Twaalf maanden gevangenisstraf voor fraude met paardenvlees
/De rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeelde vorige week een 61-jarige vleeshandelaar tot een gevangenisstraf van twaalf maanden. De man leverde met zijn bedrijf grote hoeveelheden paardenvlees aan een Frans bedrijf en deed voorkomen alsof dit rundvlees was.
De fraude vond plaats van september 2012 tot en met januari 2013. Om de fraude te verhullen werden diverse documenten vals opgemaakt. Er werd niet vermeld dat er paardenvlees werd geleverd en er werd een ander land van herkomst weergegeven. Volgens de rechtbank was de vleeshandelaar hier verantwoordelijk voor, net als voor de feitelijke uitvoering van de levering van het vlees. Zijn compagnon ziet de rechtbank als degene die alles had uitgedacht, het contact onderhield met het Franse bedrijf en de inkoop regelde. Volgens de rechtbank hebben de vleeshandelaar en zijn compagnon een jaar lang deelgenomen aan een criminele organisatie, die met het plegen van valsheid in geschrifte vleesfraude probeerde te verhullen.
Gevolgen
Door dit paardenvleesschandaal kwamen diverse bedrijven die deel uitmaakten van de voedselproductieketen in een kwaad daglicht te staan en hebben zij grote financiële schade geleden. Volgens de rechtbank moeten consumenten erop kunnen vertrouwen dat de ingrediënten, die zijn vermeld op de verpakking van een product, juist zijn. Door dit schandaal is het vertrouwen van de consument in de voedingsmiddelenindustrie ernstig aangetast. Daarnaast is de voedselveiligheid in gevaar gebracht. Misleidende informatie over de herkomst van vlees brengt immers gezondheidsrisico’s met zich mee, zo oordeelde de rechtbank.
Strafmaat
De rechtbank hield bij haar veroordeling rekening met het feit dat de vleeshandelaar al eerder een vergelijkbaar strafbaar feit pleegde. In 2012 werd de man veroordeeld voor de verkoop van paardenvlees als halal-rundvlees in 2009. Voor de rechtbank weegt deze veroordeling en het feit dat verdachte niet inziet hoe kwalijk zijn handelen is, in zijn nadeel. Wel is de rol van de man kleiner dan die van zijn compagnon, die later nog terecht moet staan. Omdat de termijn, waarbinnen het vonnis is uitgesproken, met meer dan twee jaar is overschreden, is er een strafkorting van twintig procent toegepast.
Lees hier de volledige uitspraken:
