Focus op criminaliteit in milieumarkten: het Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit

Elke vier jaar publiceert de Strategische Milieukamer (SMK) – het centrale beleidsbepalende orgaan bij de aanpak van milieucriminaliteit – het ‘Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit’ (hierna ook: Dreigingsbeeld). Het heeft als doel zowel het beleid te ondersteunen als inzicht te bieden in specifieke markten en branches. Het rapport is op de eerste plaats bedoeld als input en onderbouwing van keuzes in het beleid van de SMK, waarin het Functioneel Parket, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), de Omgevingsdiensten en de politie op het hoogste niveau vertegenwoordigd zijn. Met het Dreigingsbeeld beoogt de SMK milieucriminaliteit hoger op de agenda te krijgen bij de politiek en de rechtspraak. Evenzeer beoogt zij daarmee inzicht te verschaffen in de manier waarop milieucriminaliteit binnen bepaalde branches en markten tot stand komt, en formuleert zij aanbevelingen die gericht zijn op preventie en het tegengaan van milieucriminaliteit. Op beide kanten van het Dreigingsbeeld wordt in dit artikel ingegaan.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: De aanpak van milieucriminaliteit in Nederland

‘De bewoners van de IJmond hebben extra kans om ziek te worden door de huidige uitstoot vanaf het terrein van Tata Steel.’ Met die woorden publiceerde het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) op 22 september 2023 een historisch rapport waarin het voor het eerst in Nederland een directe relatie aantoonde tussen de uitstoot van industriële bedrijvigheid en gezondheidsrisico’s van omwonenden en de kwaliteit van de leefomgeving (Geelen e.a. 2023). Een paar dagen later, op 27 september 2023, deed de rechtbank Rotterdam een – eveneens historische – uitspraak in een zaak die de gemeenten Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Molenlanden hadden aangespannen tegen het bedrijf DuPont de Nemours/Chemours. In een tussenvonnis oordeelde de rechtbank dat Chemours en haar rechtsvoorganger DuPont de Nemours aansprakelijk zijn voor de schade die zij tussen 1984 en 1998 hebben veroorzaakt door de uitstoot van PFOA (perfluorooctanoic acid), een type binnen de groep van meer dan 10.000 PFAS (per- en polyfluoralkylstoffen). De rechter oordeelde dat het bedrijf onrechtmatig handelde, omdat het de vergunningverlener en gemeenten in deze periode onvoldoende geïnformeerd had over de mogelijke risico’s van deze vervuiling en over hun eigen zorgen daaromtrent, en bovendien de uitstoot niet verminderde.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Artikel 6 EVRM en de procedure bij Kifid

Deze bijdrage gaat in op de vraag of de procedure bij Kifid als totaalplaatje voldoet aan de normen uit art. 6 EVRM. Allereerst wordt op hoofdlijnen de doorwerking van art. 6 EVRM in de procedure bij Kifid besproken. Vervolgens bespreekt de auteur of diverse normen die voortvloeien uit art. 6 EVRM zijn gewaarborgd in de procedure bij Kifid. In de situatie dat een norm uit art. 6 EVRM niet is gewaarborgd in de procedure bij Kifid, komt aan de orde of hiervoor een of meer gerechtvaardigde redenen bestaan. Zo niet, of indien een norm niet voldoende is gewaarborgd, dan doet de auteur aanbevelingen om de procedure bij Kifid beter te laten aansluiten bij art. 6 EVRM. De afsluitende paragraaf van het artikel eindigt met een opsomming van de aanbevelingen van de auteur.

Read More
Print Friendly and PDF ^

De bewijsmaatstaven in het handhavingsrecht: wat houden 'aannemlijk maken' en 'bewijzen' eigenlijk in?

In het bestuursrechtelijke handhavingsrecht kennen we formeel geen bewijsrecht, maar het is er in de praktijk wel. Een belangrijk onderdeel van dit bewijsrecht zijn de twee verschillende bewijsmaatstaven. Ten eerste de bewijsmaatstaf bij bestraffende sancties. Deze maatstaf houdt in dat de overheid de overtreding moet bewijzen. Dat wil zeggen, het moet buiten redelijke twijfel komen vast te staan dat er een overtreding is. Dat betekent dat ‘[i]ngeval van twijfel’ aan de betrokkene ‘het voordeel van de twijfel [dient] te worden gegund’. Ten tweede de bewijsmaatstaf bij herstellende sancties. Die maatstaf houdt in dat de overheid een feit ‘aannemelijk’ moet maken. Wat deze tweede maatstaf inhoudt, is wat onduidelijk.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: ESG litigation in de financiële sector; over class actions, climate change en greenwashing

ESG kan ook in de financiële sector op veel aandacht rekenen, zowel van de wetgever als van de toezichthouders. Het gaat daarbij niet alleen om de mogelijke bijdrage van financiële ondernemingen aan het tegengaan van klimaatverandering en het naleven van mensenrechten, maar ook om onjuiste of misleidende duurzaamheidsclaims (‘greenwashing’) van financiële ondernemingen. Ook andere stakeholders zoals belangenorganisaties mengen zich in toenemende mate in het ESG debat. ESG litigation, al dan niet in de vorm van collectieve acties, lijkt ook in de financiële sector onvermijdelijk.

Read More
Print Friendly and PDF ^