Ontzetting notaris uit ambt voor rol in voorgenomen transactie Venezolaanse Bolivars

Gerechtshof Amsterdam 9 februari 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:246

Een notaris is ontzet uit zijn ambt voor zijn rol in een voorgenomen transactie van anderhalf miljard contante Venezolaanse Bolivars. Het gerechtshof Amsterdam heeft de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden van 17 februari 2020 bevestigd.

Voorgenomen transactie

Het Openbaar Ministerie (OM) trof in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar een voorgenomen transactie met anderhalf miljard contante Venezolaanse Bolivars bij een doorzoeking van de auto van een van de verdachten een door de notaris opgestelde verklaring aan. De verklaring van de notaris - op zijn briefpapier en voorzien van zijn handtekening en kantoorstempel - hield in dat hij had gezien dat een Nederlandse vennootschap anderhalf miljard Bolivars in contanten in bezit had en dat deze gelden volgens de statutair bestuurder waren verdiend met diverse handelstransacties. In het daarop volgende strafrechtelijke onderzoek tegen de notaris kwam naar voren dat de notaris de inhoud van de verklaring niet (voldoende) had gecontroleerd en geverifieerd.

Klacht

Het OM diende een klacht in bij de notariskamer, stellende dat de notaris misbruik had gemaakt van zijn maatschappelijk functie door een valse verklaring op te stellen. De notaris stelde zich op het standpunt dat het OM niet gelijktijdig een strafvervolging mag instellen en een klacht aanhangig maken, nu deze procedures betrekking hebben op dezelfde gedraging.

Beslissing

Het hof is van oordeel dat, wanneer het OM een notaris strafrechtelijk vervolgt, het daarnaast een redelijk belang kan hebben om een tuchtklacht tegen deze notaris in te dienen. Daarbij is van belang dat het strafrecht een ander doel dient dan het tuchtrecht. Het tuchtrecht bewaakt het aanzien van de beroepsgroep, beschermt het belang van een goede beroepsuitoefening en bevordert de kwaliteit daarvan zodat de samenleving daarin vertrouwen kan (blijven) stellen. Het is niet aan de tuchtrechter om vast te stellen of de gedraging van de notaris als valsheid in geschrifte als bedoeld in artikel 225 Wetboek van Strafrecht is te kwalificeren.

Het hof acht de handelwijze van de notaris niet alleen uitermate onzorgvuldig, maar is ook van oordeel dat de notaris had moeten beseffen dat hij misbruik maakte van zijn maatschappelijke positie.

Het hof rekent het de notaris zwaar aan dat hij het aanzien van zijn beroepsgroep in diskrediet heeft gebracht en het maatschappelijk vertrouwen daarin heeft beschadigd door de kernwaarden van het beroep - zorgvuldigheid, integriteit en onafhankelijkheid - ernstig te schenden. Alleen oplegging van de zwaarste maatregel - ontzetting uit het ambt - is daarop een passende en noodzakelijke reactie. De uitspraak van het hof is bindend.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^