Cbb laat boete trustkantoor TMF grotendeels in stand voor rol in Mozambikaanse fraudezaak

College van Beroep voor het bedrijfsleven 26 april 2021, ECLI:NL:CBB:2021:432

Trustkantoor TMF werd in 2013 bestuurder van een vennootschap die 850 miljoen dollar uitleende voor het opzetten van een visserijbedrijf in Mozambique. In 2016 nam de Mozambikaanse overheid alle uitstaande schulden over kort voordat de media meldden dat het geld niet was geïnvesteerd in (tonijn)visserij, maar was doorgesluisd naar Defensie in Mozambique en/of was verduisterd.

DNB bestrafte het trustkantoor vanwege haar rol met een boete van bijna 594.000 euro, omdat TMF, kort gezegd, onvoldoende onderzoek had gedaan om te voorkomen dat haar klanten haar diensten  misbruiken voor transacties met of voor partijen waarmee geen transacties mogen worden verricht. Daarnaast kreeg TMF een boete van 10.000 euro vanwege overtreding van de Sanctiewet. De rechtbank verlaagde deze boetes met 10 procent, omdat DNB aanvankelijk stukken voor de rechtbank had achtergehouden.

In hoger beroep laat het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) de (door de rechtbank gematigde) hoogste boete in stand. TMF heeft haar poortwachtersfunctie niet naar behoren vervuld. Het dossier vertoont structurele tekortkomingen. Dat maakt de overtreding ernstig. Het dossier is zeer omvangrijk en heeft tot media-aandacht en Kamervragen geleid. Omdat DNB eerder al had gewezen op vergelijkbare tekortkomingen, is bovendien sprake van verhoogde verwijtbaarheid. Het CBb ziet geen reden voor een (verdere) matiging van deze boete.

Het CBb schrapt de boete op grond van de Sanctiewet. Een trustkantoor moet zijn administratie zo inrichten dat hij financiële middelen van de in de Sanctieregelgeving genoemde klanten kan detecteren en bevriezen, maar de ministeriële regels laten aan het trustkantoor zelf over op welke wijze hij daaraan uitvoering geeft. Het trustkantoor moet in dat verband een eigen risico-inschatting maken. Die door de wetgever gekozen combinatie van een 'principle based' benadering en een risicogeoriënteerde invulling door het trustkantoor is voor het CBb een belangrijke argument om te oordelen dat voor het opleggen van de (extra) boete het niet genoeg is dat de screening in een individueel dossier tekort schiet. Daarom schrapt het CBb de lage boete.

Deze uitspraak is definitief, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is de eindrechter in deze zaak. De volledige uitspraak is via onderstaande link te raadplegen. Bij verschil tussen dit persbericht en de volledige uitspraak is laatstgenoemde beslissend.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^