Celstraf en geldboetes voor omvangrijke handel in koraal en andere bedreigde diersoorten

Rechtbank Oost-Brabant 10 november 2020, ECLI:NL:RBOBR:2020:5522

Een 57-jarige man uit Berghem krijgt een celstraf opgelegd van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De 2 vennootschappen waarin hij zijn groothandel drijft moeten geldboetes betalen van in totaal 40.000 euro. Daarnaast veroordeelt de rechtbank Oost-Brabant de beide bedrijven tot een jaar voorwaardelijke stillegging. De verdachten handelden meerdere jaren in een groot aantal beschermde uitheemse dieren- en plantensoorten, verstrekten onjuiste gegevens aan de douane en handelden in namaakproducten.

De verdachte importeerde via zijn groothandel in Berghem van januari 2014 tot en met oktober 2016 grote hoeveelheden koraal van verschillende leveranciers in Indonesië, de Filipijnen en China. Daarom worden de vennootschappen ook als verdachten gezien. De verdachten hebben het koraal in hun bezit gehad en verhandeld. De rechtbank concludeert dat de diverse koralen beschermde uitheemse diersoorten zijn. De verdachten beschikten ook niet over de juiste vergunningen of certificaten. Volgens de rechtbank is er daarnaast voldoende bewijs dat de verdachten handelden in onder meer delen van zaagvissen en krokodillen en de schedels en wervels van verschillende beschermde uitheemse dieren. Ze hadden ook ivoren armbanden in hun bezit en handelden in voorwerpen van een uitheemse boomsoort. Ook zijn de verdachten veroordeeld voor het verstrekken van onjuiste gegevens aan de douane en de handel in namaakproducten.

Schade aan natuur en maatschappij

Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de verdachte en zijn 2 bedrijven jarenlang grote hoeveelheden producten van beschermde uitheemse dieren- en plantensoorten in hun bezit hadden en verhandelden. Daarmee is schade toegebracht aan de natuur. Er is 1.600 kilogram koraal bij de verdachten aangetroffen. Dat komt neer op 154 m2 koraal dat is weggenomen. Ook importeerden de verdachten zaagvissen, die behoren tot de meest ernstig bedreigde vissoort ter wereld en een groot aantal andere beschermde dieren- en plantensoorten. De verdachten hebben steeds verklaard naïef te zijn geweest en geen kwade opzet te hebben gehad. Dat vindt de rechtbank volstrekt ongeloofwaardig. De verdachten hebben steeds hun handelen proberen te verhullen, door goederen te verstoppen in containers, deze onder een andere benaming op paklijsten te zetten en door het indienen van onjuiste facturen bij de douane. Bij de gestelde naïviteit had openheid gepast, niet het verhullen van het eigen handelen. De verdachten droegen door hun gedrag bij aan een omvangrijke illegale handel.

Bij de strafbepaling houdt de rechtbank er onder meer ook rekening mee dat ze zich schuldig maakten aan het bezit en de verkoop van namaakproducten. Dat is niet alleen illegaal, maar ook maatschappelijk ongewenst. Alles bij elkaar vindt de rechtbank voor de man een celstraf van 14 maanden waarvan 7 maanden voorwaardelijk passend. De rechtbank houdt er rechter rekening mee dat het te lang duurde voor de officier van justitie de zaak voor de strafrechter bracht. Daarom krijgt de man een celstraf opgelegd van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Zijn 2 vennootschappen moeten elk 20.000 euro betalen. Als stok achter de deur hangt hen de komende 2 jaar een sluiting van een jaar ‘boven het hoofd’.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^