Belastingadviseur veroordeeld voor valsheid in geschrift; hof ziet geen bewijs voor grootschaligheid of opzet bij alle feiten en legt geen beroepsverbod op

Gerechtshof Amsterdam 10 juni 2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:1548

Een belastingadviseur wordt veroordeeld wegens het opzettelijk indienen van onjuiste belastingaangiften voor cliënten door gefingeerde zorgkosten op te voeren. Hij stelt tevens twee valse medische verklaringen op. Het hof acht bewezen dat hij doelbewust fraude pleegt. Verweren over onwetendheid worden verworpen. Er volgt een taakstraf van 50 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand. Een beroepsverbod wordt niet opgelegd vanwege leeftijd en gewijzigde werkwijze.

Context van de zaak

De verdachte betreft een zelfstandig werkende belastingadviseur, geboren in 1946, woonachtig in Hoorn. Hij verleent al geruime tijd diensten op het gebied van belastingadvies en -aangiften aan particuliere cliënten. In de onderhavige zaak staat hij terecht wegens structurele valsheid in geschrift, gepleegd bij het indienen van aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2014 en 2015 namens meerdere cliënten. De fraude betreft het onjuist opvoeren van uitgaven voor specifieke zorgkosten. Het onderzoek richt zich tevens op twee geschriften – een dieetbevestiging en een verklaring omtrent onbedoeld vochtverlies – die als onderbouwing van aftrekposten zijn overgelegd maar in werkelijkheid niet op waarheid berusten.

Tenlastelegging

De verdachte wordt verweten dat hij opzettelijk valse belastingaangiften heeft opgemaakt voor vier cliënten door daarin ten onrechte hoge bedragen aan zorgkosten op te voeren. Voorts wordt hem verweten dat hij een dieetbevestiging en een verklaring omtrent onbedoeld vochtverlies valselijk heeft opgesteld en voorhanden heeft gehad met het oogmerk deze als echt te laten doorgaan.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De advocaat-generaal stelt dat sprake is van opzettelijke en meervoudige valsheid in geschrift. De verdachte zou bewust valse gegevens hebben opgenomen in de aangiften en de ondersteunende documenten met vooropgezet doel hebben opgesteld. Gelet op de ernst en de frequentie van de fraude vordert het Openbaar Ministerie een taakstraf van 180 uur, een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een beroepsverbod van vijf jaar.

Standpunt van de verdediging

De verdediging bepleit vrijspraak. De verdachte zou hebben vertrouwd op de informatie die door cliënten is aangeleverd. Een gebrek aan doorvragen mag volgens de verdediging niet worden gelijkgesteld met opzettelijke fraude. Wat betreft de onderliggende verklaringen stelt de verdediging dat de huisarts deze heeft ondertekend, waarmee een zekere mate van betrouwbaarheid werd verondersteld. Er zou aldus geen sprake zijn van (voorwaardelijk) opzet.

Oordeel van het hof

Het hof acht bewezen dat de verdachte bij ten minste vier belastingaangiften opzettelijk valse gegevens heeft ingevoerd, voornamelijk met betrekking tot gefingeerde dieetkosten en zorguitgaven. In diverse gevallen bleken de opgevoerde aandoeningen en bijbehorende kosten uit de lucht gegrepen; de betrokken cliënten herkenden de ziekten niet of wisten überhaupt niet dat dergelijke bedragen waren opgevoerd.

Daarnaast stelt het hof vast dat de verdachte een dieetbevestiging en een verklaring omtrent onbedoeld vochtverlies valselijk heeft opgesteld. Uit de verklaringen van de betrokkenen blijkt dat deze documenten, hoewel voorzien van een huisartsenstempel, zijn ingevuld door de verdachte zelf, terwijl hij wist dat de daarin opgenomen informatie onjuist was.

Het hof verwerpt het verweer dat de verdachte slechts onzorgvuldig handelde. De gedragingen overstijgen de grenzen van een foutieve beoordeling of nalatigheid en kwalificeren als opzettelijke fraude.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan:

  1. Meervoudige valsheid in geschrift bij het opmaken van belastingaangiften over de jaren 2014 en 2015 voor vier cliënten, waarbij telkens opzettelijk onjuiste bedragen aan zorgkosten zijn vermeld;

  2. Valsheid in geschrift met betrekking tot een dieetbevestiging en een verklaring omtrent onbedoeld vochtverlies, opgesteld ten behoeve van één cliënt, alsmede het opzettelijk voorhanden hebben van deze geschriften met wetenschap dat zij bestemd waren voor gebruik als ware zij echt en onvervalst.

Strafoplegging

Bij de straftoemeting houdt het hof rekening met de ernst van de gepleegde feiten, de rol van de verdachte als belastingadviseur en zijn verantwoordelijkheden jegens de Belastingdienst. Het vertrouwen in de correcte verwerking van belastingaangiften is door deze gedragingen geschaad.

Desondanks ziet het hof geen aanleiding voor oplegging van een beroepsverbod, mede gelet op de hoge leeftijd van de verdachte (78 jaar), zijn aangepaste werkwijze en het ontbreken van een strafblad. Evenmin acht het hof de stelling van het Openbaar Ministerie over een langdurig fraudepatroon voldoende onderbouwd.

Het hof legt een taakstraf op van 50 uur, te vervangen door 25 dagen hechtenis indien niet naar behoren verricht, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaar. Deze laatste straf dient als waarschuwing en afschrikmiddel voor herhaling.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^