officier van justitie aanwezig zijn. Op 10 december 2024 doet de rechtbank uitspraak.
Verdenking
De inhoud van de oorspronkelijke tenlastelegging wordt in deze procedure niet herhaald. Research leert echter dat het gaat om de strafzaak tegen een Maastrichtse huisarts die werd verdacht zijn 76‑jarige schoonmoeder te hebben gedood door het toedienen van sederende medicatie, maar in die strafzaak volledig is vrijgesproken. De verdenking betrof dus een levensdelict in de sfeer van (medische) levensbeëindiging/vergiftiging; uiteindelijk is geen enkel strafbaar feit bewezen verklaard en is het vonnis na intrekking van het hoger beroep onherroepelijk geworden.
In de onderliggende strafprocedure met parketnummer 03‑720608‑17 werd de huisarts verweten dat hij door toediening van sederende middelen het overlijden van zijn schoonmoeder had veroorzaakt, hetgeen door het OM als een zeer ernstig levensdelict werd vervolgd. De rechtbank Limburg (locatie Roermond) heeft de verdachte op 29 juli 2022 integraal vrijgesproken, waarna de advocaat‑generaal in 2024 het ingesteld rechtsmiddel heeft ingetrokken, zodat de vrijspraak definitief werd.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie voert primair aan dat geen gronden van billijkheid aanwezig zijn voor toekenning van schadevergoeding, omdat de verzoeker de verdenking van een ernstig strafbaar feit over zichzelf zou hebben afgeroepen. Subsidiair pleit de officier voor een gematigde toewijzing van het verzoek. De kosten van de eerste raadsman (€ 14.047,33) worden als toewijsbaar aangemerkt, maar de kosten van de opvolgend raadsman (€ 244.824,72) dienen volgens het OM gehalveerd te worden.
Voor wat betreft de reiskosten stelt de officier dat alleen de reizen naar de rechtbank en het hof voor vergoeding in aanmerking komen. De reizen naar het politiebureau zijn volgens het OM niet vergoedbaar, mede omdat de opgegeven aantallen ritten niet aannemelijk zijn gemaakt. Toewijsbaar zou dan enkel een bedrag van € 509,04 zijn.
Ten aanzien van de schade door tijdverzuim en inkomstenderving voert de officier aan dat deze onvoldoende zijn onderbouwd met bewijsstukken. Bovendien vallen bepaalde schadeposten, zoals gederfde inkomsten bij derden en psychische schade, buiten de reikwijdte van artikel 530 Sv.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt vergoeding van de volgende posten:
Kosten rechtsbijstand eerste raadsman: € 14.047,33
Kosten rechtsbijstand opvolgend raadsman: € 244.824,72
Reiskosten naar zittingen en politiebureau: € 766,08
Overige materiële schade, waaronder waarnemingskosten en inkomstenderving: € 136.748,51
De posten worden onderbouwd met facturen, urenspecificaties en pleitaantekeningen. De verdediging benadrukt dat de complexiteit van de strafzaak een aanzienlijke kostenpost met zich heeft meegebracht, mede vanwege het grote aantal zittingen en de langdurige looptijd van de zaak.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelt dat is voldaan aan de wettelijke voorwaarden voor schadevergoeding op grond van artikel 530 Sv. Er is sprake van vrijspraak zonder oplegging van straf of maatregel, waardoor het verzoek inhoudelijk kan worden beoordeeld.
De rechtbank ziet, anders dan het OM, geen aanleiding om het verzoek af te wijzen op de grond dat de verzoeker de verdenking over zichzelf zou hebben afgeroepen. Die omstandigheid doet niet af aan het feit dat de verzoeker integraal is vrijgesproken. De rechtbank acht op grond van de omstandigheden van het geval gronden van billijkheid aanwezig om tot schadevergoeding over te gaan.
Vergoeding van kosten rechtsbijstand
De rechtbank kent een vergoeding toe voor de kosten van rechtsbijstand door Wagemans en Fernhout van € 11.627,36, conform een eerdere vaststelling door het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.
De kosten van de opvolgend raadsman, mr. Welvaart, worden volledig toegewezen tot een bedrag van € 244.824,72. De rechtbank acht dit bedrag niet onmiskenbaar bovenmatig gezien de complexiteit en duur van de zaak. In dit bedrag is tevens € 1.020 begrepen voor het opstellen en indienen van de verzoeken ex artikel 530 en 533 Sv, waarvan € 680 het gebruikelijke tarief is en € 340 wordt toegevoegd vanwege de ingewikkeldheid van het dossier.
Vergoeding van reiskosten
De rechtbank kent een bedrag van € 581,28 toe aan reiskosten voor het bijwonen van 15 zittingen bij de rechtbank in Roermond en 2 zittingen bij het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch. De reiskosten voor bezoeken aan het politiebureau worden afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing en betwisting door het OM, die door de verzoeker onweersproken is gelaten.
Vergoeding van waarneemkosten
Alleen de waarneemkosten die direct verband houden met zittingsdagen komen voor vergoeding in aanmerking. De rechtbank acht twee facturen van Daskalos van respectievelijk € 768 en € 512 voldoende onderbouwd, in totaal € 1.280. De overige posten worden afgewezen wegens gebrek aan inzichtelijkheid en onderbouwing.
Afwijzing van overige schadeposten
De rechtbank wijst de gevorderde inkomstenderving bij Huisartsenpost en Universiteit af, nu deze posten buiten de reikwijdte van artikel 530 Sv vallen. Ook de opgevoerde schadeposten wegens psychische gevolgen en niet-concrete schade worden afgewezen wegens onvoldoende bewijs en toelichting.
Conclusie
De rechtbank kent aan de verzoeker een totale schadevergoeding toe van € 258.313,36, bestaande uit:
Kosten rechtsbijstand Wagemans en Fernhout: € 11.627,36
Kosten rechtsbijstand Welvaart en Tonckens: € 244.824,72
Reiskosten: € 581,28
Waarnemingskosten: € 1.280
Het meerdere of anders gevorderde wordt afgewezen.
Lees hier de volledige uitspraak.
