De Hoge Raad zwijgt waar hij had mogen spreken
/Op 10 oktober 2025 deed de Hoge Raad uitspraak in een zaak die alles in zich had om belangrijk te worden voor de fiscale boetepraktijk. Maar in plaats van richting te geven, koos de Hoge Raad voor stilte: het cassatieberoep werd zonder motivering ongegrond verklaard, met een verwijzing naar artikel 81, lid 1, Wet RO.
Op zichzelf niets nieuws — de Hoge Raad doet dat vaak. Toch wringt het hier. Want Advocaat-Generaal (A-G) Koopman had in zijn conclusie juist uitgebreid uitgelegd waarom het cassatieberoep gegrond had moeten worden verklaard. Vooral over het vierde cassatiemiddel, waarin het draaide om de vraag:
Hoe streng moet de rechter zijn bij het bewijzen van een beboetbaar feit als er ook een ander, geloofwaardig scenario mogelijk is?
Lees verder:
