Beslag op voorwerpen ter uitvoering van een Europees onderzoeksbevel. Te hanteren maatstaf bij beoordeling van de vraag of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 19 oktober 2018, ECLI:NL:RBZWB:2018:5984

Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer de desbetreffende voorwerpen kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. Voorts verzet het door artikel 94 Sv beschermde belang van strafvordering zich tegen teruggave indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, de verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer van het voorwerp zal bevelen, al dan niet naar aanleiding van een afzonderlijke vordering daartoe als bedoeld in artikel 36b, eerste lid onder 4, Sr in verbinding met artikel 552f Sv.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Sprongcassatie door curator na teruggave van personenauto die onder een handelsonderneming in beslag was genomen

Hoge Raad 30 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:2004

Het cassatieberoep is gericht tegen een beschikking die is gegeven op het klaagschrift en de aanvulling op dat klaagschrift van betrokkene 2, welk klaagschrift strekte tot teruggave van 137 auto's - die onder A BV in beslag waren genomen - en welke aanvulling van het klaagschrift strekte tot teruggave van een onder betrokkene 2 inbeslaggenomen camper en personenauto. Bij de bestreden beschikking is het klaagschrift van betrokkene 2 deels gegrond verklaard en de teruggave van de personenauto aan hem gelast en voor het overige ongegrond verklaard. Tegen die beschikking staat voor klager op grond van art. 552d, tweede lid, Sv geen cassatieberoep open.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Beslag woonhuis klaagster i.h.k.v. strafzaak tegen echtgenoot voor gewoontewitwassen: HR herhaalt overwegingen situatie waarin beslag rust op inbeslaggenomen voorwerp en derde teruggave verzoekt

Hoge Raad 16 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1952

Bij de beoordeling van het middel moet worden vooropgesteld dat de rechter in een geval als het onderhavige, waarin op de voet van art. 94a Sv beslag rust op het inbeslaggenomen voorwerp en een derde in een beklagprocedure op de voet van art. 552a Sv om teruggave verzoekt, als maatstaf moet aanleggen of zich het geval voordoet dat buiten redelijke twijfel is dat die derde als eigenaar van dat inbeslaggenomen voorwerp moet worden aangemerkt en daarvan in zijn beslissing blijk moet geven. Indien die derde als eigenaar wordt aangemerkt, zal de rechter tevens moeten onderzoeken, en daarvan blijk moeten geven, of zich de situatie van art. 94a, vierde of vijfde lid, Sv voordoet.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Is sprake van verhaalfrustratie indien buiten iedere gemeenschap van goederen getrouwde partners de echtelijke woning op naam van de ene partner zetten?

Parket bij de Hoge Raad 2 oktober 2018, ECLI:NL:PHR:2018:1092

Het middel komt op tegen de ongegrondverklaring van het beklag met betrekking tot de woning, met name tegen het oordeel van de rechtbank dat er in casu sprake is van verhaalfrustratie zoals bedoeld in art. 94a lid 4 Sv.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over conservatoir anderbeslag op omvangrijke banktegoeden & vordering in het kader van de ‘Rotterdamse havenaffaire’

Parket bij de Hoge Raad 2 oktober 2018, ECLI:NL:PHR:2018:1091

Op 4 februari 2014 is door het OM op de voet van art. 94a Sv ten laste van Betrokkene 1 conservatoir anderbeslag gelegd op banktegoeden van klager (klager en vader van de partner van Betrokkene 1) bij Van Lanschot Bankiers en op 26 mei 2014 op een vordering ten name van klager op A B.V. Dit beslag is gelegd in het kader van een ontnemingsvordering tegen Betrokkene 1 naar aanleiding van de strafzaak die bekend is geworden onder de naam ‘Rotterdamse havenaffaire’. Deze strafzaak hield verband met faillissementen van verschillende bedrijven binnen het Rotterdamse Droogdok Maatschappij-concern (RDM-concern) ten behoeve waarvan het Havenbedrijf Rotterdam (HBR) kredietgaranties had verstrekt aan enkele investeringsmaatschappijen en banken.

Read More
Print Friendly and PDF ^