Taakstraf voor autohandelaar: geen sprake van oplichting, wel verduistering van klassieke Chevrolet
/Rechtbank Den Haag 28 november 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:22567
Een autohandelaar uit Zoetermeer wordt door de rechtbank Den Haag vrijgesproken van oplichting en verduistering van geldbedragen, omdat geen sprake is van strafrechtelijke misleiding of wederrechtelijke toe-eigening. Wel wordt hij veroordeeld voor verduistering van een Chevrolet Camaro, die hem voor spuitwerk was toevertrouwd maar zonder toestemming aan een derde is meegegeven als onderpand. De rechtbank acht dit handelen strafbaar en legt een taakstraf van 120 uur op. De eis van 18 maanden celstraf wordt daarmee niet gevolgd. Alle schadeclaims van benadeelde partijen worden afgewezen. De zaak illustreert het onderscheid tussen civielrechtelijke wanprestatie en strafrechtelijke aansprakelijkheid.
Context van de zaak
De verdachte is een 32-jarige autohandelaar uit Zoetermeer en sinds 2023 enig eigenaar van Original Classic Musclecars, een bedrijf gespecialiseerd in de in- en verkoop en restauratie van klassieke Amerikaanse auto’s. Tussen eind 2022 en begin 2024 ontvangt de politie diverse aangiften van kopers die stellen dat zij, ondanks betaling, geen voertuig geleverd kregen. Dit leidt tot verdenking van oplichting en verduistering. De verdachte erkent dat hij betalingsproblemen had en voertuigen niet kon leveren, maar stelt dat hij altijd de intentie had tot levering en dat er geen sprake was van opzet of bedrog.
De rechtbank onderzoekt of de feiten de strafrechtelijke grenzen van oplichting of verduistering overschrijden. Hierbij speelt met name de vraag of sprake is van een "samenweefsel van verdichtsels", zoals vereist voor een veroordeling wegens oplichting, of dat de verdachte goederen die hem toevertrouwd waren zich wederrechtelijk heeft toegeëigend.
De tenlastelegging
De verdachte wordt verweten dat hij drie aangevers heeft bewogen tot betaling van in totaal 234.000 euro voor de aankoop van voertuigen en een camper, zonder dat hij deze kon of wilde leveren. Volgens het Openbaar Ministerie maakt dit een samenweefsel van verdichtsels uit, hetgeen oplichting in de zin van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht oplevert. Subsidiair wordt hem verduistering verweten van de ontvangen geldbedragen.
Daarnaast wordt hem ten laste gelegd dat hij opzettelijk een Chevrolet Camaro, toebehorend aan een klant die de auto ter reparatie had aangeboden, aan een derde heeft afgegeven als onderpand voor een eigen schuld.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie stelt zich op het standpunt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting, nu hij bewust onware mededelingen zou hebben gedaan aan de aangevers en documenten heeft overgelegd die hun vertrouwen moesten wekken. Ook vordert de officier van justitie veroordeling voor verduistering, omdat de verdachte geld en voertuigen die hem waren toevertrouwd voor eigen gewin zou hebben aangewend. Gevorderd wordt een gevangenisstraf van achttien maanden.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging voert aan dat er geen sprake is van strafrechtelijke oplichting of verduistering. De verdachte zou enkel civielrechtelijk tekort zijn geschoten. Hij had de intentie de voertuigen te leveren en verkeerde in financiële problemen. Voor zover documenten zijn overgelegd, is dit ná betaling geweest en dus niet relevant voor het oplichtingsverwijt. De verdediging bepleit vrijspraak van alle ten laste gelegde feiten.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van oplichting. Weliswaar heeft de verdachte in meerdere gevallen zijn verplichtingen niet nagekomen, maar uit het dossier blijkt onvoldoende dat hij bij het sluiten van de koopovereenkomsten wist dat levering onmogelijk was of nooit de intentie had om te leveren. Er is geen sprake van een samenweefsel van verdichtsels als bedoeld in artikel 326 Sr, aangezien de verdachte pas na betaling documenten heeft overgelegd en zijn verklaringen op het moment van overeenkomst niet aantoonbaar onwaar of misleidend waren.
Ook het subsidiair ten laste gelegde feit van verduistering van geldbedragen wordt niet bewezen verklaard. De rechtbank verwijst naar vaste jurisprudentie van de Hoge Raad, waaruit volgt dat geldbedragen die op basis van een koopovereenkomst worden ontvangen in beginsel niet vatbaar zijn voor wederrechtelijke toe-eigening.
Ten aanzien van het tweede feit, verduistering van een Chevrolet Camaro, oordeelt de rechtbank wél dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering. De auto was aan hem toevertrouwd voor spuitwerk, maar is zonder toestemming van de eigenaar als onderpand aan een derde meegegeven voor een persoonlijke schuld. De verdachte verklaart dit ook ter zitting en bevestigt dat hij de auto aan de derde heeft afgegeven. Hiermee handelt hij als heer en meester over een goed dat aan een ander toebehoort.
De bewezenverklaring
Bewezen wordt verklaard dat de verdachte in de periode van december 2022 tot oktober 2023 in Zoetermeer opzettelijk een Chevrolet Camaro, eigendom van een klant, wederrechtelijk heeft toegeëigend door deze zonder toestemming van de eigenaar aan een derde over te dragen als onderpand.
Van de overige ten laste gelegde feiten, waaronder oplichting en verduistering van geldbedragen, wordt de verdachte vrijgesproken.
De strafoplegging
De rechtbank neemt bij de strafoplegging als uitgangspunt dat verduistering van een voertuig van aanzienlijke waarde (27.000 euro) een ernstig feit is. De verdachte heeft misbruik gemaakt van het vertrouwen dat in hem werd gesteld door het voertuig van de eigenaar voor eigen gewin over te dragen.
Tegelijkertijd weegt de rechtbank mee dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten en dat er volgens de reclassering sprake is van een laag-gemiddeld recidiverisico. Om die reden wordt geen gevangenisstraf opgelegd, maar een taakstraf van 120 uur, met aftrek van voorarrest. Voor het geval dat de taakstraf niet naar behoren wordt verricht, wordt een vervangende hechtenis van 60 dagen opgelegd.
De benadeelde partijen
Acht personen hebben zich in de strafzaak gevoegd als benadeelde partij met vorderingen tot schadevergoeding, variërend van 25.000 tot ruim 190.000 euro. Omdat de verdachte wordt vrijgesproken van alle feiten waarop deze vorderingen betrekking hebben (behoudens de verduistering van de auto van één aangever), worden alle benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen. Zij kunnen hun schade desgewenst bij de burgerlijke rechter vorderen.
Ook de eigenaar van de verduisterde Chevrolet Camaro wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat deze onvoldoende is onderbouwd en niet is ondertekend.
Lees hier de volledige uitspraak.
