Procesreglement digitaal procederen bij de Hoge Raad in strafzaken

Omdat het vanaf 17 december 2018 mogelijk is om in reguliere strafzaken en ontnemingszaken digitaal te procederen bij de Hoge Raad, is het aangepaste procesreglement gepubliceerd. Op 26 januari 2017 heeft de gerechtsvergadering van de Hoge Raad het Procesreglement Hoge Raad der Nederlanden vastgesteld. Het procesreglement is gepubliceerd in de Staatscourant op 31 januari 2017 en in werking getreden op 1 maart 2017.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordelingen voor deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met grootschalige telecomfraude met servicenummer blijven in stand. HR over geldbedragen in de tenlastelegging.

Hoge Raad 4 december 2018, ECLI:NL:HR:2018:2226

Het middel klaagt onder meer dat het Hof in de zaak met het parketnummer 13-520034-06 bij de bewezenverklaring van het onder 1 tenlastegelegde de grondslag van de tenlastelegging heeft verlaten. Daartoe wordt aangevoerd dat de bewezenverklaring betrekking heeft op andere geldbedragen dan die in de tenlastelegging zijn vermeld.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Cautie bij aanvang terechtzitting

Hoge Raad 27 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2193

Het middel klaagt dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep nietig is nu de voorzitter van het Hof ten onrechte op de terechtzitting van 21 december 2016 heeft verzuimd aan de verdachte mede te delen dat hij niet tot antwoorden verplicht is.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Beklag: Boot onder A in beslaggenomen. B stelt eigenaresse te zijn, nu de boot door B onder eigendomsvoorbehoud is geleverd aan A en A niet binnen de gestelde termijn aan B heeft betaald.

Hoge Raad 27 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2190

In beide middelen wordt geklaagd over de motivering van de ongegrondverklaring van het beklag. Het eerste middel richt zich tegen het oordeel van de rechtbank dat geen sprake is geweest van een koopovereenkomst onder opschortende voorwaarde. Het tweede middel komt op tegen het oordeel van de rechtbank dat het niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring van de boot zal bevelen, waarbij de rechtbank heeft vastgesteld dat de boot toebehoort aan betrokkene 1 in de zin van art. 33a Sr en dat betrokkene 1 in juli 2015 eigenaar is geworden van de boot omdat er geen sprake is van huurkoop, maar van een koop op afbetaling zonder rechtsgeldig eigendomsvoorbehoud. De middelen lenen zich voor een gezamenlijke behandeling.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Ondervragingsrecht: Levert gebruik voor bewijs van PV van verbalisant, die in hoger beroep vier jaar later als getuige is gehoord, strijd met art. 6 EVRM op?

Hoge Raad 6 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2049

Het middel klaagt dat art. 6, eerste en derde lid, aanhef en onder d, EVRM is geschonden doordat het hof een proces-verbaal van een verbalisant tot het bewijs heeft gebezigd, althans dat ’s hofs oordeel dat het gebruik van dit proces-verbaal geen schending van art. 6, derde lid, EVRM oplevert niet zonder meer begrijpelijk is.

Read More
Print Friendly and PDF ^