OVAR: inzamelen puin is niet aan te merken als activiteit die als essentieel onderdeel van bedrijfsvoering moet worden gezien, zodat sprake is van niet-beroepsmatig inzamelen van bedrijfsafvalstoffen

Gerechtshof Den Haag 6 juli 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:1260

De verdachte heeft zich in het kader van de uitoefening van zijn bedrijf, zonder daartoe gerechtigd te zijn, met anderen schuldig gemaakt aan het opzettelijk brengen van puin in de Hollandsche IJssel, zijnde een oppervlaktewaterlichaam. Bij een andere gelegenheid heeft de verdachte niet-opzettelijk materiaal afkomstig van boomstronken en/of takken en/of afvalstoffen in genoemd oppervlaktewaterlichaam gebracht. Verdachte wordt onder meer overtreding van art. 6.2 Waterwet verweten onder meer door het zonder vergunning laten storten van puin in de Hollandsche IJssel, zijnde een oppervlaktewaterlichaam.

In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder parketnummer 83-170789-18 onder 1 primair en 2 tenlastegelegde, alsmede ter zake van het onder parketnummer 83-176851-18 tenlastegelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 200 uren, subsidiair 100 dagen hechtenis, alsmede tot een geldboete van € 7.500,00, subsidiair 72 dagen hechtenis, voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.

Verweren met betrekking tot het onder parketnummer 83-170789-18 onder 1 en 2 tenlastegelegde

De raadsman heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat de verdachte van het onder parketnummer 83-170789-18 onder 1 en 2 tenlastegelegde behoort te worden vrijgesproken.

Met betrekking tot het onder parketnummer 83-170789-18 onder 1 tenlastegelegde: geen bewijs voor opzettelijk handelen

De raadsman heeft met betrekking tot het onder parketnummer 83-170789-18 onder 1 tenlastegelegde aangevoerd dat geen bewijs voorhanden is voor het tenlastegelegde verwijt dat de verdachte opzettelijk stoffen heeft gebracht in de Hollandsche IJssel, zonder te beschikken over de daarvoor benodigde vergunning of vrijstelling.

De verdachte meende, aldus de raadsman, dat hij handelde overeenkomstig de geldende wet- en regelgeving en hij had niet de bedoeling die te overtreden. Hij ging ervan uit dat het bedrijf A - dat meermalen op zijn verzoek puin stortte op het door hem gehuurde perceel - en bedrijf B - dat het puin op het terrein verplaatste - op de hoogte waren van de geldende wet- en regelgeving en dienovereenkomstig zouden handelen.

Bovendien heeft de verdachte geen opdracht gegeven om het in de bewezenverklaring genoemde puin in de Hollandsche IJssel te brengen, maar slechts om dat op zijn perceel (dat grenst aan de Hollandsche IJssel) te storten.

Het hof overweegt als volgt.

In het economisch strafrecht dient de term opzet te worden uitgelegd als ‘kleurloos’ opzet. Dit betekent dat verdachtes opzet slechts gericht behoeft te zijn op de gedraging en niet op de wederrechtelijkheid daarvan. In het onderhavige geval houdt dat in het opzet van de verdachte slechts gericht diende te zijn op het brengen van stoffen, te weten een hoeveelheid puin (bouw- en sloopafval) in de Hollandsche IJssel.

Op basis van de door de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep afgelegde verklaring en de overige bewijsmiddelen stelt het hof vast dat het puin op verzoek van de verdachte op het door de verdachte gehuurde perceel (dat grenst aan de Hollandsche IJssel) werd gestort ten behoeve van het aanbrengen van een schuin aflopende kade vanaf genoemd perceel in de Hollandsche IJssel. Door het puin aldus en met dit doel op het aan het water grenzende terrein te laten storten kon het niet anders dan dat het puin uiteindelijk in de Hollandse IJssel terecht zou komen, en dat het opzet van de verdachte ook hierop was gericht.

Het hof verwerpt het verweer.

Met betrekking tot het onder parketnummer 83-170789-18 onder 2 tenlastegelegde

Voorts heeft de raadsman vrijspraak bepleit van het onder parketnummer 83-170789-18 onder 2 tenlastegelegde. Dat verweer zal het hof hierna onder ‘Strafbaarheid van het bewezenverklaarde’ bespreken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Verweer ten aanzien van het onder parketnummer 83-170789-18 onder 2 bewezenverklaarde

De raadsman heeft terechtzitting in hoger beroep aangevoerd dat de verdachte behoort te worden vrijgesproken van het onder parketnummer 83-170789-18 onder 2 tenlastegelegde nu de verdachte niet-beroepsmatig bedrijfsafvalstoffen heeft ingezameld, zodat het in artikel 10.45, eerste lid, van de Wet milieubeheer bedoelde verbod – gelet op artikel 8 van het Besluit inzamelen afvalstoffen - niet op hem van toepassing is.

Het hof overweegt als volgt.

Ingevolge artikel 8 van het Besluit inzamelen afvalstoffen geldt het in artikel 10.45, eerste lid, van de Wet milieubeheer bedoelde verbod niet voor het niet-beroepsmatig inzamelen van bedrijfsafvalstoffen.

Blijkens de Nota van Toelichting bij genoemd Besluit kan bij het beroepsmatig inzamelen van afvalstoffen gedacht worden aan inzamelaars waarvoor het inzamelen van afvalstoffen een essentieel onderdeel van hun bedrijfsvoering is.

De verdachte heeft het in de bewezenverklaring onder 2 genoemde puin (bouw- en sloopafval) opzettelijk ingezameld om aansluitend op het door hem gehuurde perceel, waar de verdachte zich bedrijfsmatig bezighield met het vervaardigen van houten decoraties, een schuin aflopende kade aan te leggen en het terrein te vergroten.

Het (eenmalig) inzamelen van bedoeld puin door de verdachte is naar het oordeel van het hof, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, niet aan te merken als activiteit die (gelet op de genoemde hoofdactiviteit van het bedrijf van de verdachte) als essentieel onderdeel van de bedrijfsvoering moet worden gezien, zodat sprake is geweest van het niet-beroepsmatig inzamelen van bedrijfsafvalstoffen in de zin van artikel 8 van het Besluit inzamelen afvalstoffen.

Het bewezenverklaarde is mitsdien niet strafbaar, zodat de verdachte ter zake daarvan dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

Bewezenverklaring

  • Het onder parketnummer 83-170789-18 onder 1 primair bewezenverklaarde levert op: medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 6.2 van de Waterwet, opzettelijk begaan.

  • Het onder parketnummer 83-176851-18 bewezenverklaarde levert op: overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 6.2 van de Waterwet.

Strafoplegging

  • Ten aanzien van het onder parketnummer 83-170789-18 onder 1 primair bewezenverklaarde:

  • taakstraf voor van 80 uren

  • voorwaardelijke geldboete van € 3.500 met een proeftijd van 2 jaar

  • Ten aanzien van het onder parketnummer 83-176851-18 bewezenverklaarde:

  • Voorwaardelijke geldboete van € 1.000 met een proeftijd van 2 jaar

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^