Getuigenverzoeken & toepassing noodzaakcriterium. Conclusie AG met beschouwing naar aanleiding van recente jurisprudentie van het EHRM.

Parket bij de Hoge Raad 28 mei 2019, ECLI:NL:PHR:2019:569

De steller van het middel is van opvatting dat het hof niet het noodzaakcriterium had moeten toepassen, maar het getuigenverzoek aan het verdedigingsbelang had moeten toetsen. Zij betoogt hiertoe dat, nu het hoger beroep is ingesteld door de officier van justitie en niet mede door of namens de verdachte, en de verdachte meer dan tien dagen (zelfs anderhalf jaar) voor de terechtzitting de opgave van getuigen heeft ingediend bij de advocaat-generaal, het hof – gelet op art. 414 Sv en behoudends de zich hier niet voordoende uitzondering van art. 418 lid 2 Sv – het in art. 288 lid 1 Sv voorziene verdedigingsbelangcriterium had moeten toepassen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Toepassing noodzaakcriterium indien gelegenheid tot opnieuw verzoeken tot het horen van bij appelschriftuur opgegeven getuigen onbenut is gelaten

Parket bij de Hoge Raad 14 mei 2019, ECLI:NL:PHR:2019:504

Het tweede middel klaagt dat het hof het verzoek van de verdediging tot het horen van enkele getuigen heeft afgewezen aan de hand van het onjuiste (noodzaak)criterium, terwijl de afwijzing voorts onbegrijpelijk, althans onvoldoende gemotiveerd is.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Ondervragingsrecht, Ambtshalve plicht tot oproepen van getuigen & Onmiddelijkheidsbeginsel

Parket bij de Hoge Raad 14 mei 2019, ECLI:NL:PHR:2019:505

Het uitgangspunt is dat op grond van art. 6, lid 3 aanhef en onder d, EVRM de verdediging aanspraak heeft op een behoorlijke en effectieve mogelijkheid om getuigen in enig stadium van het geding te (doen) ondervragen. De omstandigheid dat de verdediging, ondanks het nodige initiatief daartoe, geen gebruik heeft kunnen maken van die mogelijkheid, staat er niet aan in de weg dat een door een getuige afgelegde verklaring voor het bewijs wordt gebezigd, mits is voldaan aan de eisen van een eerlijk proces, in het bijzonder doordat de bewezenverklaring niet in beslissende mate op die verklaring wordt gebaseerd dan wel - indien de bewezenverklaring wel in beslissende mate op die verklaring wordt gebaseerd - het ontbreken van een behoorlijke en effectieve mogelijkheid om de desbetreffende getuige te ondervragen in voldoende mate wordt gecompenseerd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over afwijzing verzoek horen getuigen & ondervragingsrecht

Parket bij de Hoge Raad 14 mei 2019, ECLI:NL:PHR:2019:501

Het eerste middel klaagt dat het hof het verzoek van de verdediging tot het horen van drie getuigen ontoereikend gemotiveerd en/of met miskenning van het ondervragingsrecht heeft afgewezen. Het in het middel bedoelde verzoek is door de verdediging gedaan bij appelschriftuur van 29 maart 2016, en ook bij brief van 26 juli 2017 aan de voorzitter van de strafkamer van het hof.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over betrouwbaarheid van bekennende verklaringen van verdachte (die eerst had ontkend)

Parket bij de Hoge Raad 12 maart 2019, ECLI:NL:PHR:2019:228

Het eerste middel klaagt dat het hof in strijd met art. 359, tweede lid tweede volzin, Sv heeft verzuimd in het bijzonder de redenen op te geven die hebben geleid tot afwijking van het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt van de verdediging dat de bekennende verklaringen van de verdachte vanwege hun onbetrouwbaarheid terzijde moeten worden gesteld.

Read More
Print Friendly and PDF ^